Augmented Reality (AR) kan de mogelijkheid bieden om chirurgische ingrepen te ondersteunen. Zowel pre-operatief (planning) als gedurende een ingreep kan AR ondersteunend worden ingezet, alsmede voor het trainen van specifieke ingrepen. AR is bekend geworden van devices zoals de HoloLens, maar er zijn meer technische implicaties van deze technologie. De HoloLens en Google Glass zijn head-mounted-displays die virtuele informatie aanbieden in het gezichtsveld van de gebruiker. Toch zijn er ook andere vormen die minder bekend zijn zoals (mobiele) display gebaseerde oplossingen (bekend van bijvoorbeeld Pokémon Go) en 3D-projection mapping, waarbij informatie wordt geprojecteerd op 3D-objecten met speciale beamers. Vragen vanuit de praktijk (MST) laten zien dat de kansen van AR wel worden herkend, maar zich tegelijkertijd beperken tot een klein deel van de technische mogelijkheden, vaak op basis van welk product op dat moment 'trending' is. Het risico hiervan is dat toepassingen blijven liggen (omdat ze buiten de mogelijkheden van een bepaalde techniek vallen) of dat er oplossingen worden ontwikkeld die niet optimaal bij de toepassing passen (ontwikkeld binnen de grenzen van een bepaalde techniek). Het doel van dit project is om kansrijke en haalbare AR-zorgtoepassingen te identificeren. We doen dit door gebruikers (artsen) kennis te laten maken een breed spectrum van AR technieken en bijbehorende toepassingsmogelijkheden, en vervolgens vanuit een gebruikersperspectief een match te maken tussen die technieken en praktische toepassingen.
Textielbedrijven moeten innoveren, instappen in een wereld die in toenemende mate beheerst wordt door Internet Of Things, Domotica en andere Smart producten. Textiel is een perfect platform voor deze connected omgeving: het is als interieur- en vloerbedekking een geaccepteerd onderdeel van onze leefomgeving en is qua structuur zeer geschikt voor integratie met elektrische componenten. Internationale bedrijven als Nike en Adidas pikken dit op, maar ook Google en Apple hebben recente patenten over in textiel geïntegreerde ICT. Nederlandse bedrijven willen hierop inspelen, maar hebben individueel niet de expertise om dit soort innovatieve producten te ontwikkelen. Tien textiel- en elektronicabedrijven, die de hele waardeketen omspannen, ontwikkelen met lectoren, docenten en studenten van Saxion en Fontys de route naar ‘embedded textile’. Doel is dat elektronische componenten direct en precies met deze textiele drager kunnen worden geïntegreerd, waardoor ze kunnen communiceren in en met de omgeving. Productiemethodes die ingezet gaan worden zijn Inkjet printen, 3D weven, technisch borduren, lamineren en Nano-coaten. Het resultaat: een innovatief meerlaags robuust textiel dat functionaliteiten mogelijk maakt als licht, warmte (energie-transitie) en sensing (gezondheid & veiligheid) in producten zoals fotovoltaïsche overkappingen, adaptieve zonwering, slimme vloerbedekking en beschermende kleding. Deze producten stellen bedrijven in staat om in te spelen op dit soort megatrends. Ons doel is minimaal drie demonstrators te ontwikkelen die de praktijktoepassing van embedded textile voor bedrijven inzichtelijk maken. Door de deelname van productiebedrijven uit de gehele voortbrengingsketen is voorzien in evenzoveel relevante business cases. Daarmee staat de nieuwe embedded textieltechnologie midden in de markt van the Internet of Things.
De bouw is een conservatieve (risk-averse) en sterk gefragmenteerde markt. De bouw is echter tevens een grootgebruiker van materialen; 40% van de globale grondstoffen wordt gebruikt voor de realisatie van gebouwen (Ness & Xing, 2017). Ook is de gebouwde omgeving een grootgebruiker van energie met 40 % van het Nederlandse totale gebruik (Klimaatmonitor Rijksoverheid 2019). Meer kennisdeling en optimalisatie is cruciaal, met name ten aanzien van de naoorlogse woningbouwvoorraad. Daar ontstaat de komende jaren momentum in de vorm van de stedelijke vernieuwing, sloop-nieuwbouw, renovatie, verduurzaming en erfgoedbeleid. Kenmerkend van de naoorlogse woningbouw is dat ze destijds in hoog tempo zijn gerealiseerd en gebouwd op sterk gestandaardiseerde manieren. Vele ontwerpbureaus en bouwers hebben in die tijd op grote schaal identieke woningbouwcomplexen in alle delen van ons land neergezet. De kennis over wie wat waar heeft gebouwd is echter niet geregistreerd. Kennis daarover biedt de kans om veel sneller en optimaler opgaven en kansen rondom verduurzaming, circulaire waarde en erfgoedbeleid van deze naoorlogse woningbouw te ontdekken en delen. Een combinatie van AI, ruimtelijk onderzoek en co-research kan dit zoekproces automatiseren. In deze KIEM willen we dit verkennen. We bouwen voort op de AI-methodes en technieken die we in het RAAKmkb project Sensing Streetscapes hebben ontwikkeld. In deze Kiem willen we experimenteren wat de meest efficiënte AI-strategie is. Hierbij werken we met co-research. Ruimtelijk experts uit verschillende vakgebieden worden betrokken om de kenmerken van de woningbouwvooraard te duiden – en zo te helpen in wat AI moet gaan leren. Vak- en praktijk experts van woningbouw verduurzaming, circulaire bouw en erfgoedbeleid betrekken we in een co-researchsessie om potentiele use-cases te verkennen. Hoe kan deze kennis een versnelling voor hun opgaven betekenen? Voor de doorontwikkeling tot volwaardige tools beogen we een RAAKmkb of RAAKpubliek aan te vragen.