Dienst van SURF
© 2025 SURF
Omgaan met combinatieklassen en dan óók nog recht doen aan de onderwijsbehoeften rekenen is een hele toer. Eward Cozijnsen, leerkracht in groep 7/8 en Henk Rietdijk, opleidingsdocent reken-wiskunde, doen verslag van de werkwijze die zij ontwikkelden in een Pedagogische Proefpraktijk waarin mentoren, studenten en opleidingsdocenten samenwerken. Vanuit Handelingsgerichtwerken en inzichten uit de rekendidactiek hebben de auteurs een aanpak ontwikkeld voor combinatieklassen.
De rol van een participatieve ruimte in de ontwikkeling van burgerschap In toenemende mate is in beleid en onderzoek aandacht voor de ontwikkeling van burgerschap, gestimuleerd door de transitie naar een participatiesamenleving. In dit artikel richten we ons specifiek op burgers in de maatschappelijke opvang en geestelijke gezondheidszorg, wiens burgerschap vaak onderontwikkeld is. Pols (2016) pleit voor het inrichten van fysieke ruimten tussen thuis en werk in waar mensen in een kwetsbare positie kunnen werken aan de ontwikkeling van burgerschap, een participatieve ruimte. In dit artikel reflecteren we op de invloed die een participatieve ruimte kan hebben op de ontwikkeling van individueel en democratisch burgerschap, naast het vaker beschreven relationeel burgerschap. Specifiek beschrijven we karakteristieken van een participatieve ruimte die invloed hebben op ontwikkeling van burgerschap. Naast theoretische inzichten gebruiken we empirische data uit een meerjarig participatief onderzoek naar Je Eigen Stek (JES), een zelfbeheerde maatschappelijke opvang voorziening.JES als participatieve ruimte draagt bij aan de ontwikkeling van individueel, relationeel en democratisch burgerschap, al is dat niet voor alle deelnemers in gelijke mate het geval. Participatieve ruimte als concept helpt dat inzichtelijk te maken. De verschillende vormen van burgerschap kunnen elkaar versterken en beperken. Onze analyse brengt een aantal elementen naar voren hoe een participatieve ruimte invloed heeft op ontwikkeling van de verschillende vormen van burgerschap. We vonden ook specifieke aanwijzingen voor het belang van fysieke aspecten van participatieve ruimte in relatie tot de ontwikkeling van burgerschap.Burgers in de maatschappelijke opvang kunnen burgerschap ontwikkelen, mits adequaat gefaciliteerd in een participatieve ruimte. Daarvoor is het belangrijk zowel in onderzoek als praktijk te kijken naar de kwaliteit van een participatieve ruimte.
In tijden van toenemende culturele diversiteit en arbeidsonzekerheid hebben jongeren in Nederlandse en Duitse stadswijken grote behoefte aan richting met betrekking tot hun toekomstige leven. Ouders en leraren lijken zelf vaak te worden overweldigd door de snel veranderende wereld waarin ze leven. Naast deze veranderingen neemt het gebruik van sociale media sterk toe, waardoor de al bestaande generatiekloof nog groter wordt. Deze ontwikkelingen hebben grote gevolgen voor de levensloopperspectieven van jongeren en leiden er vaak toe dat ze meer dan ooit richting zoeken bij hun leeftijdgenoten. In plaats van dit te zien als een problematische situatie, is dit project erop gericht de netwerken van jongeren te gebruiken als bron voor verbetering van de stadswijken. Het basisidee is jonge adolescenten (in de leeftijd van 12-14 jaar) te empoweren via bepaalde leeftijdgenoten die al gerespecteerd, verantwoordelijk en stabiel in het leven staan. Deze ‘homies’ (vier Nederlandse en vier Duitse jongeren) worden getraind en begeleid door experts op het gebied van oplossingsgericht denken en inspirerende communicatie. Daarna gaan de homies aan de slag in hun eigen wijk, waar ze drie maanden actief zullen zijn. De meeste communicatie met hun leeftijdgenoten zal verlopen via mobiele communicatie en sociale medianetwerken. In het begeleidende onderzoek wordt een analyse gemaakt van de leefsituatie van jongeren in de geselecteerde wijken voor en na de tussenkomst van de homies. De homies houden zelf een (mobiel) dagboek bij dat inzicht zal bieden in hoe zij zelf de veranderingen bij de jongeren in hun wijk zien.
In Nederland ontstaan steeds meer initiatieven om zorg- en ondersteuningsaanbod in de wijk te ontwikkelen. Ook voor mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB) met bijkomende problematiek. Het doel van deze initiatieven is mensen zo lang mogelijk te laten functioneren in de eigen thuissituatie en opname in een klinische setting te voorkomen. Het project (Be)Leef in de wijk sloot bij deze ontwikkeling aan. In de praktijk valt op dat mensen met LVB en bijkomende problematiek binnen hun leefomgeving nauwelijks beroep kunnen doen op een belangrijke vorm van therapie, namelijk vaktherapie. Vanwege de handelings- en ervaringsgerichte werkwijze wordt vaktherapie als een waardevolle aanvulling gezien voor mensen met LVB ten opzicht van behandelvormen met een meer verbale insteek. In dit project zijn oplossingen ontwikkeld voor de vraag vanuit de praktijk om vaktherapie beter aan te laten sluiten bij GGZ behandelteams die wijkgericht werken. Deze oplossingen betreffen een indicatiemodel en een verwijs- en behandelroute. Het indicatiemodel bestaat uit drie niveaus van indicatiegebieden voor vaktherapieën bij mensen met een LVB. Met het indicatiemodel kunnen verwijzers gerichter doorverwijzen naar vaktherapie. Met de route kan de samenwerking tussen vaktherapeuten en GGZ behandelteams verbeteren, waarbij verondersteld wordt dat dit een positieve weerslag heeft op de zorg geboden aan mensen met LVB. Deze oplossingen zijn ontwikkeld op basis van input vanuit focusgroepen en interviews en focusgroepen met in totaal 22 vaktherapeuten en 12 professionals uit GGZ behandelteams. De route (inclusief indicatiemodel) is gedurende 20 weken uitgetest in 2 GGZ behandelteams (die meerdere wijken bedienen). De samenwerking met een vaktherapeut werd als waardevol ervaren door de professionals werkzaam in de GGZ behandelteams. De vaktherapeut brengt een nieuw perspectief in dat behandelinhoudelijke en gedetailleerde informatie toevoegt aan het team. Hierdoor wordt de indicatiestelling aangescherpt wat volgens professionals van de behandelteams kan leiden tot een efficiëntere behandeling van mensen met LVB. Verder is er meer aandacht voor een voor de cliënt passende behandellocatie. Deze nieuwe aanpak biedt aanknopingspunten om de kwaliteit van behandeling te verbeteren. Verdere implementatie is hiervoor noodzakelijk. Daarvoor wordt deze Top-up subsidie aangevraagd. Meer info is te vinden via www.kenvak.nl/onderzoek/beleef-in-de-wijk/.