Service of SURF
© 2025 SURF
World globalisation drives companies to undertake international expansion with the aim of retaining or growing their businesses. When companies globalize, managers encounter new challenges in making international marketing strategy (IMS) decisions, which are influenced by perceived cultural and business distance between their home- and foreign country. Telkom Indonesia International (Telin) was formed by Telkom Indonesia (i.e. the state-owned company in the telecommunication industry in Indonesia) to engage in international business within a global market. The central question in this study is to what extent do managers’ perceived cultural and business distance between home- and foreign country influence their IMS decisions? A mixed research strategy will be employed by applying qualitative and quantitative methods concurrently. The data collection will involve interviews with CEOs and managers, alongside a web survey to 55 managers of Telkom's. Results suggest important consequences for IMS decisions and emphasizes the need for dialogue on perceptions of cultural and business characteristics of countries.
This article discusses some characteristics of the educational framework of the programme and tries to compare the results of the programme as reported by graduates with the 'professional competencies for Sustainable Development’, as formulated by DHO (the organisation for Sustainable Higher Education in the Netherlands). Because of the strong international character of the programme (students from more than 50 different countries in all continents of the world graduated since 1996), a specific issue of concern is the applicability of the Dutch Sustainable Competences in an international setting, and the implications for the teaching and learning approach. The experiental learning theory and the learning styles as defined by Kolb (1984) and the cultural dimensions as described by Hofstede (2009) are used to check this. Results from short online interviews with graduates all over the world illustrate the results of this comparison.
MULTIFILE
Na de diverse thematieken van de afgelopen jaren Trends en ontwikkelingen in maatschappelijk vastgoed (2011), Onderzoeken en visie (2012), Onderzoeken en perspectieven op maatschappelijk en financieel rendement (2013) en Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (2014) kunnen we de scope van de 8e Barometer Maatschappelijk vastgoed verbreden. Dit hebben we gedaan door (inter)nationaal te kijken naar onderzoek over en ontwikkelingen van maatschappelijk vastgoed en in het bijzonder gemeentelijk vastgoed en zorgvastgoed. Deze internationale ontwikkeling van de Barometer Maatschappelijk Vastgoed wordt door actoren in en rondom maatschappelijk vastgoed gezien als interessant, actueel en belangrijk. Met deze stap van de Barometer beoog ik om vanuit andere contexten en culturen - door bijdragen over andere landen en met buitenlandse auteurs - te kijken naar ons eigen maatschappelijk vastgoed in Nederland en inzicht te geven in de problematiek en oplossingsrichtingen van gemeentelijk vastgoed en zorgvastgoed. Daarbij is een herverkaveling van vastgoedbelangen een gedachtegang voor de toekomst. De internationalisering wordt ook onderschreven door de RICS die wereldwijd actief is vanuit New York, Sao Paulo, London, Brussel, Dubai, New Delhi, Singapore, Hong Kong, Tokyo, Beijing en Sydney. Afgelopen jaar zijn er nog een aantal andere (internationale) ontwikkelingen geweest. Zo verscheen eind 2014 mijn proefschrift Materieel Immaterieel: besturing van woningcorporaties in samenhang met maatschappelijk vastgoed vanuit de RSM Erasmus Universiteit Rotterdam (RSM/EUR), één van Europa’s top business scholen voor het onderwijs en in de top 3 voor toponderzoek. Vanuit het lectoraat zijn we ook een structurele samenwerking met Odisee Hogeschool en Universiteit Brussel aangegaan. Het internationale karakter van het lectoraat in 2015 wordt naast het verschijnen van dit boek ook onderstreept door een drietal presentaties, twee abstracts en een geaccepteerde paper over maatschappelijk vastgoed voor het internationale congres van de European Real Estate Society (ERES) 2015 in Istanbul. De Barometer Maatschappelijk Vastgoed bestaat dit jaar uit vijf delen (I) gemeentelijk maatschappelijk vastgoed, (II) koplopers gemeentelijke vastgoedbedrijven, (III) het Rijksvastgoedbedrijf als referentiekader, (IV) ontwikkelingen in maatschappelijk vastgoed en (V) internationaal onderzoek maatschappelijk vastgoed.
The main aim of the project is to provide new research in the arts by focusing on the concept of the inter-sensorial as an essential text for the creation of art and culture. It is designed to foreground the role of the sensorium as an underpinning source for many aspects of thought and cultural heritage. This project will blend visual arts with applied arts and traditional local traditions, revealing new light on the artistic facets and customs which are usually overlooked.The extended residencies will promote transnational mobility for emerging artists, facilitating international relationships between different artistic and cultural contexts within the EU. This will promote transnational interconnectivity between artists and cultures, creating a resourceful intercultural fertilisation, endorsing cultural diversity, social inclusion and most of all, further research on the intercultural facets.Through the various side-activities to take place during the mobilities of the artists, the project aims to strengthen and develop diverse audiences by producing the necessary elements for a dialogue, illustrating interpretations of rich layers of tangible and intangible heritage and legacies of European countries related to the tradition of sensorial experiences and how they evolved around traditional customs. Furthermore, it also aims to rethink and project new and innovative ways for documenting, preserving and communicating data to different audiences.
