Dienst van SURF
© 2025 SURF
Despite several decades of Sport for All policies, opportunities for sports participation are still unequally divided, with certain socially disadvantaged groups having less access to sports. To reduce this gap, structural efforts are needed. A question that arises is what role nonprofit sports clubs can fulfill in this matter. In this study, first, it is explored how nonprofit sports clubs perceive their role and responsibility towards socially disadvantaged groups and how they act on it. Second, it is investigated which factors predict the presence or absence of efforts from nonprofit sports clubs for lowering barriers. For this second question, we focus on people living in poverty. Data are based on a survey among 580 nonprofit sports clubs throughout Flanders (Belgium). The findings indicate that the human resources capacity of the club is not the main barrier. It is argued that local sports authorities and sports federations have an important part to play in supporting and encouraging sports clubs in terms of social inclusionary policies, for example by instilling awareness.
LINK
Given the recent economic crisis and the risen poverty rates, sports managers need to get insight in the effect of income and other socio-economic determinants on the household time and money that is spent on sports participation. By means of a Tobit regression, this study analyses the magnitude of the income effect for the thirteen most practiced sports by households in Flanders (the Dutch speaking part of Belgium), which are soccer, swimming, dance, cycling, running, fitness, tennis, horse riding, winter sports, martial arts, volleyball, walking and basketball. The results demonstrate that income has a positive effect on both time and money expenditure on sports participation, although differences are found between the 13 sports activities. For example, the effect of income on time and money expenditure is relatively high for sports activities like running and winter sports, while it is lower for other sports such as fitness, horse riding, walking and swimming. Commercial enterprises can use the results of this study to identify which sports to focus on, and how they will organise their segmentation process. For government, the results demonstrate which barriers prevent people from taking part in specific sports activities, based upon which they should evaluate their policy decisions.
Individual and unorganized sports with a health-related focus, such as recreational running, have grown extensively in the last decade. Consistent with this development, there has been an exponential increase in the availability and use of electronic monitoring devices such as smartphone applications (apps) and sports watches. These electronic devices could provide support and monitoring for unorganized runners, who have no access to professional trainers and coaches. The purpose of this paper is to gain insight into the characteristics of event runners who use running-related apps and sports watches. This knowledge is useful from research, design, and marketing perspectives to adequately address unorganized runners’ needs, and to support them in healthy and sustainable running through personalized technology. Data used in this study are drawn from the standardized online Eindhoven Running Survey 2014 (ERS14). In total, 2,172 participants in the Half Marathon Eindhoven 2014 completed the questionnaire (a response rate of 40.0%). Binary logistic regressions were used to analyze the impact of socio-demographic variables, running-related variables, and psychographic characteristics on the use of running-related apps and sports watches. Next, consumer profiles were identified. The results indicate that the use of monitoring devices is affected by socio-demographics as well as sports-related and psychographic variables, and this relationship depends on the type of monitoring device. Therefore, distinctive consumer profiles have been developed to provide a tool for designers and manufacturers of electronic running-related devices to better target (unorganized) runners’ needs through personalized and differentiated approaches. Apps are more likely to be used by younger, less experienced and involved runners. Hence, apps have the potential to target this group of novice, less trained, and unorganized runners. In contrast, sports watches are more likely to be used by a different group of runners, older and more experienced runners with higher involvement. Although apps and sports watches may potentially promote and stimulate sports participation, these electronic devices do require a more differentiated approach to target specific needs of runners. Considerable efforts in terms of personalization and tailoring have to be made to develop the full potential of these electronic devices as drivers for healthy and sustainable sports participation.
