Service of SURF
© 2025 SURF
Zelf gegenereerde gezondheidsinformatie speelt steeds vaker een rol in het zorgproces. Deze trend komt enerzijds door het gemak waarmee mensen zelf met wearables en apps data over zichzelf kunnen verzamelen. Anderzijds wordt deze trend door zorgverleners en de overheid gestimuleerd om de klinische observaties met data uit de thuissituatie te kunnen verrijken, of omdat door reorganisatie of bezuiniging zelfmanagement is gewenst. Ondanks positieve verwachtingen is er nog weinig onderzoek gedaan naar de implementatie en effectiviteit van zelfmeting en hieraan gerelateerde producten en diensten.
Comparisons of visual perception, response-selection, and response-execution performance were made between Type 2 diabetes mellitus patients and a matched nondiabetic control group. 10 well-controlled male patients with Type 2 diabetes without diabetic complications (M age 58 yr.) and an age and IQ-matched non-diabetic control group consisting of 13 male healthy volunteers (M age 57 yr.) were included. Significant differences were found only between the two groups on response-selection performance, which concerns the selection and preparation of an appropriate motor action.
(1) Background: Recent research showed that subtypes of patients with type 2 diabetes may differ in response to lifestyle interventions based on their organ-specific insulin resistance (IR). (2) Methods: 123 Subjects with type 2 diabetes were randomized into 13-week lifestyle intervention, receiving either an enriched protein drink (protein+) or an isocaloric control drink (control). Before and after the intervention, anthropometrical and physiological data was collected. An oral glucose tolerance test was used to calculate indices representing organ insulin resistance (muscle, liver, and adipose tissue) and β-cell functioning. In 82 study-compliant subjects (per-protocol), we retrospectively examined the intervention effect in patients with muscle IR (MIR, n = 42) and without MIR (no-MIR, n = 40). (3) Results: Only in patients from the MIR subgroup that received protein+ drink, fasting plasma glucose and insulin, whole body, liver and adipose IR, and appendicular skeletal muscle mass improved versus control. Lifestyle intervention improved body weight and fat mass in both subgroups. Furthermore, for the MIR subgroup decreased systolic blood pressure and increased VO2peak and for the no-MIR subgroup, a decreased 2-h glucose concentration was found. (4) Conclusions: Enriched protein drink during combined lifestyle intervention seems to be especially effective on increasing muscle mass and improving insulin resistance in obese older, type 2 diabetes patients with muscle IR.
Voetproblemen komen frequent voor bij mensen met diabetes mellitus. De verstoorde stofwisseling bij diabetes mellitus kan in de voeten schade aan zenuwen en bloedvaten, en beperkte gewrichtsbeweeglijkheid veroorzaken. Hierdoor ontstaat een afwijkend gangpatroon met hoge lokale druk onder de voeten en een verminderde sensorische terugkoppeling. Dit geeft een verhoogd risico op het ontstaan van een voetwond. Een diabetische voetwond behoort tot de ernstigste complicaties bij diabetes mellitus vanwege de slechte genezingstendens, de intensieve behandeling, het verlies van mobiliteit en kwaliteit van leven, en het grote risico op een amputatie. Preventie van diabetische voetwonden is van groot belang om de impact op de mensen die het ondergaan en het zorgsysteem te beperken. Podotherapeuten spelen, in de eerstelijnszorg, een belangrijke rol in de preventie van voetwonden bij mensen met diabetes mellitus. Voor de organisatie en globale inhoud van deze preventieve voetzorg is de Zorgmodule Preventie Diabetische Voetulcera leidend. Deze zorgmodule is ontwikkeld op initiatief van de Nederlandse Vereniging van Podotherapeuten en is breed geïmplementeerd. Er ontbreekt echter een verdiepende inhoudelijke handreiking voor podotherapeuten ter bevordering van evidence-based handelen. Vanuit het podotherapieveld, en dit consortium in het bijzonder, bestaat er een breed gedragen behoefte aan het beter toerusten van de podotherapeut voor het evidence based en methodisch handelen bij mensen met diabetes mellitus en een verhoogd risico op een voetwond, alsmede het op grote schaal evalueren van de resultaten van dit handelen. Het doel van dit RAAK-MKB project is het ontwikkelen van een methode om podotherapeuten te ondersteunen in het (i) methodisch systematisch uitvoeren en registreren van de preventieve voetzorg bij DM op basis van de beschikbare evidence, en (ii) evalueren van de uitkomsten van de geleverde preventieve voetzorg om daarmee optimalisatiemogelijkheden te identificeren. De resultaten van dit project zullen worden geïmplementeerd in de curricula van de opleidingen podotherapie en in de beroepspraktijk.
