Service of SURF
© 2025 SURF
Websites placing cookies on your computer to track your browsing behavior. TikTok stores your personal data in China. Are you aware of what products, services, and organisations do with your personal data? It is often not obvious. Our digital lives are becoming more and more prominent. We are now meeting each other virtually for work and leisure, and are spotted and traced without our knowledge, both in physical places (public areas and streets) and in virtual spaces. Technology is developing rapidly and policy makers are not able to keep up, resulting in unknown threats for citizens in modern society. Moreover, technology can lead to inequality and exclusion, as demonstrated in the Dutch childcare benefits scandal. The aim of the Inholland Digital Rights Research Team, co-founded by Professors Wina Smeenk, Ander de Keijzer and Ben Wagner, is to focus their work on the social, economic, cultural, communication, design and technological elements that can lead to a digitally responsible society. This means that we want to be part of the debate and research on how technology in our digital age can contribute to the quality of peoples’ lives: how can people benefit from the digital society and how are they hindered, or even worse, excluded from partaking in our digital society. We do this in our research lines, as well as in the sustainable media lab courses and the data-driven minor.
Technological developments go fast and are interrelated and multi-interpretable. As consumer needs change, the technological possibilities to meet those needs are constantly evolving and new technology providers introduce new disruptive business models. This makes it difficult to predict what the world of tomorrow will look like for an organization and that makes the risks for organizations substantial. In this context, it is difficult for organizations to determine what constitutes a good strategy to adopt digital developments. This paper describes a first step of a study with the objective to design a method for organizations to formulate a future-proof strategy in a rapidly changing, complex and ambiguous context. More specifically, this paper describes the results of a sequence of three focus groups that were held with a group of eight experts, with extensive experience as members of the decision making unit in organizations. The objectives of these sessions were to determine possible solutions for the outlined challenge in order to provide direction for continuation and scoping of the following research phases.
MULTIFILE
Wijk- en buurtgericht werken vanuit het perspectief van de burger is een belangrijk uitgangspunt in het sociaal en ruimtelijk domein. Echter, burgerparticipatie is vaak veeleisend en weinig inclusief en eindigen regelmatig in een teleurstelling (Verloo, 2023). Professionals hebben behoefte aan alternatieven om samen te werken met inwoners als gelijkwaardige bron van kennis. Bindkracht10 en het Lectoraat Versterken van Sociale Kwaliteit van de HAN hebben samen hiervoor de ‘Wijkwaardenkaart’ ontwikkeld. Dit is een narratieve gesprekstool voor professionals en wijkbewoners die buurt- of wijkgericht werken. De tool heeft twee onderdelen: de gesprekskaart en de praatplaat. Professionals ervaren dat de praatplaat relatief duur en arbeidsintensief is waardoor de dialoog over de wijkwaarden nauwelijks opgang komt. Deze dialoog is nodig om daadwerkelijk het eigenaarschap van inwoners over hun eigen leefomgeving te vergroten. Daarom willen professionals een digitale tool ontwikkelen die hier meer mogelijkheden toe biedt. Dit doen we samen met sociale professionals van Bindkracht10, woningcorporatie Talis, Frank Los Weer een Los, de wijkraad Venlo-Oost en het Lectoraat Media Design. De centrale vraagstelling is: Hoe kunnen we een digitale tool ontwikkelen voor sociale professionals om inwoners eigenaarschap te laten ervaren over hun eigen leefomgeving? We volgen het ‘design thinking proces’. In het eerste werkpakket verkennen we in een focusgroep de wensen en behoeften voor de digitale tool. We kijken hierbij ook naar toegankelijkheid en inclusie. In het tweede werkpakket werken we in een focusgroep de ontwerpprincipes uit en kiezen we concrete ideeën uit voor het ontwerp. Op basis hiervan wordt een prototype ontwikkeld. In het derde werkpakket testen we dit prototype uit in de Nijmeegse wijk Lindenholt en in Venlo-Oost en evalueren we. Op basis van de evaluatie wordt het prototype aangescherpt. In de laatste fase schrijven we een handreiking en delen we onze kennis en de tool in het netwerk en het onderwijs.
