Het project ‘Creatief MKB Limburg’ is in 2009 o.a. ontstaan vanuit de behoefte van een aantal jonge creatieve ondernemers uit Heerlen aan ondersteuning bij hun ondernemerschap . Ondernemen vereist naast de wil en de bereidheid om risico te lopen in het aan de man brengen van je diensten, ook specifieke kennis en vaardigheden. Niet iedereen is vanzelfsprekend in het bezit van de benodigde kwaliteiten, maar deze ‘creatieve zoekers’ zijn bereid zich te ontwikkelen. In 2009 gaat het project ‘Creatief MKB Limburg’ van start. Hierbij zijn diverse partijen betrokken, waaronder het Lectoraat Toerisme en Cultuur van Hogeschool Zuyd, Gemeente Heerlen en een aantal maatschappelijke organisaties. Zij gaan samenwerken onder leiding van programmaleider Herman Langeveld. Binnen het programmavoorstel worden een drietal deelprojecten gelokaliseerd, en ook de sturing en operationalisering worden vastgesteld. Het project wordt in augustus 2011 afgesloten en levert een aantal resultaten op. Zo is er o.a. door middel van gesprekken met creatieve ondernemers kennis opgebouwd omtrent hun behoeften, hebben bestaande netwerken hun kennis en bereik vergroot, en binnen de Hogeschool is er meer coaching- en trainingsmateriaal voor handen. Creatieve ondernemers uit de kunstensector zijn zich er na het project meer van bewust dat economische en bedrijfsmatige elementen behoren tot het ondernemerschap. Alle projectresultaten komen verder in de uitgave tot uitdrukking.
Het project ‘Creatief MKB Limburg’ is in 2009 o.a. ontstaan vanuit de behoefte van een aantal jonge creatieve ondernemers uit Heerlen aan ondersteuning bij hun ondernemerschap . Ondernemen vereist naast de wil en de bereidheid om risico te lopen in het aan de man brengen van je diensten, ook specifieke kennis en vaardigheden. Niet iedereen is vanzelfsprekend in het bezit van de benodigde kwaliteiten, maar deze ‘creatieve zoekers’ zijn bereid zich te ontwikkelen. In 2009 gaat het project ‘Creatief MKB Limburg’ van start. Hierbij zijn diverse partijen betrokken, waaronder het Lectoraat Toerisme en Cultuur van Hogeschool Zuyd, Gemeente Heerlen en een aantal maatschappelijke organisaties. Zij gaan samenwerken onder leiding van programmaleider Herman Langeveld. Binnen het programmavoorstel worden een drietal deelprojecten gelokaliseerd, en ook de sturing en operationalisering worden vastgesteld. Het project wordt in augustus 2011 afgesloten en levert een aantal resultaten op. Zo is er o.a. door middel van gesprekken met creatieve ondernemers kennis opgebouwd omtrent hun behoeften, hebben bestaande netwerken hun kennis en bereik vergroot, en binnen de Hogeschool is er meer coaching- en trainingsmateriaal voor handen. Creatieve ondernemers uit de kunstensector zijn zich er na het project meer van bewust dat economische en bedrijfsmatige elementen behoren tot het ondernemerschap. Alle projectresultaten komen verder in de uitgave tot uitdrukking.
Ongelijke behandeling bij financieringsaanvragen en daarmee beperkte toegang tot financiering is voor vrouwelijke founders de belangrijkste barrière om te internationaliseren. Investeerders stellen vaak hun belang boven dat van de ondernemer en hebben een conservatieve insteek waar het gaat om investeren in bedrijven van vrouwelijke founders die internationaal willen groeien. In een vraagarticulatieproces gaven vrouwelijke founders aan dit als remmend ervaren: investeerders zouden vaak ‘een korte termijn visie hebben, en op vernuftige wijze, founders uit hun eigen bedrijf te ‘ontslaan’ en zelf verder gaan met het concept’. Dit vroegtijdig ‘ontzielen’ van bedrijven heeft op de lange termijn een averechts effect omdat deze bedrijven vaak niet succesvol blijken. Er is behoefte aan: 1. Inzicht in.de belangen van investeerders versus die van vrouwelijke founders 2. Meer bewustwording hoe er wordt aangekeken en omgegaan met vrouwelijke founders Daarom onderzoeken we: • De motieven van vrouwelijke ondernemers om internationaal te groeien • De knelpunten die zij ervaren bij het zoeken naar financiering/investeringen voor internationale groei • De motieven en belangen van investeerders om in vrouwelijke founders te investeren om de volgende onderzoeksvraag te beantwoorden: In hoeverre bestaat er een kloof tussen de belangen van vrouwelijke founders en die van investeerders? En daarmee : 1. Inzicht te ontwikkelen in de door vrouwelijke founders ervaren mismatch tussen hun belangen en die van investeerders 2. Een consortium voor een vervolgtraject te ontwikkelen dat voortbouwt op inzichten uit dit onderzoek om bovengenoemde mismatch op te lossen, 3. bijvoorbeeld door ontwikkeling van een "Gender due dilligence" met daarin nieuwe criteria die recht doen aan internationaliseringsambities van vrouwelijke founders. We sluiten aan bij de Kennis en Innovatieagenda van de missie Maatschappelijke Verdienvermogen en bouwen voor op eerder onderzoek van het HvA-brede lectoraat Entrepreneurship-. Het consortium bestaat uit Hogeschool van Amsterdam, Van Weerden BV en vertegenwoordigers van vrouwelijke ondernemersnetwerken, investeerders en investmentcoaches
De grootste uitdaging voor broccolitelers is het vinden van (tijdelijk) personeel voor onder meer de oogst. Dit werk is zwaar en belastend en mensen hiervoor zijn op de (inter)nationale markt steeds moeilijker te vinden. Daarnaast worden telers geconfronteerd met een toenemende druk om het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen terug te dringen. Precisietechnologie en data worden gezien als oplossingen, maar de telers hebben behoefte aan praktijkkennis en ervaring en een toetsing op economische haalbaarheid van deze oplossingen. Er bestaan machines voor het mechanisch oogsten van broccoli. Deze machines houden echter geen rekening met de grootte van de kroon, maar oogsten alle planten, ook die met een onvolgroeide kroon. Daardoor kan slechts 50% van de geoogste broccoli op de versmarkt worden afgezet. De overige 50% wordt niet op de markt gebracht, wat de kostprijs voor de telers sterk verhoogt. Bovendien heeft deze 50% wel alle behandelingen ondergaan met gewasbeschermingsmiddelen en bemesting. In dit project onderzoeken we de technische en economische haalbaarheid van een machine die selectief broccoli ’s met de juiste maat kan oogsten. Daardoor kunnen kleinere broccoli ‘s blijven staan en uitgroeien tot volwaardige planten, die in een latere ronde worden geoogst. Hierdoor is er over het geheel minder uitval, een hogere opbrengst en minder verspilling van (omgevingsbelastende) middelen mogelijk. Het initiatief voor dit project komt voort uit Vollegrondsgroentenet (www.vollegrondsgroentenet.com), een ondernemersnetwerk gericht op de teelt van vollegrondsgroente. Dit netwerk wordt ondersteund door AgriConnect, een initiatief van LTO Noord en LLTB. Het onderzoek richt zich naast het selectief oogsten ook op het in kaart brengen van andere toepassingen van precisielandbouw in de broccoliteelt: 1. Selectief bemesten 2. Seletief wieden 3. Selectief spuiten 4. Selectief bewateren.