Service of SURF
© 2025 SURF
(1) Background: Recent research showed that subtypes of patients with type 2 diabetes may differ in response to lifestyle interventions based on their organ-specific insulin resistance (IR). (2) Methods: 123 Subjects with type 2 diabetes were randomized into 13-week lifestyle intervention, receiving either an enriched protein drink (protein+) or an isocaloric control drink (control). Before and after the intervention, anthropometrical and physiological data was collected. An oral glucose tolerance test was used to calculate indices representing organ insulin resistance (muscle, liver, and adipose tissue) and β-cell functioning. In 82 study-compliant subjects (per-protocol), we retrospectively examined the intervention effect in patients with muscle IR (MIR, n = 42) and without MIR (no-MIR, n = 40). (3) Results: Only in patients from the MIR subgroup that received protein+ drink, fasting plasma glucose and insulin, whole body, liver and adipose IR, and appendicular skeletal muscle mass improved versus control. Lifestyle intervention improved body weight and fat mass in both subgroups. Furthermore, for the MIR subgroup decreased systolic blood pressure and increased VO2peak and for the no-MIR subgroup, a decreased 2-h glucose concentration was found. (4) Conclusions: Enriched protein drink during combined lifestyle intervention seems to be especially effective on increasing muscle mass and improving insulin resistance in obese older, type 2 diabetes patients with muscle IR.
from the article: "In this paper, we explore the characteristics of posters as an efficient and effective probing tool for hospital nurse participation in the development of processes, services or products. The main challenge in this respect is the limited time and attention available to nurses during their work shifts. For this, we analysed the design and effectiveness of posters from earlier projects and used existing knowledge on probing for preliminary guidelines focused on design elements, context of placement, and fit with work process. We then designed a poster for gathering insights during nurses’ work shifts into their administrative tasks and perceived relevance. To evaluate, this table poster design was consecutively placed on three nursing units in a Dutch hospital. Activities of nurses with the poster and necessary interventions were analysed and used for further insights into the characteristics of effective posters for this specific target group. The research raised new questions about how best to elicit nurses’ participation during work shifts."
LINK
BACKGROUND: In critically ill patients, auscultation might be challenging as dorsal lung fields are difficult to reach in supine-positioned patients, and the environment is often noisy. In recent years, clinicians have started to consider lung ultrasound as a useful diagnostic tool for a variety of pulmonary pathologies, including pulmonary edema. The aim of this study was to compare lung ultrasound and pulmonary auscultation for detecting pulmonary edema in critically ill patients.METHODS: This study was a planned sub-study of the Simple Intensive Care Studies-I, a single-center, prospective observational study. All acutely admitted patients who were 18 years and older with an expected ICU stay of at least 24 h were eligible for inclusion. All patients underwent clinical examination combined with lung ultrasound, conducted by researchers not involved in patient care. Clinical examination included auscultation of the bilateral regions for crepitations and rhonchi. Lung ultrasound was conducted according to the Bedside Lung Ultrasound in Emergency protocol. Pulmonary edema was defined as three or more B lines in at least two (bilateral) scan sites. An agreement was described by using the Cohen κ coefficient, sensitivity, specificity, negative predictive value, positive predictive value, and overall accuracy. Subgroup analysis were performed in patients who were not mechanically ventilated.RESULTS: The Simple Intensive Care Studies-I cohort included 1075 patients, of whom 926 (86%) were eligible for inclusion in this analysis. Three hundred seven of the 926 patients (33%) fulfilled the criteria for pulmonary edema on lung ultrasound. In 156 (51%) of these patients, auscultation was normal. A total of 302 patients (32%) had audible crepitations or rhonchi upon auscultation. From 130 patients with crepitations, 86 patients (66%) had pulmonary edema on lung ultrasound, and from 209 patients with rhonchi, 96 patients (46%) had pulmonary edema on lung ultrasound. The agreement between auscultation findings and lung ultrasound diagnosis was poor (κ statistic 0.25). Subgroup analysis showed that the diagnostic accuracy of auscultation was better in non-ventilated than in ventilated patients.CONCLUSION: The agreement between lung ultrasound and auscultation is poor.TRIAL REGISTRATION: NCT02912624. Registered on September 23, 2016.