De, bijna oneindige, mogelijkheden van digitale (3D print)technieken prikkelen de geest en zetten aan tot creatief denken. Voorheen onmogelijke vormen worden mogelijk en kunnen op locatie en op maat worden gemaakt. Het (primair) onderwijs ziet grote potentie in 3D (print)technieken als onderwijsthema om structureel en actief mee aan de slag te gaan in de klas, om 21ste Century Skills te ontplooien bij zowel leerkrachten als leerlingen en om als thema in te zetten binnen Wetenschap & Technologie-onderwijs. De onderwijsketen is een cruciale partner in de Human Capital Agenda met haar taak om van jongs af aan kinderen op te leiden tot een moderne professional die kan uitblinken in een snel veranderende innovatie-economie. Met dat doel voor ogen zoekt het primair onderwijs structureel naar manieren om de lesprogramma’s actueel en effectief te houden. Door een toenemend aanbod van 3D (print)technieken en diensten zoeken directies, leerkrachten maar ook het team talentontwikkeling van de Gemeente Enschede naar betrouwbare experts die de scholen advies, begeleiding en (uiteindelijk) professionalisering op maat kunnen bieden. Saxion FabLab Enschede, een publieke moderne makerspace en verbonden aan Saxion Lectoraat Industrial Design, richt zich op de verbinding tussen (HBO) onderwijs, onderzoek en het bedrijfsleven. Sinds de oprichting in 2011 krijgt het FabLab ook structureel vragen vanuit het primair onderwijs (PO) om deze doelgroep hands-on in contact te brengen met moderne (3D) technieken. Waar mogelijk zijn bovengenoemde vragen opgepakt met in samenwerking met scholen en bedrijven. Knelpunten die hierbij naar voren zijn gekomen, zijn dat leerkrachten na de opstart niet weten hoe ze onvermijdelijke technische problemen moeten oplossen en/of het ontbreekt hen de kennis om een volgende verdiepende stap (zelf) te zetten. Gevolg is dat men niet verder komt dan het doen van demonstraties en/of een eerste (simpel) productje, of dat de printers stil in een hoek staan te ver-stoffen. Deze ervaringen uit Enschede zijn in lijn met conclusies van een eerder onderzoek in Flevoland (Van Keulen & van Oenen, 2015) Doel van het traject “3D in de klas” is de bundeling van krachten binnen het consortium rondom de ontwikkeling van uitdagend en uitnodigend Wetenschap & Techniek-onderwijs voor leerling en leerkracht in het primair onderwijs, door leerkrachten te scholen in 3D printen, door lesprogramma’s te ontwikkelen die verder gaan dan het ‘printen van de standaard sleutelhanger’ en door een didactische verbreding te bieden door het koppelen van kennisdomeinen. Het initiatief voor gezamenlijk onderzoek en 3D in de Klas is opgedeeld in drie delen: Deel 1) Mapping the state of the art: leren van eerdere initiatieven en de knelpunten. Deel 2) Doelgroep betrokkenheid in kaart brengen, van leerkrachten en leerlingen, inhoudelijk en organisatorisch. Deel 3) Structurele inbedding, door afstemming op en integratie in de PO-keten. Het voorliggende projectvoorstel beslaat deel 1 van dit traject. Resultaat van dit deelproject hiervan vormt de basis voor deel 2 en 3 in een vervolgtraject, mogelijk in een RAAK-publiek vorm. Saxion FabLab Enschede heeft de afgelopen jaren een actief consortium opgebouwd dat bovenstaande impasse wil doorbreken. Het consortium bestaat naast het FabLab o.a. uit: Saxion Lectoraat Industrial Design en Academie Pedagogiek en Onderwijs, ESV, Stichting Consent, Bètatechtniek, Gemeente Enschede (Team Talentontwikkeling) en het bedrijf LAYaLAY.
Teachers have a crucial role in bringing about the extensive social changes that are needed in the building of a sustainable future. In the EduSTA project, we focus on sustainability competences of teachers. We strengthen the European dimension of teacher education via Digital Open Badges as means of performing, acknowledging, documenting, and transferring the competencies as micro-credentials. EduSTA starts by mapping the contextual possibilities and restrictions for transformative learning on sustainability and by operationalising skills. The development of competence-based learning modules and open digital badge-driven pathways will proceed hand in hand and will be realised as learning modules in the partnering Higher Education Institutes and badge applications open for all teachers in Europe.Societal Issue: Teachers’ capabilities to act as active facilitators of change in the ecological transition and to educate citizens and workforce to meet the future challenges is key to a profound transformation in the green transition.Teachers’ sustainability competences have been researched widely, but a gap remains between research and the teachers’ practise. There is a need to operationalise sustainability competences: to describe direct links with everyday tasks, such as curriculum development, pedagogical design, and assessment. This need calls for an urgent operationalisation of educators’ sustainability competences – to support the goals with sustainability actions and to transfer this understanding to their students.Benefit to society: EduSTA builds a community, “Academy of Educators for Sustainable Future”, and creates open digital badge-driven learning pathways for teachers’ sustainability competences supported by multimodal learning modules. The aim is to achieve close cooperation with training schools to actively engage in-service teachers.Our consortium is a catalyst for leading and empowering profound change in the present and for the future to educate teachers ready to meet the challenges and act as active change agents for sustainable future. Emphasizing teachers’ essential role as a part of the green transition also adds to the attractiveness of teachers’ work.