Service of SURF
© 2025 SURF
Senior co-housing communities offer an in-between solution for older people who do not want to live in an institutional setting but prefer the company of their age peers. Residents of co-housing communities live in their own apartments but undertake activities together and support one another. This paper adds to the literature by scrutinizing the benefits and drawbacks of senior co-housing, with special focus on the forms and limits of social support and the implications for the experience of loneliness. Qualitative fieldwork was conducted in eight co-housing communities in the Netherlands, consisting of document analysis, interviews, focus groups, and observations. The research shows that co-housing communities offer social contacts, social control, and instrumental and emotional support. Residents set boundaries regarding the frequency and intensity of support. The provided support partly relieves residents’ adult children from caregiving duties but does not substitute formal and informal care. Due to their access to contacts and support, few residents experience social loneliness. Co-housing communities can potentially also alleviate emotional loneliness, but currently, this happens to a limited degree. The paper concludes with practical recommendations for enhancing the benefits and reducing the drawbacks of senior co-housing. Original article at MDPI; DOI: https://doi.org/10.3390/ijerph16193776
MULTIFILE
Abstract Despite the large amount of research available on how engagement in football practice relates to future performance level among football players, similar information about the contribution of non-football activities is scarce. Based on data from 745 elite youth players this study aimed to identify the characteristics and contribution of diverse participation towards elite youth and senior professional status. The data were collected using a retrospective questionnaire where the players reported the amount of time spent in other sports than football, in addition to their perceived contribution of different non-football activities for developing football skills. The accumulated hours of time spent in other sports of players who had obtained a senior professional contract were compared to non-professional players, using multilevel modelling (n = 558), while a t-test compared the activity ratings to each other. No significant differences were identified between professional and non-professional players' engagement history, but overall, the players rated sports similar to football to be significantly more relevant for developing football skills than other sports. The results suggests that spending time in non-football activities did not contribute to present differences in performance attainment in football, but also that potential advantages of such activities may be related to their characteristics.
Recently, more students have entered Dutch higher education. This is a consequence of the possibility to offer students to enter higher education, with a certificate from senior secondary education (SSVE). In earlier days most students in higher education had passed senior general secondary education (SGSE), or even pre-university education. It is to be expected that these 'new' students approach learning in a different way compared to the 'traditional' students in higher education. The goal of this study was to examine the possible differences between the two groups of students mentioned, and to gain insights in the role possible differences play in the way the two groups of students approach learning. Students' personality characteristics, regulation strategies, learning conceptions and motivational orientations were studied in relation to study approaches. It was assumed that patterns of relations between the variables mentioned would be different for the two groups of students. More specifically, it was expected to find stronger and more crystallised relations between variables within the group of SSVE-students. Indeed, when entering Higer Education, SSVE students scored higher than SGSE students on the personality variables autonomy and conscientiousness; as to their personal orientations on learning and instruction they were more self-test oriented and they scored higher on concrete processing and construction of knowledge. However, the strength and direction of the relations between the variables are the same for both groups. Our findings increase insights into relations between students' personalities and their approaches to learning when entering higher education; this concerns two groups of students from different educational backgrounds. Practically this implies that intake assessments considering personality and self-knowledge might help teachers, coaches and policy makers in advising students how to appraoch learning, when entering higher education. Copyright Elsevier Inc.
LINK
Beweegrichtlijnen geven aan hoeveel beweging nodig is voor een goede gezondheid van jong tot oud. Voor een gezonde leefstijl van kinderen zijn bewegen, samen spelen, samen leren en samen werken van groot belang, maar dat geldt ook voor ouderen. Picoo brengt het belang van bewegen en samenzijn bij elkaar. Dat zorgt voor een goede ontwikkeling van het kind, het welzijn van ouderen en het verstevigen van het bewegen en samenzijn in de maatschappij. Project: Actief Plezier met Picoo: Jong en Oud in Beweging! Vraag: Draagt Picoo bij aan meer beweging en verbinding tussen kinderen en ouderen door samen te bewegen? Doel: Het inzetten van Picoo leidt tot meer samen beweging, waardoor welzijn van ouderen en ontwikkeling van het kind en meer beweging wordt vergroot. Methode: Mixed method observatieonderzoek /survey/kort gesprek Kinderen tot 18 jaar en senioren 65 plus met een zorgvraag T0: kinderen en ouderen krijgen uitleg over het gebruik van Picoo Interventie: Picoo is een controller en spelcomputer ineen, ontwikkeld om kinderen (maar ook volwassen) interactief buiten te laten spelen.6 Tijdens de actieve games heeft elke deelnemer een eigen controller. De controllers staan met elkaar in verbinding. T1 Tijdens het spel wordt d.m.v. een observatielijst gekeken hoe jong en oud reageren op het samen spelen met Picoo. T2 Na het spel geven kinderen en ouderen door middel van Visual Analogue Scale (smileys) wat hun ervaringen zijn. T3 Na het spel gaan kinderen en ouderen kort met elkaar in gesprek over hun ervaringen Uitvoering: Interdisciplinaire mix van studenten Verpleegkunde, Fysiotherapie, Mens en Techniek en Social Work Eindproduct: Nieuwe testcase en input voor doorontwikkeling Picoo richting verbinding jong en oud. Kennis over mogelijkheden/ervaringen over verbinding door beweging wordt gedissemineerd naar de praktijk en onderwijs. Resultaten worden gerapporteerd en gepubliceerd op relevante sites zoals bijvoorbeeld kenniscentrum sport en bewegen, zorginstellingen en scholen.
