Dienst van SURF
© 2025 SURF
Equestrianism is currently facing a range of pressing challenges. These challenges, which are largely based on evolving attitudes to ethics and equine wellbeing, have consequences for the sport’s social licence to operate. The factors that may have contributed to the current situation include overarching societal trends, specific aspects of the equestrian sector, and factors rooted in human nature. If equestrianism is to flourish, it is evident that much needs to change, not the least,human behaviour. To this end, using established behaviour change frameworks that have been scientifically validated and are rooted in practice — most notably, Michie et al.’s COM-B model and Behaviour Change Wheel — could be of practical value for developing and implementing equine welfare strategies. This review summarises the theoretical underpinnings of some behaviour change frameworks and provides a practical, step-by-step approach to designing an effective behaviour change intervention. A real-world example is provided through the retrospective analysis of an intervention strategy that aimed to increase the use of learning theory in (educational) veterinary practice. We contend that the incorporation of effective behaviour change interventions into any equine welfare improvement strategy may help to safeguard the future of equestrianism.
MULTIFILE
This open access book is a valuable resource for students in health and other professions and practicing professionals interested in supporting effective change in self-management behaviors in chronic disease, such as medication taking, physical activity and healthy eating. Developed under the auspices of the Train4Health project, funded by the Erasmus+ program of the European Union, the book contains six chapters written by international contributors from different disciplines. This chapter presents open-access educational products that supplement this book: case studies and a web application to simulate behaviour change support in persons with chronic disease. The former is of particular interest for academic educators, while the latter may interest students independently pursuing training outside the classroom. These products can also be useful for professionals aiming to enhance behaviour change competencies in practice. First, it addresses key aspects of product development, including hallmarks such as the incorporation of behaviour change science and transnational co-production with users. Then, the main features of case studies and the web application with 2D virtual humans are described.
LINK
Background Anxiety and challenging behaviour (CB) often occur simultaneously in people with intellectual disabilities (ID). Understanding the associations between anxiety and CB may contribute to more accurate diagnoses and management of both anxiety and CB in this population. Aims To examine the relationship between anxiety and CB. Methods A literature review covering the period from January 2000 to January 2012. Results Seven studies about the relationship between psychiatric disorders, including anxiety, and CB were identified. These studies confirm the relationship between anxiety and CB in people with ID, although the precise nature of this relationship remains unclear. Conclusions The study points toward the existence of a moderate association between anxiety and CB. Further research is needed to clarify the complex nature of the association between anxiety and CB.
The postdoc candidate, Giuliana Scuderi, will strengthen the connection between the research group Biobased Buildings (BB), (collaboration between Avans University of Applied Sciences and HZ University of Applied Sciences (HZ), and the Civil Engineering bachelor programme (CE) of HZ. The proposed research aims at deepening the knowledge about the mechanical properties of biobased materials for the application in the structural and infrastructural sectors. The research is relevant for the professional field, which is looking for safe and sustainable alternatives to traditional building materials (such as lignin asphalt, biobased panels for bridge constructions, etc.). The study of the mechanical behaviour of traditional materials (such as concrete and steel) is already part of the CE curriculum, but the ambition of this postdoc is that also BB principles are applied and visible. Therefore, from the first year of the programme, the postdoc will develop a biobased material science line and will facilitate applied research experiences for students, in collaboration with engineering and architectural companies, material producers and governmental bodies. Consequently, a new generation of environmentally sensitive civil engineers could be trained, as the labour market requires. The subject is broad and relevant for the future of our built environment, with possible connections with other fields of study, such as Architecture, Engineering, Economics and Chemistry. The project is also relevant for the National Science Agenda (NWA), being a crossover between the routes “Materialen – Made in Holland” and “Circulaire economie en grondstoffenefficiëntie”. The final products will be ready-to-use guidelines for the applications of biobased materials, a portfolio of applications and examples, and a new continuous learning line about biobased material science within the CE curriculum. The postdoc will be mentored and supervised by the Lector of the research group and by the study programme coordinator. The personnel policy and job function series of HZ facilitates the development opportunity.
