Service of SURF
© 2025 SURF
This study investigated the effect of work pace on workload, motor variability and fatigue during light assembly work. Upper extremity kinematics and electromyography (EMG) were obtained on a cycle-to-cycle basis for eight participants during two conditions, corresponding to "normal" and "high" work pace according to a predetermined time system for engineering. Indicators of fatigue, pain sensitivity and performance were recorded before, during and after the task. The level and variability of muscle activity did not differ according to work pace, and manifestations of muscle fatigue or changed pain sensitivity were not observed. In the high work pace, however, participants moved more efficiently, they showed more variability in wrist speed and acceleration, but they also made more errors. These results suggest that an increased work pace, within the range addressed here, will not have any substantial adverse effects on acute motor performance and fatigue in light, cyclic assembly work.STATEMENT OF RELEVANCE: In the manufacturing industry, work pace is a key issue in production system design and hence of interest to ergonomists as well as engineers. In this laboratory study, increasing the work pace did not show adverse effects in terms of biomechanical exposures and muscle fatigue, but it did lead to more errors. For the industrial engineer, this observation suggests that an increase in work pace might diminish production quality, even without any noticeable fatigue being experienced by the operators.
Purpose: Resuscitation quality and pace depend on effective team coordination, which can be facilitated by adequate leadership. Our primary aim was to assess the influence of trauma team leader experience on resuscitation pace. Second, we investigated the influence of injury severity on resuscitation pace. Methods: The trauma team leaders were identified (Staff trauma surgeon vs Fellow trauma surgeon) and classified from video analysis during a 1-week period. Resuscitations were assessed for time to the treatment plan, total resuscitation time, and procedure time. Furthermore, patient and resuscitation characteristics were assessed and compared: age, gender, Injury Severity Score, Glasgow Coma Scale < 9, and the number (and duration) of surgical procedures during initial resuscitation. Correlations between total resuscitation time, Injury Severity Score, and time to treatment plan were calculated. Results: After adjustment for the time needed for procedures, the time to treatment plan and total resuscitation time was significantly shorter in resuscitations led by a Staff trauma surgeon compared to a Fellow trauma surgeon (median 648 s (IQR 472-813) vs 852 s (IQR 694-1256); p 0.01 resp. median 1280 s (IQR 979-1494) vs 1535 s (IQR 1247-1864), p 0.04). Surgical procedures were only performed during resuscitations led by Staff trauma surgeons (4 thorax drains, 1 endotracheal intubation, 1 closed fracture reduction). Moreover, a significant negative correlation (r: - 0.698, p < 0.01) between Injury Severity Score and resuscitation time was found. Conclusion: Experienced trauma team leaders may positively influence the pace of the resuscitation. Moreover, we found that the resuscitation pace increases when the patient is more severely injured.
LINK
Robots are increasingly used in a variety of work environments, but surprisingly little attention has been paid to how robots change work. In this comparative case study, we explore how robotization changed the work design of order pickers and order packers in eight logistic warehouses. We found that all warehouses robotized tasks based on technological functionality to increase efficiency, which sometimes created jobs consisting of ‘left-over tasks’. Only two warehouses used a bottom-up approach, where employees were involved in the implementation and quality of work was considered important. Although the other warehouses did not, sometimes their work design still benefitted from robotization. The positive effects we identified are reduced physical and cognitive demands and opportunities for upskilling. Warehouses that lack attention to the quality of work may risk ending up with the negative effects for employees, such as simplification and intensification of work, and reduced autonomy. We propose that understanding the consequences of robots on work design supports HR professionals to help managing this transition by both giving relevant input on a strategic level about the importance of work design and advocating for employees and their involvement.