Er wordt in de media steeds meer gecommuniceerd over toekomstige behandelingen voor chronische ziektes. Patiënten waarbij huidige behandelingen niet effectief genoeg zijn, worden hier ook aan blootgesteld. Welk effect heeft dit op ze?Doel Het doel van het onderzoek is tweeledig: Wetenschappelijk inzicht krijgen in hoe stemming en gedrag van chronisch zieken afhangen van nieuwsberichten over behandelingen. Praktische handvatten creëren voor de communicatie van nieuwe behandelingen in groepen chronisch zieken. Resultaten Dit onderzoek loopt nog. Na afronding vind je hier een samenvatting van de resultaten. Looptijd 01 november 2015 - 01 augustus 2020 Aanpak We kijken naar de kwalitatieve en kwantitatieve eigenschappen van berichten in media over toekomstige behandelingen. We richten ons hierbij op Diabetes Mellitus type 1 en 2 en de Ziekte van Parkinson omdat over deze ziektes veel gecommuniceerd wordt en de doelgroep relatief toegankelijk en mondig is. We kijken naar (nieuws)berichten in kranten, fora en magazines en onderzoeken de volgende vraagstellingen: Welke trends zijn zichtbaar over aantallen, bronnen en journalistieke genres? In welke fase van onderzoek zitten de besproken therapieën? In hoeverre wordt er overdreven in deze berichten? Welke berichten zorgen voor een snelle verspreiding van informatie, ofwel geruchten? Welke eigenschappen van berichten leiden tot effecten op kennis, emotie en gedrag van de patiënt?
Er wordt in de media steeds meer gecommuniceerd over toekomstige behandelingen voor chronische ziektes. Patiënten waarbij huidige behandelingen niet effectief genoeg zijn, worden hier ook aan blootgesteld. Welk effect heeft dit op ze?Doel Het doel van het onderzoek is tweeledig: Wetenschappelijk inzicht krijgen in hoe stemming en gedrag van chronisch zieken afhangen van nieuwsberichten over behandelingen. Praktische handvatten creëren voor de communicatie van nieuwe behandelingen in groepen chronisch zieken. Resultaten Dit onderzoek loopt nog. Na afronding vind je hier een samenvatting van de resultaten. Looptijd 01 november 2015 - 01 augustus 2020 Aanpak We kijken naar de kwalitatieve en kwantitatieve eigenschappen van berichten in media over toekomstige behandelingen. We richten ons hierbij op Diabetes Mellitus type 1 en 2 en de Ziekte van Parkinson omdat over deze ziektes veel gecommuniceerd wordt en de doelgroep relatief toegankelijk en mondig is. We kijken naar (nieuws)berichten in kranten, fora en magazines en onderzoeken de volgende vraagstellingen: Welke trends zijn zichtbaar over aantallen, bronnen en journalistieke genres? In welke fase van onderzoek zitten de besproken therapieën? In hoeverre wordt er overdreven in deze berichten? Welke berichten zorgen voor een snelle verspreiding van informatie, ofwel geruchten? Welke eigenschappen van berichten leiden tot effecten op kennis, emotie en gedrag van de patiënt?