Gezond beweeggedrag bevordert de kwaliteit van leven en helpt bij het verminderen of voorkomen van gezondheidsklachten en heeft een positieve invloed op sociaal welbevinden, participatie en welzijn. Gezond leven is primair de verantwoordelijkheid van mensen zelf, maar niet iedereen is in staat om gezond gedrag zelfstandig te initiëren en vol te houden. Voor deze mensen is in de eerstelijnszorg veel aandacht. Frustrerend is dat ondanks alle inspanningen de zorgprofessionals, zoals de fysiotherapeut, praktijkondersteuner en beweegconsulent, zelf inschat-ten dat 50-90% van de cliënten binnen een jaar terugvalt in ongezond beweeggedrag. Hoewel aansluiten bij de mate van zelfmanagement van de cliënt hierbij kansrijk lijkt, blijkt de huidige aanpak onvoldoende. Bewijskracht voor het belang van het stimuleren van gezond gedrag in de context, een combinatie van achtergrondkenmerken en sociaal, psychisch en fysiek functioneren in de leefomgeving, neemt toe. Maar hoe betrek je als professional deze context in een persoonsgericht ondersteuningstraject? Hogeschool Leiden, De Haagse Hogeschool en Hogeschool Rotterdam gaan samen een methodiek ontwikkelen die antwoord geeft op deze vraag. Het BiBoZ project identificeert functioneringsprofielen vanuit cliëntenperspectief en identificeert profielspecifieke bouwstenen voor duurzaam gezond beweeggedrag. De functioneringsprofielen zijn gebaseerd op individuele kenmerken en gedrag beïnvloedende componenten zoals het fysieke, sociale en psychische functioneren in de dagelijkse leefomgeving van de cliënt. Bouwstenen zijn bestaande interventies en diensten zoals: beweeginterventie, een app of verwijzing naar een beweegaanbod of burgerinitiatief. Voor het definiëren van de functioneringsprofielen en bouwstenen starten we bij de cliënt, werken we gedurende het hele traject in co-creatie met de praktijk, gebruiken we het Behavioural Change Wheel als theoretisch raamwerk en gebruiken we naast kwalitatieve technieken ontwerpgerichte onderzoekstechnieken. Vanuit deze nieuwe open en brede blik werken we toe naar een prototype van een methodiek te gebruiken door zorgprofessionals voor op maat ondersteunen van hun cliënten in het bereiken van duurzaam gezond beweeggedrag.
Het doel van het door Raak Publiek gefinancierde project (2019-2021) Blijf in Beweging ondersteuning Zorgprofessionals (BiBoZ) is om een methode te ontwikkelen waarmee zorgprofessionals, tijdens een consult, hun cliënten op maat kunnen ondersteunen in het bereiken van duurzaam gezond beweeggedrag. Een belangrijke eis is dat de methode leidt tot persoonsgerichte ondersteuning waarbij rekening wordt gehouden met de context van de cliënt. Onder context verstaan we de combinatie van achtergrondkenmerken en het sociaal, psychisch en fysiek functioneren in de eigen leefomgeving. De methode is ontwikkeld vanuit cliëntperspectief en in co-creatie met de doelgroep. Hiervoor zijn ontwerpgericht onderzoekstechnieken gebruikt zoals contextmapping (38 cliënten) en storytelling (11 professionals en 12 cliënten). Met de opbrengsten is in co-creatie met cliënten, professionals, studenten en docentonderzoekers de methode ontwikkeld. Het Behaviour Change Wheel (BCW) gedragsveranderingsraamwerk en informatie uit een systematische review naar effectieve beweeginterventies vormen de theoretische basis van de methode. De methode bestaat uit zes fictieve verhalen en een gespreksondersteuningstool. Als voorbereiding op het consult leest de cliënt de zes verhalen. Op basis van deze voorbereiding vindt het gesprek plaats over gezond bewegen. De professional gebruikt de gespreksondersteuningstool om op de cliënt afgestemde gedragsveranderingstechnieken in te zetten ter bevordering van doelen gericht op gezond bewegen. Cliënt en professional vertalen dit samen naar een actieplan op maat. Om de professional te ondersteunen zijn een handleiding, twee (instructie)filmpjes en een app ontwikkeld. De BiBoZ methode is goed beschreven, theoretisch onderbouwd en getest bij 10 professionals, 8 professionals in opleiding en 25 cliënten. Professionals zijn enthousiast. De volgende stap is het verder integreren van de BiBoZ methode in de werkwijze van beweeg/zorgprofessionals en het implementeren en op effectiviteit evalueren van de methode in de dagelijkse praktijk. Aanpassingen aan de methode op basis van de resultaten van de haalbaarheidsstudie worden tijdens de Top-up subsidie uitgevoerd.