Leraarschap van vandaag is veelzijdig en veelvormig. Expeditie Lerarenagenda onderzoekt hoe leraren, teams, scholen, opleidingen en beleid navigeren naar het toekomstig leraarschap van morgen. Adaptief vermogen staat in het onderzoek centraal. Ga mee op expeditie en ontdek hoe het adaptief vermogen van onderwijspersoneel, scholen, opleidingen en beleid versterkt kan worden.Doel De opdracht aan het team is onderzoek te doen naar de professionele kwaliteit van de leraar van vandaag en morgen. We zien leraarschap als een systeem van individuen en organisaties waarbij we de zeven thema’s van de Lerarenagenda 2013-2020 van de overheid (www.delerarenagenda.nl) met elkaar verbinden. Ons onderzoek is innovatief, doorkruist grenzen en zoekt onverwachte verbanden. Resultaten Dit onderzoek loopt. Na afloop vind je hier een samenvatting van de resultaten. Looptijd 01 april 2020 - 01 april 2024 Aanpak We bestuderen adaptief vermogen in de context van drie actuele vraagstukken: Jaar 1: Veranderend beroepsbeeld Jaar 2: Curriculumontwikkeling Jaar 3: Groeiende kansongelijkheid We werken met zeven bouwstenen die zijn gericht op het krijgen van overzicht (wat gebeurt er al?), inzicht (hoe en wat werkt?) en vooruitzicht (werkt het overal?). Elke bouwsteen kijkt op een eigen manier naar het vraagstuk. Samenwerking met kennispartners Het expeditieteam bestaat uit: Ditte Lockhorst, senior projectleider bij Oberon Patricia Brouwer, hogeschoolhoofddocent aan de Hogeschool Utrecht Monika Louws, universitair docent aan de Universiteit Utrecht Marieke van der Pers, postdoctoraal onderzoeker aan de Rijksuniversiteit Groningen en Wageningen Universiteit Bregje de Vries, lerarenopleider en onderzoeker bij de Vrije Universiteit Amsterdam Wouter Schenke, senior onderzoeker bij het Kohnstamm Instituut Amber Walraven, universitair docent aan de universitaire lerarenopleiding aan de Radboud Universiteit Nijmegen Links Website Expeditie Lerarenagenda Website TeacherTappNL
Leraarschap van vandaag is veelzijdig en veelvormig. Expeditie Lerarenagenda onderzoekt hoe leraren, teams, scholen, opleidingen en beleid navigeren naar het toekomstig leraarschap van morgen. Adaptief vermogen staat in het onderzoek centraal. Ga mee op expeditie en ontdek hoe het adaptief vermogen van onderwijspersoneel, scholen, opleidingen en beleid versterkt kan worden.Doel De opdracht aan het team is onderzoek te doen naar de professionele kwaliteit van de leraar van vandaag en morgen. We zien leraarschap als een systeem van individuen en organisaties waarbij we de zeven thema’s van de Lerarenagenda 2013-2020 van de overheid (www.delerarenagenda.nl) met elkaar verbinden. Ons onderzoek is innovatief, doorkruist grenzen en zoekt onverwachte verbanden. Resultaten Dit onderzoek loopt. Na afloop vind je hier een samenvatting van de resultaten. Looptijd 01 april 2020 - 01 april 2023 Aanpak We bestuderen adaptief vermogen in de context van drie actuele vraagstukken: Jaar 1: Veranderend beroepsbeeld Jaar 2: Curriculumontwikkeling Jaar 3: Groeiende kansongelijkheid We werken met zeven bouwstenen die zijn gericht op het krijgen van overzicht (wat gebeurt er al?), inzicht (hoe en wat werkt?) en vooruitzicht (werkt het overal?). Elke bouwsteen kijkt op een eigen manier naar het vraagstuk. Samenwerking met kennispartners Het expeditieteam bestaat uit: Ditte Lockhorst, senior projectleider bij Oberon Patricia Brouwer, hogeschoolhoofddocent aan de Hogeschool Utrecht Monika Louws, universitair docent aan de Universiteit Utrecht Marieke van der Pers, postdoctoraal onderzoeker aan de Rijksuniversiteit Groningen en Wageningen Universiteit Bregje de Vries, lerarenopleider en onderzoeker bij de Vrije Universiteit Amsterdam Wouter Schenke, senior onderzoeker bij het Kohnstamm Instituut Amber Walraven, universitair docent aan de universitaire lerarenopleiding aan de Radboud Universiteit Nijmegen Links Website Expeditie Lerarenagenda Website TeacherTappNL