Service of SURF
© 2025 SURF
Het afgelopen decennium is sport steeds meer veranderd van een activiteit meteen intrinsiek doel naar een middel om andere doelen na te streven. Niet alleenindividuele sporters willen afvallen, gespierder worden of juist gezonder, ookde overheid verwacht van verenigingen dat zij maatschappelijke taken uitvoeren.Verenigingen worden geacht de leefbaarheid in de wijk te vergroten doorsociale cohesie en integratie te bevorderen. Ook worden verenigingen geachtmensen te stimuleren aan sport te doen. Er wordt vaak geparticipeerd in sportstimuleringsprojecten om specifieke doelgroepen aan het sporten te krijgen en te houden. Hierbij komt dat de overheid ontdekt dat de lange termijn effecten van veel sportstimuleringsprojecten momenteel te beperkt zijn. Om te komen tot duurzame sportstimulering, lijkt de bal te liggen bij de maatschappelijk verantwoorde sportvereniging.
full text beschikbaar met HU account Hoofdstuk 23 in Justitiele Interventies. In hoofdstuk 4 zijn drie kenmerken van het werk van de Jeugdreclassering belicht: het gedwongen kader waarbinnen moet worden gewerkt, de hantering van het delict als rode draad en het gebruik van het delictscenario. Een voortdurend terugkerend onderwerp was het vraagstuk van het motiveren van jongeren in een gedwongen kader. In dit hoofdstuk wordt verder ingegaan op dit vraagstuk in het kader van maatregelen van jeugdreclassering. We beginnen met een eerste relevant aspect, dat in de literatuur wordt aangeduid als reactance, ofwel weerstand tegen het gedwongen kader, tegen het verlies van vrijheid. Vervolgens wordt verder ingegaan op het ‘transtheoretisch model’ van Prochaska en DiClemente en de recente discussie daarover, en er wordt aandacht besteed aan enkele aspecten van het begrip motivatie specifiek in het kader van de jeugdreclassering. We wijzen ten slotte op het belang van het perspectief van de levensloop voor een adequate aanpak van het motivatievraagstuk.
MULTIFILE
In het kader van dit RAAK-onderzoek is een literatuurstudie gedaan naar de rol van motivatie bij financiële educatie. De centrale vraag voor het onderzoek was: In hoeverre dragen de interventies in de budgetcursus Grip op de Knip van MEEAZ bij aan vergroten van de motivatie v an de deelnemers en het verminderen van uitval uit deze training en een verbetering van de duurzame toepassing van hetgeen in de training geleerd wordt? In dit rapport worden de uitkomsten van het onderzoek beschreven en de succesfactoren als het gaat om het vergroten van de motivatie voor de budgettraining van MEEAZ gepresenteerd.
Gezien de klimaatproblematiek wordt Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) steeds belangrijker. Bedrijven zijn op zoek naar praktische invulling van dit begrip. Hergebruik van grondstoffen is daarin een belangrijk uitgangspunt. In de meeste kantoorgebouwen wordt het bioafval niet gescheiden van het restafval, in tegenstelling tot in huishoudens. Redenen hiervoor zijn ongemakken zoals geur, schoonmaken en frequent legen van de bakken. Daarnaast verwachten veel mensen dat de hoeveelheid bioafval uit kantoorgebouwen klein is, maar uit verkennend onderzoek is gebleken dat in kantoorgebouwen bijna net zo veel bioafval per persoon wordt geproduceerd als in huishoudens. Echter, de kantoor/bedrijfsomgeving verschilt met de thuisomgeving, omdat er in kantoren een andere betrokkenheid en gedeelde verantwoordelijkheid is voor de afvalscheiding. Om gescheiden inzamelen van bioafval succesvol te laten zijn is duurzame betrokkenheid van de gebruikers nodig. Het doel van dit project is dan ook om samen met drie verschillende type bedrijven op het businesspark een bioafval scheidingssysteem op te zetten die werkt voor hen. Om het gescheiden inzamelen van afval op een duurzame manier te organiseren is de volgende onderzoeksvraag geformuleerd: “Op welke manier kan, voor de verschillende type bedrijven, bioafval het best worden gescheiden?” Door naar de eisen en wensen per type bedrijf te luisteren, wordt per bedrijf de juiste strategie gekozen om medewerkers te blijven motiveren om bioafval te scheiden en een efficiënt en hygiënisch systeem inclusief transport naar de composteerder ontwikkelt. Succesfactoren worden vertaald in ontwerprichtlijnen per bedrijfstype die relevant zijn voor andere bedrijven die bioafval willen gaan scheiden.