In veel Afrikaanse landen zien we een inperking van de maatschappelijke ruimte (‘civic space’). Deze ruimte is cruciaal om in democratische staten transparantie, vrijheid van meningsuiting en verantwoording van bestuur te realiseren. In een steeds sterke digitaliserende maatschappij wordt toegang tot digitale middelen een mensenrecht. Daar waar regeringen proberen hun burgers en organisaties dat recht tot digitale informatievoorziening en –uitwisselingen te ontnemen komen de Sustainable Development Goals in het gedrang. Doel African Digital Rights Network (ADRN) wil inzicht verkrijgen in de stakeholders ne technologieën die betrokken zijn net het openen of onderdrukken van de online maatschappelijke ruimte (‘civic space’). Het netwerk beoogt bij te dragen aam empowerment van burgers om hun digitale mensenrechten uit te oefenen. Resultaten ADRN heeft een vergelijkende studie van 10 Afrikaanse landen uitgevoerd naar het gebruik van digitale technologieën voor het openen of onderdrukken van de online maatschappelijke ruimte (‘civic space’). Het project heeft onder andere geleidt tot de volgende publicatie: Mapping the Supply of Surveillance Technologies to Africa: Case Studies from Nigeria, Ghana, Morocco, Malawi, and Zambia Looptijd 01 mei 2020 - 20 april 2021 Aanpak ADRN organiseert een netwerk van onderzoekers, analisten, digitale rechtenorganisaties en activisten om de dynamiek van het openen en onderdrukken van de digitale maatschappelijke ruimte in kaart te brengen. Het netwerk bouwt op een interdisciplinaire onderzoeksaanpak o.l.v. het Institute for Development Studies, een vooraanstaand onderzoeksinstituut. Relevantie van het project Het onderzoek leidt tot aanbevelingen voor o.a. beleidsmakers en maatschappelijke organisaties ter bevordering van de digitale maatschappelijke ruimte. Daarnaast worden digitale tools en trainingsmateriaal gefaciliteerd voor het monitoren van ontwikkelingen en dreigingen van de digitale maatschappelijke ruimte. CofinancieringDit onderzoek wordt gefinancierd door UKRI - GCRF Digital Innovation for Development in Africa (DIDA)Meer weten? UKRI GCRF: African Digital Rights Network Website ADRN
In veel Afrikaanse landen zien we een inperking van de maatschappelijke ruimte (‘civic space’). Deze ruimte is cruciaal om in democratische staten transparantie, vrijheid van meningsuiting en verantwoording van bestuur te realiseren. In een steeds sterke digitaliserende maatschappij wordt toegang tot digitale middelen een mensenrecht. Daar waar regeringen proberen hun burgers en organisaties dat recht tot digitale informatievoorziening en –uitwisselingen te ontnemen komen de Sustainable Development Goals in het gedrang. Doel African Digital Rights Network (ADRN) wil inzicht verkrijgen in de stakeholders ne technologieën die betrokken zijn net het openen of onderdrukken van de online maatschappelijke ruimte (‘civic space’). Het netwerk beoogt bij te dragen aam empowerment van burgers om hun digitale mensenrechten uit te oefenen. Resultaten ADRN heeft een vergelijkende studie van 10 Afrikaanse landen uitgevoerd naar het gebruik van digitale technologieën voor het openen of onderdrukken van de online maatschappelijke ruimte (‘civic space’). Looptijd 01 mei 2020 - 20 april 2021 Aanpak ADRN organiseert een netwerk van onderzoekers, analisten, digitale rechtenorganisaties en activisten om de dynamiek van het openen en onderdrukken van de digitale maatschappelijke ruimte in kaart te brengen. Het netwerk bouwt op een interdisciplinaire onderzoeksaanpak o.l.v. het Institute for Development Studies, een vooraanstaand onderzoeksinstituut. Relevantie van het project Het onderzoek leidt tot aanbevelingen voor o.a. beleidsmakers en maatschappelijke organisaties ter bevordering van de digitale maatschappelijke ruimte. Daarnaast worden digitale tools en trainingsmateriaal gefaciliteerd voor het monitoren van ontwikkelingen en dreigingen van de digitale maatschappelijke ruimte. CofinancieringDit onderzoek wordt gefinancierd door UKRI - GCRF Digital Innovation for Development in Africa (DIDA)Meer weten? UKRI GCRF: African Digital Rights Network Website ADRN
National forestry Commission (SBB) and National Park De Biesbosch. Subcontractor through NRITNational parks with large flows of visitors have to manage these flows carefully. Methods of data collection and analysis can be of help to support decision making. The case of the Biesbosch National Park is used to find innovative ways to figure flows of yachts, being the most important component of water traffic, and to create a model that allows the estimation of changes in yachting patterns resulting from policy measures. Recent policies oriented at building additional waterways, nature development areas and recreational concentrations in the park to manage the demands of recreation and nature conservation offer a good opportunity to apply this model. With a geographical information system (GIS), data obtained from aerial photographs and satellite images can be analyzed. The method of space syntax is used to determine and visualize characteristics of the network of leisure routes in the park and to evaluate impacts resulting from expected changes in the network that accompany the restructuring of waterways.