Service of SURF
© 2025 SURF
Het artikel gaat in op de ontwikkeling van de hybride leeromgevingen bij mboRijnland. In de looptijd van twee jaar zijn 45 leeromgevingen door het practoraat onderzocht in samenwerking met het lectoraat Beroepsonderwijs. Ook wordt er een doorkijkje gegeven naar de sector Economie.
LINK
Iedere leeromgeving met het werkveld is uniek. Hoewel de uitvoering er anders uit kan zien, afhankelijk van de context van het bedrijf en de daar aanwezige rollen, liggen er dezelfde basisprincipes aan ten grondslag. Het organiseren van het leerproces en het begeleiden van studenten in hybride leeromgevingen vraagt betrokkenheid en inzet van onderwijs- en werkveldprofessionals. Dit artikel geeft inzicht in de opbrengsten van het project Onderzoekend professionaliseren. In dit samen om taken en rollen binnen zeven verschillende hybride leeromgevingen in beeld te brengen.
Wat kunnen open leeromgevingen voor jouw onderwijspraktijk betekenen? In het dynamische landschap van het onderwijs bieden omgevingen zoals living labs, hybride leeromgevingen en interdisciplinaire labs nieuwe mogelijkheden om samen te werken én te leren. Toch zorgen deze samenwerkingsvormen in onderwijswereld af en toe voor verwarring. Lectoraat Teaching en Technology wil met het magazine ‘Open leeromgevingen’, in deze wereld duiken en meer duidelijkheid geven.
Veel mbo-opleidingen kiezen voor praktijkroutes, hybride leeromgevingen en gepersonaliseerde leerroutes. Dit levert dilemma’s op bij de afsluiting van de opleiding. Gebruikelijke examens passen vaak niet meer. Deze opleidingen willen informatie uit het onderwijs laten meewegen in de diplomabeslissing en een mix aan bewijzen gebruiken uit praktijk, werk en andere leeromgevingen.
Het doel van ons SIA RAAK-PRO onderzoek is methodieken ontwikkelen voor het op maat begeleiden van mbo-studenten in hybride leeromgevingen. De directe aanleiding voor dit project zijn vragen van begeleiders uit de beroepspraktijk en van roc’s. In het onderzoek hebben we tot nu toe inzicht gekregen in leerprocessen van studenten en begeleidingsstrategieën van begeleiders in hybride leeromgevingen. Deze inzichten lijken voor veel begeleiders iets toe te voegen aan hun bestaande kennis (fase 1, werkpakketten 1-3). Oorspronkelijk was ook het idee om methodieken te ontwikkelen via ontwerponderzoek (fase 2) samen met special design teams. Daarnaast zou de doelmatigheid van de methodieken voor studenten worden onderzocht. Door de COVID19-crisis zijn de mengvormen van school en werkplek, dus het leren en begeleiden in hybride leeromgevingen, nagenoeg onmogelijk geworden. Veel hybride leeromgevingen liggen stil of nemen geen studenten aan. Daarom hebben we tijd en energie moeten stoppen in het herontwerpen van dit gedeelte van het onderzoek. Omdat de inzichten die wij met het onderzoek ophalen voor veel begeleiders een meerwaarde zijn, hebben we doelmatigheid anders gedefinieerd. We hebben tools gemaakt die begeleiders inzicht geven in leerprocessen én hun eigen begeleiding. Echter, omdat we ons onderzoeksdesign en focus op doelmatigheid hebben moeten aanpassen en omdat de special design teams niet verder kunnen door de pandemie, hebben we als onderzoekers veel werk moeten verrichten. Deze tijd was eigenlijk bedoeld voor kennisbenuttingsactiviteiten. Zoals het er nu uitziet lukt het ons om de methodieken in tools te vervatten en daar de bruikbaarheid van te testen. Maar we zien dat we vervolgens geen tijd en ruimte hebben deze tools en de kennis die daaraan ten grondslag ligt te verspreiden en te verduurzamen. In deze RAAK-Impuls-aanvraag doen we het voorstel hoe we de kennisbenutting van dit project, dat voor begeleiders waardevolle inzichten heeft opgeleverd, alsnog kunnen realiseren via introductieactiviteiten.
Eindhoven en Tilburg zijn welvarende regio's. Maar niet iedereen deelt mee. Uiteenlopende maatschappelijke vraagstukken vergroten de verschillen tussen inwoners en zetten de sociale cohesie in de wijken onder druk. Overheden en professionals zetten programma's in, maar het lukt vaak niet om inwoners te bewegen en transformaties in de wijk te realiseren. Om de maatschappelijke vraagstukken succesvoller aan te pakken wil het consortium de kennis-infrastructuur in de stad versterken. De bestaande Hybride Leeromgevingen (HLO’s) in de wijken worden doorontwikkeld, zodat studenten samen met professionals beter in staat te zijn om vraagstukken van de stad bij inwoners op te halen (vraaggestuurd) in plaats van eigen beroeps- of schoolopdrachten uit te voeren (aanbodgestuurd). Inwoners krijgen hierdoor meer regie over hun eigen vraagstukken. Bovendien worden de HLO's via een nieuw netwerk met elkaar verbonden, zodat ze hun kennis kunnen delen en van elkaar leren. Dit nieuwe kennisnetwerk is de Inclusive Learning Community. Het bestaat uit KennisPunten (de verbeterde HLO's) op fysieke locaties in de wijken en een centraal KennisLab, waar het netwerk wordt beheerd, de kennis wordt verzameld en complexe transdisciplinaire vraagstukken worden aangepakt. In een KennisPunt worden meer studenten ingezet dan in de huidige HLO's, in een multi-level samenwerking met studenten van andere onderwijsinstellingen. Zij werken er nauw samen met wijkinwoners, professionals, docenten en onderzoekers. De KennisPunten worden zo rijke lerende en innoverende omgevingen die volledig in het curriculum zijn ingebed en nieuwe kennis, skills en een includerende attitude genereren. Met behulp van de City Deal Kennis Maken 2023 wil het consortium 12 bestaande HLO's analyseren om via design thinking tot het ideale model voor het KennisPunt en KennisLab te komen. Daarna willen we het model uitrollen naar zoveel mogelijk van de huidige 131 HLO's.