Leerkrachten in Friese basisscholen zoeken naar goede strategieën om meertaligheid te erkennen en effectief in te zetten. Waar het onderwijs tot nu toe twee- en drietalig was (Fries, Nederlands en Engels), hebben leerkrachten nu in toenemende mate te maken met anderstalige migrantenleerlingen. Leerkrachten willen met deze strategieën antwoorden vinden op twee problemen. Ten eerste ervaren ze problemen in de omgang met migrantentalen: ze geven aan dat ze migrantentalen niet willen negeren, maar waarderen en gebruiken vinden ze moeilijk. Ten tweede willen leerkrachten de kwaliteit van het twee- of drietalige basisonderwijs waarin sprake is van taalscheiding, verbeteren. Er wordt per dag of in het Fries, of in het Nederlands of in het Engels onderwezen en geleerd. Men verwacht dat het verbinden van talen hogere resultaten opbrengt. Dit wordt ondersteund door wetenschappelijk onderzoek. Vierentwintig leerkrachten op twaalf basisscholen willen een innovatieve aanpak voor meertalig onderwijs ontwikkelen, die zowel een kader biedt voor de waardering en het gebruik van migrantentalen, als voor een samenhangend gebruik van het Nederlands, het Fries en het Engels in de scholen. Dat geheel vormt de basis van het project Meer kansen Met Meertaligheid (3M). Wetenschappelijk onderzoek levert gevalideerde benaderingen op die moeten worden uitgebreid, gecombineerd en toegesneden op de eigen schoolsituatie om voor de leerkrachten van nut te kunnen zijn. Het 3M-project richt zich op het samen ontwikkelen (d.m.v. ontwikkelingsonderzoek), uitproberen en evalueren van een nieuwe aanpak en nieuwe didactische tools voor meertalig onderwijs (d.m.v. interventieonderzoek). Alle ontwikkelde tools worden in een digitale 3M-Toolbox ondergebracht, die beschikbaar gesteld zal worden aan alle scholen. In de derde plaats vindt een flankerend effect-onderzoek naar (taal)attitudes plaats. In dit project beoogt het consortium een innovatieve kwaliteitsimpuls aan het meertalig basisonderwijs te geven, niet alleen in Fryslân, maar in heel Nederland.
In dit onderzoek worden de kansen van ontwerp- en maakonderwijs benut om aansprekend techniekonderwijs voor de theoretische leerweg van het vmbo te ontwikkelen. Het onderzoek betreft zowel de onderbouw als de bovenbouw. Doel Het doel is om inzichten te ontwikkelen in de mogelijkheden en uitdagingen die ontwerp- en maakonderwijs met zich meebrengen voor vmbo scholen (theoretische leerweg), vooral in de grote steden. Het gaat daarbij om het ontwikkelen van interesse in techniek en bètatechnologische geletterdheid van leerlingen. Resultaten De verwachte resultaten liggen op het gebied van inzicht in de benodigde docentcompetenties, geschikte opdrachten voor leerlingen, randvoorwaarden, en manieren van samenwerking met bedrijven. Ook worden concrete opdrachten voor leerlingen uitgewerkt, die bruikbaar zijn voor andere scholen, en aanbevelingen voor landelijke examenprogramma’s. Looptijd 01 september 2019 - 01 december 2022 Aanpak Samen met vmbo-docenten wordt onderwijs ontwikkeld en uitgeprobeerd. Door tussentijdse evaluaties wordt de didactische aanpak steeds verder verfijnd.
In dit onderzoek worden de kansen van ontwerp- en maakonderwijs benut om aansprekend techniekonderwijs voor de theoretische leerweg van het vmbo te ontwikkelen. Het onderzoek betreft zowel de onderbouw als de bovenbouw. Doel Het doel is om inzichten te ontwikkelen in de mogelijkheden en uitdagingen die ontwerp- en maakonderwijs met zich meebrengen voor vmbo scholen (theoretische leerweg), vooral in de grote steden. Het gaat daarbij om het ontwikkelen van interesse in techniek en bètatechnologische geletterdheid van leerlingen. Resultaten De verwachte resultaten liggen op het gebied van inzicht in de benodigde docentcompetenties, geschikte opdrachten voor leerlingen, randvoorwaarden, en manieren van samenwerking met bedrijven. Ook worden concrete opdrachten voor leerlingen uitgewerkt, die bruikbaar zijn voor andere scholen, en aanbevelingen voor landelijke examenprogramma’s. Looptijd 01 september 2019 - 01 december 2022 Aanpak Samen met vmbo-docenten wordt onderwijs ontwikkeld en uitgeprobeerd. Door tussentijdse evaluaties wordt de didactische aanpak steeds verder verfijnd.