Service of SURF
© 2025 SURF
Het project Online tools voor de jeugdprofessional wil professionals voorzien van direct toepasbare tools op het gebied van online hulp- en dienstverlening, opdat zij goede toegang kunnen bieden tot faciliteiten op het gebied van zorg en welzijn. Onder jeugdprofessionals verstaan we alle beroepskrachten die in contact komen met jeugd en gezinnen: van kinderopvangmedewerkers tot huisartsen, van sportleraren tot muziekdocenten, van pedagogen tot sociaal verpleegkundigen. Studenten van Zuyd en Fontys Hogeschool Pedagogiek werken onder begeleiding van docenten aan dit project. Daarnaast waren enkele projectleden actief in het uitvoeren van bevragingen bij jeugdprofessionals. Fase 1 liep van september 2014-december 2014. In deze periode zijn plm. 150 online tools beschreven, 9 factsheets geplaatst en 90 jeugdprofessionals gesproken over de knelpunten en kansen in het werken met online tools. Dit levert stof voor het maken van o.a. nieuwe factsheets. Zie het rapport voor meer informatie en details. In Fase 2 (2015) ligt het accent op onderzoek naar diverse aspecten van het gebruik van online tools, waaruit meer factsheets voortkomen, en focus groep gesprekken om de voorwaarden voor acceptatie van het werken met online tools te verhelderen.
Als jeugdprofessional leer je door regelmatig op je ervaringen te reflecteren. Voor die reflectie bewandel je een pad waarop je jezelf allerlei vragen kunt stellen. De antwoorden die je vindt, verrijken je inzicht en maken je een evenwichtiger professional.
MULTIFILE
Het welbevinden van de Nederlandse jeugd staat onder druk. Jeugdprofessionals die dagelijks werken aan vorming, begeleiding, preventie en behandeling van jonge mensen, zien zich daarin geconfronteerd met de nodige uitdagingen. Aangezien kennis en protocollen ontoereikend zijn in het komen tot adequaat handelen, is het van belang te exploreren wat ‘praktische wijsheid’ van individuele professionals hierin kan betekenen. Data uit acht open interviews, met inzet van de rich pictures methode, zijn geanalyseerd om te onderzoeken wat praktische wijsheid in het jeugddomein behelst. Dit toonde aan dat professionals komen tot het juiste handelen in knellende situaties door het eigen morele kompas als belangrijke richting gever te gebruiken. Het handelingsrepertoire is rijk en loopt uiteen van het volgen van intuïtie en wendbaarheid tot het gebruikmaken van kennis en zelfkennis. Het is van belang dat organisaties ruimte maken voor wat professionals al doen hieromtrent, maar ook dat (gezamenlijke) reflectie wordt gefaciliteerd. Elementen uit onze onderzoeksmethode lijken hierbij behulpzaam te kunnen zijn.
De Wet passend onderwijs (2014) zou er voor moeten zorgen dat alle kinderen een goede onderwijsplek krijgen. Echter, voor leerlingen met autismespectrumstoornis (ASS) die substantiële ondersteuning nodig hebben, is dat lastig te realiseren. Zij laten problemen zien in hun betrokkenheid bij de leertaak, wat gerelateerd is aan lage schoolprestaties en voortijdige uitval. Deze leerlingen hebben baat bij een goede gezamenlijke ondersteuning van leerkracht en jeugdprofessional. Echter, leerkrachten hebben weinig kennis en ervaring met ASS om de juiste ondersteuning te kunnen bieden. Jeugdhulpverleners, die op school ingezet worden, zijn onvoldoende op de hoogte van wat er vanuit het onderwijs moet gebeuren. Leerkrachten en jeugdhulpverleners kunnen elkaar versterken, maar er is nog te vaak sprake van figuurlijke afstand en gebrek aan verbondenheid. Professionalisering is nodig, gericht op het versterken van het handelen van leerkrachten en jeugdhulpverleners in de klas en hun interprofessionele samenwerking. Hoe zo’n professionalisering eruit moet zien en hoe leerkrachten en jeugdhulpverleners elkaar kunnen versterken is nog onduidelijk. Er is behoefte aan good practices op dit terrein. Om dit complexe praktijkprobleem op te lossen, maken we gebruik van ontwerponderzoek. We richten ons op de vraag: Hoe draagt een professionaliseringstraject bij aan het versterken van het handelen in de klas en het interprofessioneel samenwerken van leerkrachten en jeugdhulpverleners, zodat zij een integrale aanpak kunnen vormgeven waarmee de betrokkenheid van leerlingen met ASS in de klas wordt vergroot? Daartoe ontwikkelen we een professionaliseringstraject, waarbij we voortbouwen op kennis uit onder andere het vooronderzoek ’T PASST WEL!. We voeren het traject uit en evalueren systematisch de genomen stappen. Het project levert een toepasbaar professionaliseringstraject met (e-)tools rondom good practices voor de (opleidings-)praktijk op. Deze producten bieden onderbouwde en overdraagbare oplossingen voor problemen waar leerkrachten en jeugdhulpverleners tegenaan lopen bij het integraal vormgeven van hun aanpak bij leerlingen met ASS.
Ervaren effectiviteit van opvoedingsondersteuning door 'nieuwe' jeugdprofessionals
Hoe zou de wereld er uitzien als de samenwerking tussen school en Veilig Thuis perfect zou zijn? In het bijzonder voor kinderen die het zwaar te verduren hebben door verwaarlozing, misbruik of mishandeling?Doel In dit onderzoek gaan we na wat de belemmerende en bevorderende factoren bij leerkrachten in het primair onderwijs zijn in hun aanpak van kindermishandeling (denk aan signaleren, melden en het toepassen van de verplichte Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling). Ook onderzoeken we het resultaat van een korte interventie waarbij een Veilig Thuis medewerker een gesprek heeft met de leerkracht over diens knelpunten bij deze aanpak. Daarbij gaan we na of deze aanpak de duur van wel gemelde kindermishandeling kan verkorten. Resultaten Inzicht in de verbeterpunten in de samenwerking tussen Veilig Thuis en primair onderwijs bij het signaleren en melden van (vermoedens van) kindermishandeling. Aanbevelingen aan beleidsmakers, jeugdprofessionals en opleidingen. Publicatie in vakblad voor professionals in het primair onderwijs. Publicatie in een wetenschappelijk tijdschrift Looptijd 01 september 2020 - 01 mei 2022 Aanpak Een medewerker van Veilig Thuis spreekt met de leerkracht op school over de knelpunten die deze leerkracht (of school) ervaart. De bevindingen worden in elk van de betreffende regio’s besproken met de belanghebbende ketenpartners. Ook wordt een bovenregionale expertmeeting gehouden waarin naast de resultaten ook de economische aspecten van deze samenwerking tegen het licht gehouden worden.