Dienst van SURF
© 2025 SURF
In dit boek wordt aan de hand van een theoretisch kader over boundary crossing en vele praktijkvoorbeelden beschreven hoe het leerpotentieel op de grens tussen opleiding en de beroepspraktijk, of tussen professionaliseringstrajecten en leren op het werk, kan worden aangeboord.
Deze vier artikelen uit verschillende hoeken van de HU illustreren uiteenlopende ervaringen met de koppeling tussen onderwijs, onderzoek en beroepspraktijk. Uit hun verhalen blijkt dat deze verbindingen steeds meer vorm krijgen en dat de ervaringen met de HU als kennisinstelling vooral positief zin. Uitgegeven op het HU onderwijscongres 2008 als Passie & Precisie deel 02.
De doelstelling van dit rapport is te inventariseren hoe voor het project Veiligheid op de werkvloer de samenwerking en kennisuitwisseling met de beroepspraktijk het beste kan worden vormgegeven. Op basis van interviews, kennismakingsgesprekken en (bedrijfs)bezoeken is inzichtelijk geworden dat bedrijven, werkzaam in de technologische industrie in Twente, behoefte hebben aan samenwerking. Daarbij gaat het vooral om samenwerking op het gebied van de ‘veiligheid op de werkvloer, met behulp van de inzet van slimme technologie (ambient intelligence)’ via het Saxion Kenniscentrum Design en Technologie en, onder meer, het lectoraat Ambient Intelligence. Gesteld kan worden dat bijna iedere respondent hier erg positief tegenover stond. Met als kanttekening dat men niet altijd direct een (optimaal) beeld heeft van wat die inzet van slimme technologie concreet kan betekenen voor de veiligheid op de werkvloer . Dit nemen we mee in fase 2 van het project. Via op te zetten studentenonderzoeksprojecten kunnen we de vervolgstap tot samenwerking verder vormgeven. Zo stellen de respondenten al een aantal gerichte vragen, die de bedrijven binnen de eigen organisatie willen onderzoeken, samen met het Kenniscentrum Design en Technologie en zijn lectoraten. Hoe kunnen we slimme technologie ter bewustwording van en het bewust blijven van onveilige situaties ontwikkelen en/of inzetten voor het op de locatie werkende personeel en andere aanwezigen of bezoekers? Zijn er slimme technologische oplossingen denkbaar voor de veiligheid rond oude, gemodificeerde, machinelijnen met open, voor iedereen bereikbare/toegankelijke, draaiende delen? Kan men op een andere manier dan tot op heden gebeurt een tool ontwikkelen om risico’s, die nu niet inzichtelijk zijn, in kaart te brengen? Door het beantwoorden van deze vragen levert het onderzoek blijvende effecten voor de technologische industrieën en de daaraan verbonden bedrijven. In deze economische zorgelijke tijden zijn deze effecten bevorderlijk voor het (verder) profileren van Twente als een aantrekkelijke werkomgeving voor technologische kenniswerkers. Daarmee kunnen we de braindrain uit het oosten van Nederland verminderen. Aanbevelingen ter invulling van het bedrijfsimplementatieplan voor fase 2 van het project zijn: Het opzetten en verder vormgeven van testsettings in laboratoria, onder meer in het kader van de verankering van de labomgeving van het Kenniscentrum Design en Technologie in de regio. Het maken van concrete afspraken met de geïnterviewde bedrijven om te komen tot onderzoek naar een intelligente kleurensensor, preventieve middelen gericht op het voorkomen van uitglijden, vallen en struikelen, gasdetectiesystemen, waarschuwingssystemen, etc. Het organiseren van netwerkbijeenkomsten, zowel bij Saxion als op bedrijfslocaties. De inzet van stagiairs en afstudeerders. Op deze manier realiseren we een zo optimaal mogelijke aansluiting tussen de beroepspraktijk en het onderwijs en hbo-onderzoek. De aanpak van veiligheid op de werkvloer en de inzet van slimme technologieën daarbij is een dynamisch ketenoverstijgend integraal proces. Het bedrijfsleven erkent het belang hiervan. Het is daarom aanbevelenswaardig om bovengenoemde aanbevelingen te implementeren in vervolgfase 2 van het RAAK PRO-2-013 project Veiligheid op de werkvloer.
MULTIFILE
Het RAAK-MKB project "(G)een Moer Aan" heeft zich gericht op het ontwerpen van een veilige en effectieve ondersteuning van een cobot in een productieomgeving. De focus is hierbij gelegd op productiehandelingen die in veel sectoren voorkomen en die relatief veel arbeidstijd kosten, zoals het indraaien van moeren en bouten in een object. Binnen het project is veel kennis opgedaan dit heeft geresulteerd in gripperontwerpen die in staat zijn een bout in een flens te draaien. Daarnaast is kennis gegeneerd van vision technieken om gaten e.d. te detecteren, en het meenemen van (beleefde) veiligheid in het ontwerp van een cobot systeem. Deze nieuw opgedane kennis is erg bruikbaar voor zowel de beroepspraktijk als voor de studenten in het onderwijs. Dat maakt het relevant voor (her)gebruik middels het nieuwe open-acces e-learning platform van Fontys: Open Learning Labs. Door trainingsmateriaal te ontwikkelen dat betrekking heeft op onder andere het aspect veilig ontwerpen, worden toekomstige engineers (de studenten) en zittend personeel bij bedrijven bekend met nieuwe technieken die toepasbaar zijn in diverse sectoren waar met robots gewerkt wordt. Het doel van deze Top-up aanvraag is tweeledig: 1) Het vergroten van de zichtbaarheid van de resultaten uit het initiële RAAK-project, zowel richting onderwijs, onderzoek en beroepspraktijk. 2) Het realiseren van trainingsmateriaal t.b.v. het rekening houden met en veilig ontwerpen van cobotsystemen. Door o.a. kennis aan te dragen omtrent het doen van een correcte risico analyse van het proces. Dit zal bij toekenning stapsgewijs uitgevoerd worden: 1. Definiëren inhoud lesmodules en bijbehorende didactische werkvormen 2. Realisatie PR- & instructievideo's en onderwijsopdrachten 3. Realisatie E-learning lesmodule Dit alles gekoppeld aan het open-acces e-learning platform Open Learning Labs van Fontys.