Er zijn manieren om met behulp van moderne technologie, namelijk chatbots, startende docenten te ondersteunen in de eerste jaren van hun werk. Deze veelbelovende mogelijkheid willen we in de praktijk verkennen en beproeven. Begeleiding van startende docenten op de scholen staat onder druk door het lerarentekort. Startende docenten staan regelmatig voor de uitdaging om zelf te zoeken naar aanvullende kennis over lastige situaties die ze tegenkomen zoals: orde houden in de klas en motiveren van leerlingen. Omdat adequate begeleiding niet altijd voorhanden is willen we onderzoeken of een chatbot voor startende docenten op het gebied van pedagogisch-didactische vaardigheden een bijdrage kan leveren in de begeleiding van startende docenten. Vragen waar we antwoord op willen krijgen zijn: Naar welke kennis zijn startende docenten op zoek en welke formuleringen gebruiken startende docenten om hulp te vragen? Om dit project te kunnen uitvoeren is een consortium van meerdere partijen gecreëerd omdat voor het ontwikkelen van een chatbot kennis en expertise uit verschillende domeinen nodig is zoals onderwijskunde, Conversational Interfaces en ICT. Dit consortium bestaat uit de lerarenopleiding van de Hogeschool Utrecht, twee opleidingsscholen in de regio en Helpr. Dit project levert als eindproduct een werkende versie van een chatbot voor startende docenten in het VO op het gebied van pedagogisch-didactische vragen en een evaluatie onder zowel begeleiders/coaches en startende docenten inzake de ervaring met deze chatbot. Na dit project wordt besloten om wel of niet door te gaan met het doorontwikkelen van deze chatbot en deze breed in de praktijk in te zetten voor ondersteuning van startende docenten in het VO en mogelijk ook in het primair en hoger onderwijs.
Bewindvoerders zijn professionals die als wettelijke taak hebben om de financiële belangen van hun cliënten onder bewind te beschermen. Dit gaat om mensen die tijdelijk of blijvend niet in staat zijn om zorg te dragen voor hun financiën vanwege uiteenlopende redenen, zoals psychische problematiek, dementie maar ook schuldenproblematiek. De afgelopen jaren is het aantal mensen dat vanwege de grondslag schulden onder bewind staat fors gestegen. Mede hierdoor hebben bewindvoerders in 2014 de taakstelling gekregen om de financiële (zelf)redzaamheid van cliënten te bevorderen met als doel dat cliënten weer zelfstandig hun financiën kunnen beheren (dit heet uitstroom). Om dit proces te bevorderen werken gemeenten en bewindvoerders steeds vaker samen om burgers te ondersteunen bij duurzame uitstroom uit (schulden-)bewind. Mede door deze ontwikkelingen heeft het lectoraat Armoede Interventies (Hogeschool van Amsterdam) in nauwe samenwerking met de praktijk van bewindvoering de afgelopen twee jaar een coachingstool ontwikkeld die bewindvoerders ondersteunt bij het vergroten van de financiële vaardigheden van hun cliënten. Bij de toepassing van deze tool lopen bewindvoerders er echter tegenaan dat zij niet goed weten hoe zij hun cliënten kunnen motiveren aan de slag te gaan met de eigen financiële vaardigheden. Uit onderzoek in de schuldhulpverlening is bekend dat het effectief aanspreken van de motivatie van cliënten een aanzienlijke rol speelt bij het duurzaam en weer succesvol zelfstandig voeren van de financiële administratie. Een effectief bewezen methode die in de schuldhulpverlening wordt gebruikt om cliënten te motiveren is Motiverende Gespreksvoering (MVG). In dit project ontwikkelen onderzoekers van het lectoraat Armoede Interventies samen met bewindvoerders een prototype van een coachingstool waarin technieken uit MVG integraal worden opgenomen. Dit prototype vormt de basis voor een vervolgonderzoek waarin de tool wordt geïmplementeerd en geëvalueerd opdat bewindvoerders een onderbouwde en bruikbare tool hebben om hun cliënten succesvol te motiveren en te coachen richting financiële (zelf)redzaamheid.