Service of SURF
© 2025 SURF
Middelbare scholieren spellen beter dan bassisschoolleerlingen, dit is de uitkomst van onderzoek.
Het JeugdSynergiePlan beschrijft de wijze waarop er bij verenigingen door een effectieve samenwerking tussen de verschillende stakeholders meer kan worden bereikt voor iedereen. De belangrijkste samenwerkende partijen (stakeholders) bestaan uit de leden, de ouders en vrijwilligers, de verenigingen, de bonden, de overheid, de zorgverzekeraars, de sponsors en de zakelijke dienstverleners. Speerpunt vormt de kwetsbare groep van middelbare scholieren voor wie er in praktijk te weinig aandacht bestaat. Door de samenwerking waarbij de partijen gebruik gaan maken van elkaars sterktes en kansen ontstaat er synergie: het effect van de samenwerking is groter dan wat iedere partij afzonderlijk had kunnen bereiken. In het rapport komen theorie en praktijk bij elkaar. De theorie inzake synergie wordt op een unieke manier beschreven en verduidelijkt. Ook staan er veel unieke oplossingen beschreven in het rapport waarmee synergie in praktijk kan worden uitgevoerd. Er wordt meer bereikt en er worden kosten bespaard. Het rapport biedt dan ook grote winstmogelijkheden voor de leden, voor de verenigingen, voor de overheid, de jeugdzorg, het onderwijs, voor de zakelijke dienstverlening; kortom de hele maatschappij. Belangrijke zaken komen eerst en daarom gaat welzijn boven welvaart en een pro-actief beleid gaat voor restrictief beleid. Dat kan allemaal met dit model! Vast staat dat de jeugd een enorme potentie heeft voor velen. Hier groeien de toekomstige winnaars voor 2028, maar hier groeien ook de toekomstige werknemers, politici, uitvinders. Doorzettingsvermogen, discipline, ijver en sociale vaardigheden vormen aspecten die we in het verenigingsleven kunnen stimuleren. Maatschappelijke doelstellingen als integratie, armoedebeleid en gezondheid, zijn daarmee te sturen vanaf het speelgras en het honk. Het kind en de vereniging kunnen hiermee uitgroeien tot het maatschappelijk goud en het olympisch vuur.
MULTIFILE
De Maatschappelijke Waarde van Fietsen Elektrische fietsen worden steeds populairder, zowel voor personen als voor vracht. Moderne e-bikes worden daarnaast steeds krachtiger waardoor de benodigde spierkracht ten opzichte van de elektromotor afneemt. Hiermee wordt het verschil tussen volledig elektrisch aangedreven voertuigen en e-(bak)fietsen steeds kleiner. Twee fietsfabrikanten, Van Raam en Nijland Cycling, krijgen regelmatig vragen over het ontwikkelen van voertuigen zonder trapaandrijving. Voor deze bedrijven, met een lange traditie in fietsenbouw, is het moeilijk inschatten in hoeverre een transitie naar 100% elektrisch zal doorzetten naast de markt voor fietsen met trapondersteuning. Vandaar dat men op zoek is naar de maatschappelijke meerwaarde, nu en in de toekomst, voor trapondersteuning, zowel voor personen als voor vrachtfietsen. Ontwikkeling en innovatie op een nieuw terrein (volledig elektrische aandrijving) kan interessant zijn, maar mocht blijken dat de huidige trend van het fietsen in de toekomst zal doorzetten, dan zullen deze bedrijven zich blijven richten op de doorontwikkeling van hun bestaande productlijnen. De verwachting is dat energieverbruik en gezondheid de meerwaarde voor fietsen zullen bepalen. Het doel van dit onderzoek is daarom om beter zicht te krijgen op de vraag wat de maatschappelijke waarde van fietsen is t.o.v. volledig elektrische aandrijving en wat dit betekent voor de fietsindustrie. De centrale vraag die zal worden beantwoord is: Hoe kan de maatschappelijke meerwaarde van fietsen (voor nu en de toekomst) worden bepaald en wat is dan de specifieke bijdrage van de spierkracht in ritten op een voertuig met trap-ondersteuning. Het resultaat is een eerste indicatie van de bijdrage van fietsers aan de energieprestatie en zullen aanbevelingen worden gedaan hoe een en ander kan worden vertaald naar gezondheidsclaims en andere maatschappelijke belangen. Deze zijn van belang bij het maken van een ontwerp voor een Maatschappelijke Kosten baten Analyse voor de fiets. (woorden samenvatting: 292; projectvoorstel: 1408 (t/m hoofdstuk 7))
Het doel van dit project is om de Maastrichtse VO-instelling Porta Mosana College en haar leerlingen inzicht te geven in de leeruitkomsten van het Global Exploration-project. Dit willen we doen door een meetinstrument dat eerder door het lectoraat International Relationship Management (Zuyd Hogeschool) en marktonderzoekbureau Etil is ontwikkeld voor het hoger onderwijs, aan te passen aan de nieuwe doelgroep van middelbare scholieren. De verwachte projectuitkomsten zijn: Een eerste analyse van de internationale leeruitkomsten van het Global Exploration-project bij Porta Mosana met een bijhorende rapportage, zowel op individueel als op instellingsniveau. Een aangepast meetinstrument dat kan worden gebruikt om op bredere schaal leeruitkomsten te meten van internationaliseringsactiviteiten in het voortgezet onderwijs. Een concreet stappenplan voor een nieuwe, grootschaligere projectaanvraag. Deelname aan een wetenschappelijke bijeenkomst met onderwijsprofessionals, beleidsadviseurs en onderzoekers in Nederland waarin de uitkomsten van dit project en de lange-termijndoelstellingen ervan toegelicht worden. Inzicht in de leeruitkomsten van internationaliseringsactiviteiten zoals Global Exploration is belangrijk, omdat het (1) scholen helpt om betere beleidskeuzes te maken ten aanzien van internationalisering, (2) leerlingen helpt om de meerwaarde van internationale ervaringen voor hun persoonlijke ontwikkeling onder woorden te brengen en (3) wetenschappelijke inzichten oplevert die toegepast kunnen worden bij de inrichting van een doorlopende internationale leerlijn in het primair, voortgezet en hoger onderwijs. Deze leerlijn kan op zijn beurt weer een grote bijdrage leveren aan de ontwikkeling van 21st century skills zoals samenwerken met anderen en omgaan met mensen met een andere culturele achtergrond, die cruciaal zijn in een maatschappij die diverser wordt en waarin grenzen tussen landen en regio’s vervagen.
Vaak vinden middelbare scholieren het lastig te spreken in de vreemdetaalles. Ervaring leert dat dramatechnieken (bijvoorbeeld rollenspellen) hierbij kunnen helpen. We ontwikkelen een training voor vreemdetaaldocenten waarin ze leren om dramatechnieken in hun lessen te gebruiken.