Service of SURF
© 2025 SURF
Deze vier artikelen uit verschillende hoeken van de HU illustreren uiteenlopende ervaringen met de koppeling tussen onderwijs, onderzoek en beroepspraktijk. Uit hun verhalen blijkt dat deze verbindingen steeds meer vorm krijgen en dat de ervaringen met de HU als kennisinstelling vooral positief zin. Uitgegeven op het HU onderwijscongres 2008 als Passie & Precisie deel 02.
The Department of Electrical and Electronic Engineering at the Fontys University of Professional Education in Eindhoven, The Netherlands, offers a course which is being developed around the principles of Concurrent Engineering. From research we found that in general students are not completely aware of aspects of cost-effectiveness but they are fully oriented towards technical problem solving. In order to improve on this aspects, we introduced the framework of "design to cost": learn to choose the right tools, concepts and technologies in a way that successful products can be designed and developed. This second edition of the course, based on 'design to cost', showed to be very successful and was strengthening our self-confidence. So in the third edition we started to work together with the regional industry. The companies paid for the development and, this money is used for intensive group coaching by tutors and specialists. It turned out that the contacts with the industry proved to be a very stimulating factor for the students. Working together with industry raises the quality of the education and it proved to be an excellent preparation for the final thesis period of the students.
This paper is a case report of why and how CDIO became a shared framework for Community Service Engineering (CSE) education. CSE can be defined as the engineering of products, product-service combinations or services that fulfill well-being and health needs in the social domain, specifically for vulnerable groups in society. The vulnerable groups in society are growing, while fewer people work in health care. Finding technical, interdisciplinary solutions for their unmet needs is the territory of the Community Service Engineer. These unmet needs arise in local niche markets as well as in the global community, which makes it an interesting area for innovation and collaboration in an international setting. Therefore, five universities from Belgium, Portugal, the Netherlands, and Sweden decided to work together as hubs in local innovation networks to create international innovation power. The aim of the project is to develop education on undergraduate, graduate and post-graduate levels. The partners are not aiming at a joined degree or diploma, but offer a shared short track blended course (3EC), which each partner can supplement with their own courses or projects (up to 30EC). The blended curriculum in CSE is based on design thinking principles. Resources are shared and collaboration between students and staff is organized at different levels. CDIO was chosen as the common framework and the syllabus 2.0 was used as a blueprint for the CSE learning goals in each university. CSE projects are characterized by an interdisciplinary, human centered approach leading to inter-faculty collaboration. At the university of Porto, EUR-ACE was already used as the engineering education framework, so a translation table was used to facilitate common development. Even though Thomas More and KU Leuven are no CDIO partner, their choice for design thinking as the leading method in the post-Masters pilot course insured a good fit with the CDIO syllabus. At this point University West is applying for CDIO and they are yet to discover what the adaptation means for their programs and their emerging CSE initiatives. CDIO proved to fit well to in the authentic open innovation network context in which engineering students actively do CSE projects. CDIO became the common language and means to continuously improve the quality of the CSE curriculum.
Artificial Intelligence (AI) wordt realiteit. Slimme ICT-producten die diensten op maat leveren accelereren de digitalisering van de maatschappij. De grote innovaties van de komende jaren –zelfrijdende auto’s, spraakgestuurde virtuele assistenten, autodiagnose systemen, robots die autonoom complexe taken uitvoeren – zijn datagedreven en hebben een AI-component. Dit gaat de rol van professionals in alle domeinen, gezondheidzorg, bouwsector, financiële dienstverlening, maakindustrie, journalistiek, rechtspraak, etc., raken. ICT is niet meer volgend en ondersteunend (een ‘enabling’ technologie), maar de motor die de transformatie van de samenleving in gang zet. Grote bedrijven, overheidsinstanties, het MKB, en de vele startups in de Brainport regio zijn innovatieve datagedreven scenario’s volop aan het verkennen. Dit wordt nog eens versterkt door de democratisering van AI; machine learning en deep learning algoritmes zijn beschikbaar zowel in open source software als in Cloud oplossingen en zijn daarmee toegankelijk voor iedereen. Data science wordt ‘applied’ en verschuift van een PhD specialisme naar een HBO-vaardigheid. Het stadium waarin veel bedrijven nu verkeren is te omschrijven als: “Help, mijn AI-pilot is succesvol. Wat nu?” Deze aanvraag richt zich op het succesvol implementeren van AI binnen de context van softwareontwikkeling. De onderzoeksvraag van dit voorstel is: “Hoe kunnen we state-of-the-art data science methoden en technieken waardevol en verantwoord toepassen ten behoeve van deze slimme lerende ICT-producten?” De postdoc gaat fungeren als een linking pin tussen alle onderzoeksprojecten en opdrachten waarbij studenten ICT-producten met AI (machine learning, deep learning) ontwikkelen voor opdrachtgevers uit de praktijk. Door mee te kijken en mee te denken met de studenten kan de postdoc overzicht en inzicht creëren over alle cases heen. Als er overzicht is kan er daarna ook gestuurd worden op de uit te voeren cases om verschillende deelaspecten samen met de studenten te onderzoeken. Deliverables zijn rapporten, guidelines en frameworks voor praktijk en onderwijs, peer-reviewed artikelen en kennisdelingsevents.
