Dienst van SURF
© 2025 SURF
This case study illustrates the sequential process of the joint and individual knowledge elaboration in a computer-supported collaborative learning (CSCL) environment. The case comprised an Internet-based physics problem-solving platform. Six Dutch secondary school students (three males, three females) participated in the three-week experiment. They were paired based on self-selection. Each dyad was asked to collaborate on eight moderately structured problems concerning Newtonian mechanics. Their online interactions, including their textual and pictorial messages, were categorized and sequentially plotted. The three dyads showed three different collaboration patterns in terms of joint and individual knowledge elaboration.
BACKGROUND: This paper reports a study about the effect of knowledge sources, such as handbooks, an assessment format and a predefined record structure for diagnostic documentation, as well as the influence of knowledge, disposition toward critical thinking and reasoning skills, on the accuracy of nursing diagnoses.Knowledge sources can support nurses in deriving diagnoses. A nurse's disposition toward critical thinking and reasoning skills is also thought to influence the accuracy of his or her nursing diagnoses.METHOD: A randomised factorial design was used in 2008-2009 to determine the effect of knowledge sources. We used the following instruments to assess the influence of ready knowledge, disposition, and reasoning skills on the accuracy of diagnoses: (1) a knowledge inventory, (2) the California Critical Thinking Disposition Inventory, and (3) the Health Science Reasoning Test. Nurses (n = 249) were randomly assigned to one of four factorial groups, and were instructed to derive diagnoses based on an assessment interview with a simulated patient/actor.RESULTS: The use of a predefined record structure resulted in a significantly higher accuracy of nursing diagnoses. A regression analysis reveals that almost half of the variance in the accuracy of diagnoses is explained by the use of a predefined record structure, a nurse's age and the reasoning skills of `deduction' and `analysis'.CONCLUSIONS: Improving nurses' dispositions toward critical thinking and reasoning skills, and the use of a predefined record structure, improves accuracy of nursing diagnoses.
In this chapter, we discuss the education of secondary school mathematics teachers in the Netherlands. There are different routes for qualifying as a secondary school mathematics teacher. These routes target different student teacher populations, ranging from those who have just graduated from high school to those who have already pursued a career outside education or working teachers who want to qualify for teaching in higher grades. After discussing the complex structure this leads to, we focus on the aspects that these different routes have in common. We point out typical characteristics of Dutch school mathematics and discuss the aims and challenges in teacher education that result from this. We give examples of different approaches used in Dutch teacher education, which we link to a particular model for designing vocational and professional learning environments.We end the chapter with a reflection on the current situation.
LINK
Eerder onderzoek toont aan dat de leerkrachtinterventies, wanneer leerlingen werken met ICT-roboticaomgevingen, bijdragen aan de beslissingsvaardigheid van leerlingen bij het oplossen van programmeerproblemen. Ook is aangetoond dat het de leerkracht moeite kost om terughoudend te zijn wanneer leerlingen m.b.v. ICT een probleem moeten oplossen. Deze terughoudendheid van de leerkracht is een belangrijke voorwaarde om onderzoekend leren en probleemoplossend handelen op basis van ICT-omgevingen bij leerlingen mogelijk te maken. In plaats van een zekere terughoudendheid te betrachten interveniëren leerkrachten vaak vanuit zichzelf om informatie te verstrekken of wanneer moeilijke problemen opgelost moeten worden waarbij misconcepties dreigen te ontstaan. Het doel van het project is om vast te stellen welke leerkrachtinterventies werken en wat daar de opbrengst van is binnen een ICT-programmeeromgeving. De beoogde resultaten bestaan enerzijds eruit dat leerlingen van zowel onderbouw, middenbouw als bovenbouw in staat zijn om: - te programmeren met behulp van LEGO materiaal; - zodanig te programmeren dat ze systematisch een probleem aanpakken; - zodanig te programmeren dat ze binnen een statische of dynamische programmeeromgeving en programmeerprobleem kunnen oplossen; en bestaan anderzijds eruit dat in kaart wordt gebracht welke leerkrachtinterventies werken en wat daarvan de opbrengst is.