De horeca-sector en het toerisme worden zwaar getroffen door de huidige crisis. Omzetschade is historisch groot; tegelijkertijd zijn er vanuit de praktijk veel vragen over hoe nieuwe werkwijzen moeten worden ontwikkeld en toegepast. Voor onze sector voorziet onderzoek in het kader van de Impuls-regeling daarom onmiskenbaar in een grote maatschappelijke behoefte. Hotelschool The Hague (HTH) zet strategisch in op het behoud en de versterking van praktijkgericht onderzoek en op het onderzoekend vermogen van haar studenten. Onderzoekend vermogen is, voor toekomstige afstudeerders in een snel veranderende arbeidsmarkt, door de HTH gedefinieerd als cruciale kernvaardigheid. In dit kader zijn recent de onderwijs- en onderzoeksprogramma’s van de HTH hervormd rond de principes van Design Oriented Research. Door de COVID-19 crisis is de continuïteit van het praktijkgericht onderzoek van de HTH, misschien nog wel meer dan bij brede hogescholen onder druk komen te staan. Met het hier voorgestelde Impuls 2020 bestedingsplan wil HTH de onderzoeksfunctie van haar praktische outlets — haar schoolrestaurants en -hotels— verder versterken zodat deze kunnen worden ingericht en gebruikt als ‘test-beds’ of HTH Labs. De schoolrestaurants en -hotels worden hiermee een faciliteit voor experimenteel, praktijkgericht onderzoek waar in commerciële bedrijven vaak geen mogelijkheid voor is. Dit Impuls 2020 voorstel behelst de visievorming voor de HTH Labs en de netwerkvorming met andere kennisinstellingen en met bedrijven als beoogde afnemers van de kennis die in de Labs ontwikkeld zal worden. Het voorstel voorziet tevens in de uitvoering van 3 pilotstudies die de mogelijkheden van de HTH Labs inzichtelijk maken voor het bedrijfsleven. De Impuls financiering zal uiteindelijk resulteren in een operationele onderzoeksfaciliteit in de schoolrestaurants en -hotels van de HTH, en in drie onderzoeksrapporten met bijbehorende disseminatie-activiteiten.
De samenwerking tussen de onderzoeksgroep FRIA van de Vrije Universiteit Brussel, afdeling oudergeneeskunde van het UMCG Groningen en de onderzoeksgroep (lectoraat) Healthy Ageing, Allied health Care and Nursing van de Hanzehogeschool Groningen is gericht op onderzoek naar bewegingsstoornissen bij veroudering. In het bijzonder wordt gekeken naar paratonic, een bewegingsstoornis bij dementie.The International Joint Research group ‘Move in Age’ concluded in a systematic review that paratonia still is a barely understood and devastating phenomenon in dementia and revealed the urgency of gaining more insight in the pathophysiology. Paratonia, a distinctive change in muscle tone, starts in early stages of dementia and develops further with progress of the disease. Resulting in severe discomfort for patients, but also affecting caregivers since daily care becomes increasingly difficult. It is hypothesized that changes in motor control due to dementia influences peripheral neurological control and biomechanical muscle structures (by crosslinking and inflammation caused by advanced glycation end-products (AGEs).This IJRG started in 2018 and aims to develop a long-term comprehensive research program on movement-related impairments at higher age. The three partners have a strong track record on research in the area of movement-related impairments in older persons; however, each focusing on a specific aspect. In fact, the Frailty in Ageing research group (FRIA) of the Vrije Universiteit Brussel (VUB) is running focused research program on the triad sarcopenia-dynapenia-inflammation with mainly a bio-gerontological and bio-psycho-medical approach; the department of General Practice and Elderly Care Medicine of the University Medical Center Groningen (UMCG) has anongoing research line on the medical aspects of mobility impairments in frail elderly persons and in elderly dementia patients; and finally Research Group Healthy Ageing, Allied Health Care and Nursing of the Hanze University of Applied Sciences Groningen (HUAS) developed a research program on physical, psycho-cognitive and social dimensions of frailty including the functional impact of mobility impairments. In the first 3-5 years, the focus will be on the movement-related impairments that occur in patients with dementia and in specific on paranoia. The programme will be extended towards movement-related impairments in the context of other geriatric syndromes.