De elektrificatie van de vervoerssector staat nog in de kinderschoenen. De pioniers in de transportsector hebben elektrische trucks aangeschaft en zijn hiermee de eerste ervaringen aan het opdoen. Naast het feit dat deze trucks een bijdrage leveren aan de energie transitie hebben deze trucks nog een groot voordeel. Doordat deze trucks geen uitstoot van gassen hebben kunnen zij ingezet worden in milieu zones. De inzet van elektrische trucks vergt vervolgens een nieuwe manier van plannen. Enerzijds komt dit doordat de actieradius van een elektrische truck minder is dan die van een conventionele truck, anderzijds doordat het laden van een batterij meer tijd in beslag neemt dan brandstof tanken. Hierdoor zal niet alleen de route gepland moeten worden maar ook het tijdstip en plaats waar geladen gaat worden. En in tegenstelling tot brandstof is de prijs van elektrische energie variabel over de dag wat invloed heeft op het plannen van de rit. Daarnaast zijn er invloeden van het weer, verkeer en lading die het energieverbruik van de truck beïnvloeden waardoor de planning kan moeten worden aangepast. Het doel van dit onderzoek is het modelleren van het energieverbruik van elektrisch aangedreven voertuigen en het genereren van een gebruiksvriendelijke(prototype)route plan applicatie waarmee chauffeurs direct een betrouwbaar advies krijgen over de meest optimale laadstrategie. Een uitdaging is om de opbrengsten van het onderzoek bruikbaar te maken voor de chauffeurs, zij zijn immers degenen die uiteindelijk de keuze maken wanneer en hoeveel er geladen gaat worden. Het maken van keuzes van de meest invloedrijke parameters en het daadwerkelijk vertalen naar een gebruiksvriendelijke prototype applicatie, is hierin een uitdaging. Daarnaast is het doel van deze Kiem aanvraag om een consortium te vormen wat de prototype routeplanner applicatie wil testen en mee door-ontwikkelen.
De insectensector is nog kleinschalig, maar verwachting is dat deze sector komende jaren een enorme groei gaat doormaken. Insecten staan in de belangstelling vanwege een verscheidenheid aan toepassingsmogelijkheden in de industrie, farmacie, en in food en feed. Er worden op dit moment verschillende kweeksystemen ontwikkeld voor verschillende insectensoorten. Binnen dit project wordt gewerkt met een kweekunit voor larven van de zwarte soldaatvlieg (BSF) die naast een pluimveestal is geplaatst. In deze kweekunit komt dagelijks 200-250 kg larven beschikbaar om levend gevoerd te worden aan leghennen. Om de kweekunit toepasbaar te maken voor de praktijk is automatisering van het verstrekken van de larven noodzakelijk. Een transportsysteem om larven van de kweekunit naar de pluimveestal te verplaatsen moet worden ontwikkeld en vervolgens moet het gelijkmatig verstrekken van de larven door de stal geautomatiseerd worden. Voor het transport van larven van de kweekunit naar de leghennenstal worden twee ideeën getest, 1) via een transportband, en 2) via een zuigsysteem. Hierbij wordt het welzijn van de larven in acht genomen. Het transportsysteem moet uitkomen op een voersysteem waarmee de larven gelijkmatig over de stal verdeeld kunnen worden. Ook dit systeem moet nog ontwikkeld worden, waarbij binnen dit project getest zal worden of larven in een hopper terecht kunnen komen die vervolgens via een rail door de stal kan gaan en waarbij een doseersysteem voor een gelijkmatige verspreiding moet zorgen. Gedrag en welzijn van de leghennen rondom voeren van de larven zal worden gemonitord. Het onderzoek zal bijdragen aan de praktische toepasbaarheid van het kweken en voeren van larven op het pluimveebedrijf. Het practoraat dierenwelzijn en -gezondheid, Team Veehouderij van Aeres MBO Barneveld, Team Agrotechniek & Management en het lectoraat Duurzame Pluimveehouderij in een Circulaire Bedrijfsvoering van Aeres Hogeschool Dronten zullen het transport- en voersysteem ontwikkelen in samenwerking met ketenontwikkelaar RavenFeed en Pluimveebedrijf Beek.
Participatory sport events have been recently proposed as one of the strategies to promote physical activity participation, because of the “sport participation effect”.Active participation in sport events (and the training which participants complete prior to this event) can increase physical activity of both active and inactive individuals. To propose strategies for promoting running events among the public (citizens) in order to motivate them to participate in such events.Partners:Aristotle University of Thessaloniki (Greece), Mulier Instituut (Netherlands), KU Leuven (Belgium), Lithuanian Sports University (Lithuania), ECOS (Italy) and the European Association of Sports Management