Eén van de taken van verpleegkundigen is om de kwaliteit van hun werk te monitoren via richtlijnen en protocollen. Maar in mensgerichte beroepen doen zich voortdurend omstandigheden voor waarin regels geen antwoord geven op individuele situaties en behoeften van zorgvragers. Daar waar regelgeving en protocollen haperen als instrument voor het professionele handelen, zal de professional een beroep doen op andere bronnen van inspiratie. Die bronnen zijn, naast cognitieve kaders, de normen en waarden die gevormd worden in de opvoeding, de cultuur en religie, de opleiding en de sociale context van het beroep. De diverse bronnen worden, meestal in overleg met anderen, gewogen om tot wijze besluitvorming te komen. Het verwerven en gebruiken van bronnen voor wijze besluitvorming wordt in de literatuur aangeduid als een stap in de ontwikkeling tot ‘expert’ professional. Deze ontwikkeling zou vooral ná de opleiding plaatsvinden door het opdoen van ervaringen in de beroepspraktijk. De laatste jaren is in de literatuur hernieuwde belangstelling voor deze ‘vaardigheid van wijze besluitvorming’ van professionals. Deze belangstelling lijkt een reactie op de protocollair aangestuurde beroepspraktijk en de onmogelijkheid om alle professionele handelen daarin te vatten. Data uit onderwijskundige bronnen tonen aan dat studenten al in de opleiding starten met het ontwikkelen van deze vaardigheid. Doel van het onderzoek is om meer kennis te verzamelen over deze vaardigheid van wijze besluitvorming van de hbo-verpleegkundige en hoe zij bronnen van inspiratie inzetten in hun professionele handelen. Het onderzoek beoogt 1) literatuurstudie naar het ontwikkelen van de vaardigheid van wijze besluitvorming en de rol daarin van bronnen van inspiratie, 2) kwalitatief onderzoek onder laatstejaars studenten en novice hbo-verpleegkundigen naar welke bronnen zij ontwikkelen en inzetten in de vaardigheid van wijze besluitvorming, en 3) actieonderzoek naar het gebruik van de bronnen in het handelen in de verpleegkundige praktijk en het handelingsrepertoire uit te breiden.
De Nederlandse arbeidsmarkt heeft dringend behoefte aan meer instroom in technische mbo-opleidingen en beroepen, maar het imago van techniek spreekt nog onvoldoende aan bij scholieren in po en vmbo. De uitdaging is om leerlingen al op jonge leeftijd te laten kennismaken met een rijker (beroeps)beeld van de techniek waarin ook 21ste-eeuwse vaardigheden als creativiteit, communiceren, probleemoplossen en ondernemen een prominente plaats hebben. Een veelbelovend aanknopingspunt om het techniekonderwijs breder en aantrekkelijker te maken is het ontwerpproces. Met name de bespreking van voorlopige ideeën met de klant, met behulp van taal, beelden, schetsen en objecten, vormt een interessant gebied, dat sterk beroep doet op creatieve en communicatieve vaardigheden, waarover echter vanuit didactisch oogpunt nog te weinig bekend is om dit goed naar po- en vo-onderwijs te vertalen. Om dit onderwijs goed en aansprekend vorm te geven is het gewenst dat po- en v(mb)o-docenten, die zelf geen ontwerpers zijn, meer inzicht verwerven in de authentieke communicatiepraktijken van technische ontwerpers in interactie met gebruikers en klanten, en dat zij kunnen beschikken over geschikte (video)-voorbeelden die kunnen dienen als model om met hun leerlingen te bespreken. Het doel van dit project is om zulke authentieke praktijken te verzamelen in mbo- en TU-ontwerpersopleidingen en deze voor docenten en leerlingen te ontsluiten in de vorm van good-practices met uitleg en voorbeeldmatige instructies. Dit project levert als eindproduct een catalogus van good-practices van ontwerpcommunicatie (presentaties en dialoog) in het onderwijs met bijbehorende genre-kenmerken, feedbacksuggesties en beoordelingscriteria. Na dit project volgt de stap om samen met po- en vmbo-docenten te onderzoeken hoe deze good-practices gebruikt kunnen worden om hun technische ontwerponderwijs te verrijken.