Dit artikel gaat in op de visie op heil die naar voren komt in het bestverkochte christelijke boek van de afgelopen drie jaar: het dagboek Dicht bij Jezus van Sarah Young. In het dagboek geeft Young boodschappen door die ze van Jezus zegt te hebben ontvangen. De populariteit van het boek laat zich mogelijk verklaren door een voortdurende oproep tot rust en ontspanning. Geen overbodige luxe in onze overhaaste tijd, waarin aan veel mensen hoge eisen worden gesteld. Deze rust is volgens Young te vinden in intimiteit met Jezus. Dat laatste is dan ook de kern van Youngs spiritualiteit: aandacht en focus, gericht op Jezus. Dat maakt Youngs heil sterk mentaal geconcentreerd: zowel de oorzaak als de oplossing voor menselijke problemen is te vinden in het eigen denken. Een schaduwkant daarvan is dat de aandacht primair gericht wordt op het persoonlijk welbevinden, terwijl juist ook het leven in gemeenschap met de kerk en de betrokkenheid op de wereld belangrijke onderdelen zijn van een heilzame christelijke spiritualiteit.
In de rede gaat Ingrid Wakkee in op de veranderende aard van het ondernemerschap vanuit een social-embeddedness-perspectief. Ze gaat in op de toenemende populariteit van het zelfstandig ondernemerschap en bespreekt ook hoe de organisatie van het ondernemerschap verandert: ondernemingen blijven kleiner, worden meer experimenteel van karakter, werken meer samen maar overleven ook korter.Deze ontwikkelingen vertaalt zij vervolgens naar drie onderzoekslijnen, te weten: collaborative entrepreneurship, entrepreneurial failure & recovery en entrepreneurship education & support.Tot slot beschrijft zij hoe ze via het lectoraat en het Programma Ondernemerschap een bijdrage wil leveren aan de hogeschool en haar stakeholders.
In de rede gaat Ingrid Wakkee in op de veranderende aard van het ondernemerschap vanuit een social-embeddedness-perspectief. Ze gaat in op de toenemende populariteit van het zelfstandig ondernemerschap en bespreekt ook hoe de organisatie van het ondernemerschap verandert: ondernemingen blijven kleiner, worden meer experimenteel van karakter, werken meer samen maar overleven ook korter.Deze ontwikkelingen vertaalt zij vervolgens naar drie onderzoekslijnen, te weten: collaborative entrepreneurship, entrepreneurial failure & recovery en entrepreneurship education & support.Tot slot beschrijft zij hoe ze via het lectoraat en het Programma Ondernemerschap een bijdrage wil leveren aan de hogeschool en haar stakeholders.
Om een nieuwe economie te realiseren die zowel aardse grenzen respecteert als voorziet in menselijke behoeftes, is nieuw ondernemerschap nodig. Huidige vormen van eigenaarschap belemmeren pionierende ondernemers. Nieuwe vormen van eigenaarschap kunnen deze ondernemers helpen. Steward-Ownership (SO) lijkt hiervoor geschikt en wint bovendien aan populariteit in Nederland. Uit onderzoek blijkt dat SOpositieve effecten heeft voor eigenaren en werknemers, het is echter nog niet bekend of SO ook daadwerkelijk helpt in het realiseren van de transitie naar een duurzame economie en wat de effecten zijn op andere stakeholders. Het doel van dit onderzoek is om uit te zoeken in welke mate en op welke manier bedrijven met SO een bedrage leveren aan de transitie naar de nieuwe economie. De onderzoeksvraag luidt: Welke inzichten levert het beschrijven en evalueren van de Common Good-thema’s bij een aantal SO-bedrijven op over de waarde van SO voor deze en andere MKB-bedrijven die overwegen om SO in te zetten als eigendomsvorm voor hun onderneming? We gebruiken daarvoor de Common Good Matrix (CGM),een gevalideerde methode om brede impact vast te stellen. In het onderzoek wordt samengewerkt met 3 MKB-praktijkpartners, te weten We are Stewards, Bord & Stift en NCR. Dit onderzoek is een verkennend onderzoek. Op basis van de uitkomsten zal een meerjarig onderzoeksproject worden opgesteld, om de betekenis van nieuwe vormen van eigenaarschap voor de nieuwe economie te onderzoeken.
Door de populariteit van speciaalbieren is de vraag naar hop gestegen en met name de vraag naar soorten hop die niet op grote schaal worden geteeld. Het idee is om deze hop te gaan telen in een urban farm. De voordelen zijn dat je nu jaarrond verse hop of zoals op de fles vermeld staat ‘wet hops’ kan telen, de opbrengst per vierkante meter stijgt en er een constante en betere kwaliteit te waardborgen is. Light City Hops wil met dit onderzoeksvoorstel een teeltprotocol ontwikkelen voor een urban hop farm en een marketing strategie opstellen.
Thermoplast composiet (TPC) materialen worden in toenemende mate toegepast door de industrie. Van dit materiaal wordt gepromoot dat het goed recyclebaar is, echter wordt dit nog niet op grote schaal gedaan. Terwijl door de toename in populariteit, er juist meer reststromen beschikbaar komen. Op korte termijn in de vorm van productieafval en op de lange termijn in de vorm van End-of-Life materiaal. Tijdens de productie van TPC-onderdelen is al snel 1/3 van de materiaalstroom productieafval. Bestaande recycle initiatieven maken vaak gebruik van een chemisch of thermische oplossing, hierbij gaat het matrix materiaal verloren. Terwijl ook in dit deel van het composiet waarde zit. Daardoor kwam vanuit de industrie een toenemende vraag naar een recycleproces waarbij zowel de vezels als het materiaal behouden zou kunnen blijven. In het RAAK PRO project ‘TPC-Cycle – Duurzaam hergebruik van Thermoplastische composiet materialen’ is door twee promovendi onderzoek verricht naar processen om deze thermoplastische composieten te recyclen. Dit is gedaan in directe samenwerking met verschillende kenniscentra en projectpartners. Het TPC-Cycle project heeft zich gericht op het vinden van een oplossing voor een kosteneffectieve manier om postindustrieel TPC-afval te her verwerken. De volgende aspecten zijn opgeleverd tijdens dit project: Een waarde cirkel voor thermoplastische composieten. Hierbij is gekeken naar de uitdagingen die zich voordoen bij het verwerken van deze materiaalsoorten, en zijn er richtlijnen opgesteld voor de verwerking van TPC-materialen. Een recycling route is opgezet op lab schaal. Met deze opstelling kan het volledige proces doorlopen worden. Daarnaast zijn er demonstrators ontworpen en geproduceerd voor de industrie, om de mogelijkheden van het ontwikkelde proces te demonstreren.