Massafabricage in de (MKB) maakindustrie is aan het veranderen in flexibele fabricage en assemblage van kleine series, klantspecifieke onderdelen en eindproducten. Hiervoor zijn nieuwe systemen voor het MKB nodig, waarin robots en mensen samen kunnen werken en die zich snel kunnen aanpassen aan nieuwe productieomstandigheden met lage opstartkosten. De ambitie van het project ?(G)een Moer Aan!? is om het herconfigureren van een robotsysteem voor een nieuwe taak in een productieomgeving net zo eenvoudig en snel te maken als het gebruik van een smartphone. Zo?n benadering biedt kansen om de skills van de operator te benutten. De operator kent immers zijn processen en de robot wordt zijn hulpje. Op vraag van betrokken mkb partners is de focus gelegd op een repeterende productiehandeling die in veel sectoren voorkomt en die relatief veel arbeidstijd kost: het indraaien van moeren en bouten in een object. De centrale onderzoeksvraag van het project luidt: Hoe kan een operator een robot eenvoudig, snel en veilig inleren om assemblage handelingen te verrichten voor het snel en robuust verbinden van bouten, moeren en ringen met objecten? Resultaat van dit praktijkgerichte onderzoeksproject is een algemeen bruikbare en gevalideerde ontwerpmethodiek voor de opzet van een gebruiksvriendelijke user interface van een boutmontagerobot op de werkvloer. Door slim gebruik van geïntegreerde inzet van CAD productinformatie, vision technologie en compliant (meegaand) gripping en placing wordt de robot zo veel als mogelijk vooraf automatisch geconfigureerd. Het projectconsortium dat het onderzoek gaat uitvoeren bestaat uit: " 13 bedrijven (12 mkb) actief als toeleverancier, system integrator of gebruiker op het terrein van industriële robotica (Yaskawa, ABB, Smart Robotics, Hupico, Festo, CSi, Demcon, Heemskerk Innovate, WWA, Van Schijndel Metaal, Van Beek, Tegema en Zest Innovate); " Hogescholen Fontys (penvoerder), Avans, Utrecht en NHL; " Kennisinstellingen TNO en DIFFER; " Coöperaties Brainport Industries, FEDA en Koninklijke Metaalunie; " De gemeente Eindhoven is betrokken als partner in de klankbordgroep. De gemeente ondersteunt het belang van dit project voor behoud en verbetering van arbeidsplaatsen in de maakindustrie. Er zullen circa 20 (docent)onderzoekers van de hogescholen en ongeveer 80 studenten betrokken worden bij dit project, die in de vorm van stages en afstudeeronderzoeken werken aan interessante vraagstukken direct afkomstig uit de beroepspraktijk. Naast genoemde meerwaarde voor het bedrijfsleven beoogt het project een verdere verankering van kennis en kunde in onderwijs en lectoraten en een vergroting van de kwaliteit van docenten en afstudeerders.
Het RAAK-MKB project Aerobic heeft zich gericht op modulaire robotica (grippers, handling en vision systemen) en specifiek binpicking. Binnen dit project is veel kennis opgedaan die heeft geresulteerd in diverse fysieke demonstrators (robotopstellingen t.b.v. binpicking). Deze nieuw opgedane kennis is erg bruikbaar voor zowel de beroepspraktijk als studenten. Daarnaast is deze kennis praktisch gemaakt en laagdrempelig toepasbaar. Dat maakt het relevant voor (her)gebruik middels het nieuwe open-acces e-learning platform van Fontys: Open Learning Labs. Door trainingsmateriaal te ontwikkelen dat betrekking heeft op onder andere het aspect “binpicking” met behulp van robots, worden toekomstige engineers (onze studenten) en zittend personeel bij bedrijven bekend met nieuwe technieken die toepasbaar zijn in diverse sectoren waar met robots gewerkt wordt. Het doel van deze Top-up aanvraag is tweeledig: 1) het vergroten van de zichtbaarheid van de resultaten uit het initiële RAAK-project, zowel richting onderwijs, onderzoek en beroepspraktijk. 2) het realiseren van trainingsmateriaal t.b.v. het praktisch toepassen van kennis die betrekking heeft op de gerealiseerde binpicking-demonstrator binnen het RAAK project. Dit zal bij toekenning stapsgewijs uitgevoerd worden: 1. Definiëren inhoud lesmodule en bijbehorende didactische werkvormen 2. Realisatie PR- & instructievideo's en onderwijsopdrachten 3. Realisatie E-learning lesmodule Dit alles gekoppeld aan het open-acces e-learning platform Open Learning Labs van Fontys.