In dit project zal een online onderwijsmodule worden ontworpen. In deze module zal een deel van de output van het project Bouwen met Levende Natuur worden verwerkt tot onderwijs. Het maken van online course materiaal binnen de HZ onderwijsonwikkeling, waar zowel echte casuistiek uit de de beroepspraktijk, als gebruik van ICT mogelijkheden centraal staan. Door de modulaire opbouw zal het mogelijk zijn onderdelen in verschillende courses te verwerken. De docent kan dan de module naar eigen wens, en onafhankelijk van de beschikbaarheid van interne of externe gastdocenten, inzetten voor ‘blended learning’. De benadering binnen de learning unit(s) volgt het constructivisme, activiteiten die te maken hebben met kennisoverdracht, zullen derhalve worden afgewisseld met verwerkingsopdrachten. De volledige onderwijsmodule richt zich vooral op onderwijs op het gebied van Coastal Engineering van de opleiding Civiele Techniek (CT), in eerste instantie van de Delta Academy; CT studenten blijken behoefte te hebben aan een uitleg van ecologische principes vanuit vanuit een meer technisch perspectief. De learning units/onderwijsmodule is uiteraard ook beschikbaar voor andere hbo opleidingen. Het geselecteerde gedeelte, de eerste learning unit, zal ook bruikbaar zijn voor de course Integrated Coastal Zone Management (ICZM), waarin oa het concept Building with Nature wordt uitgelegd. In de huidige vorm wordt dit onderdeel op de klassieke manier gebracht, in de vorm van een hoorcollege. De ontwikkeling van online materiaal maakt de afwisseling met het verwerken van de aangebrachte kennis eenvoudiger; de structuur daarvoor wordt in de online versie al aangebracht. Deze learning unit brengt niet alleen wat aanvullende benaderingen vanuit technisch perspectief, maar is ook een aanpassing, die het geheel hestructureert volgens het constructivisme. De course ICZM is een keuze-course, bedoeld voor Aquatische Ecotechnologie (AET), Delta Management (DM) en CT studenten; waar CT studenten meer behoefte hebben aan een technisch perspectief, heeft deze course ook te maken met DM studenten, die juist wat meer kennis zouden moeten maken met meer technische benaderingen.
De innovatiewerkplaats Campus Design (CD) richt zich op de duurzame ontwikkeling (SDG) van de campus door middel van praktijkgerichte oplossingen en onderzoek. Vanuit het lectoraat Facility Management van de Hanze, werkt CD samen met kennis- en onderwijsinstellingen, overheden en het bedrijfsleven, bijvoorbeeld om de kwaliteit, gastvrijheid en inclusiviteit te verbeteren zodat iedereen zich welkom voelt op de campus. CD streeft naar een betere aansluiting tussen de ruimte en organisatie op de campus; ook de vergroening en biodiversiteit rekenen we daartoe. Dit doen we door praktijkvragen van onderwijsinstellingen en het bedrijfsleven te koppelen aan praktijkgericht onderzoek van onze senior-onderzoekers, onderzoekers, docenten en studenten, onder meer in architectuur, facility management, gastvrijheid, kunsten en vastgoed. Onze multidisciplinaire aanpak is zeer actiegericht; we willen de campuspraktijk écht veranderen en laten zien dat het betaalbaar is én werkt. We zorgen er dus voor dat oplossingen niet alleen theoretisch en empirisch uitstekend onderbouwd zijn, maar vooral ook praktisch toepasbaar en bewijsbaar beter. Door de goede samenwerking met onze partners, genereert CD oplossingen die onderwijsinstellingen inspireren en hen helpen de SDG te implementeren.