Dienst van SURF
© 2025 SURF
BackgroundThe world’s population is aging, and with aging population comes an increase of chronic diseases and multimorbidity. At the same time a shortfall of trained health care professionals is anticipated. This raises questions on how to provide the best possible care. The use of Information and communication technology (ICT) and e-health has the potential to address the challenges that healthcare is facing. ICT applications and e-health, such as videophones, telemedicine and mobile devices, can benefit the healthcare system. Nonetheless, ICT is not used to its full potential. One of the key factors is the low adoption rate by nursing professionals. The nursing profession is characterized by teamwork and interdisciplinary collaboration. Nurses often work in nursing teams and collaboration between different disciplines is necessary for providing health care. Thus, collaboration is necessary when implementing ICT innovations.MethodsA systematic literature review was conducted in online databases PubMEd, CINAHL and IEEE, using key words related to innovation, nursing teams and adoption.ResultsThe result of the systematic review is that little is known about the relation between ICT adoption by nurses and the nature of collaboration by nurses in teams and in interdisciplinary networks. This leads to further research questions and a need for further research in this subject.
Objectives: To understand healthcare professionals' experiences and perceptions of nurses' potential or ideal roles in pharmaceutical care (PC). Design: Qualitative study conducted through semi-structured in-depth interviews. Setting: Between December 2018 and October 2019, interviews were conducted with healthcare professionals of 14 European countries in four healthcare settings: hospitals, community care, mental health and long-term residential care. Participants: In each country, pharmacists, physicians and nurses in each of the four settings were interviewed. Participants were selected on the basis that they were key informants with broad knowledge and experience of PC. Data collection and analysis: All interviews were conducted face to face. Each country conducted an initial thematic analysis. Consensus was reached through a face-to-face discussion of all 14 national leads. Results: 340 interviews were completed. Several tasks were described within four potential nursing responsibilities, that came up as the analysis themes, being: 1) monitoring therapeutic/adverse effects of medicines, 2) monitoring medicines adherence, 3) decision making on medicines, including prescribing 4) providing patient education/information. Nurses' autonomy varied across Europe, from none to limited to a few tasks and emergencies to a broad range of tasks and responsibilities. Intended level of autonomy depended on medicine types and level of education. Some changes are needed before nursing roles can be optimised and implemented in practice. Lack of time, shortage of nurses, absence of legal frameworks and limited education and knowledge are main threats to European nurses actualising their ideal role in PC. Conclusions: European nurses have an active role in PC. Respondents reported positive impacts on care quality and patient outcomes when nurses assumed PC responsibilities. Healthcare professionals expect nurses to report observations and assessments. This key patient information should be shared and addressed by the interprofessional team. The study evidences the need of a unique and consensus-based PC framework across Europe.
LINK
Background: Delirium is a high prevalent postoperative complication in older cardiac surgery patients and can have drastic consequence for the patient. Preventive interventions, diagnosis and treatment of delirium require specialized knowledge and skills. Objective: To gain insight in the current opinion and beliefs of nurses in hospitals concerning prevention, diagnosis and treatment of delirium in older hospital patients in general and specifically in older cardiac surgery patients. Methods: In a cross-sectional study from February to July 2010, we distributed a survey on beliefs on delirium care among 368 nurses in three hospitals in the Netherlands, in one hospital in all wards with older patients and in two hospitals in the cardiac surgery wards only. Results: Although in literature incidence rates up to 54.9% in cardiac surgery patients in hospitals are reported, with a response rate of 68% (250), half of the nurses believe that the incidence of delirium is not even 10%. Two thirds think that delirium in patients is preventable. Although, the Delirium Observation Scale is most often used for screening delirium, nearly all nurses do not routinely screen patients for delirium. Opinions on delirium of nurses working in cardiac surgery wards did not differ from nurses caring for older patients in other hospital wards. Conclusions: Nurses do have knowledge on delirium care, but there is a gap between the reported incidence in literature and the estimation of the occurrence of delirium by nurses. A two-way causal relationship emerges: because nurses underestimate the occurrence, they do not screen patients on a routine basis. And because they do not screen patients on a routine basis they underestimate the incidence.
LINK
De administratieve en registratiewerklast op verpleegafdelingen in ziekenhuizen is hoog. Hierdoor besteden verpleegkundigen slechts een derde van hun dienst direct aan de patiënt waardoor zij plezier in hun werk verliezen. Er is een scala aan arbeidsbesparende technologie voor verpleegkundigen ontwikkeld. Slechts 30% daarvan is succesvol geïmplementeerd, onder andere door gebrek aan afstemming tussen innovatie, verpleegkundigen, werkprocessen en bestaande (informatie)systemen. Idealiter worden deze perspectieven geïntegreerd in één integrale, systemische ontwerpaanpak die tot op heden ontbreekt. Het UMC Utrecht benaderde daarom de Hogeschool Utrecht met de vraag: Hoe kan niet-direct zorggerelateerde technologie* zodanig ontworpen worden dat verpleegkundigen meer voldoening krijgen in hun werk (en meer tijd en aandacht hebben voor directe zorggerelateerde taken)? Door het combineren van onderzoeksmethoden uit de wereld van co-design, procesanalyse en systemisch ontwerp wordt op vier verpleegafdelingen in het UMC Utrecht en zeven verpleegafdelingen in het Sint Antonius Ziekenhuis met verpleegkundigen gezocht naar aangrijpingspunten in het verpleegkundig werkproces voor het verlagen van de werklast. Vervolgens wordt een aantal innovaties (her)ontworpen en getest. Hierbij worden Hogeschool Utrecht en de twee ziekenhuizen ondersteund door Panton, Pontes, Ucreate en Ascom. Het intensief in het ontwerpproces betrekken van verpleegkundigen zal dit project twee of drie toepasbare en ‘gedragen’ arbeidsbesparende producten en/of diensten opleveren (bijvoorbeeld een slim verpleegkundig oproepsysteem). Het selecteren, (door)ontwikkelen, combineren, toepassen en volgen van de diverse methodes bij het ontwikkelen van de arbeidsbesparende producten en/of diensten zal resulteren in een integrale ontwerpaanpak voor verpleegkundige innovaties, bedoeld voor ontwerpers in de zorg. Ook ontstaat een aanvulling op het beroepsprofiel voor de verpleegkundige in 2020 van Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (projectpartner) dat stelt dat verpleegkundigen niet alleen technologie moeten kunnen gebruiken maar ook bij kunnen dragen aan het verbeteren ervan.
For English see below In dit project werkt het Lectoraat ICT-innovaties in de Zorg van hogeschool Windesheim samen met zorganisaties de ZorgZaak, De Stouwe, en IJsselheem en daarnaast Zorgcampus Noorderboog, Zorgtrainingscentrum Regio Zwolle, Patiëntenfederatie NPCF, VitaalThuis, ActiZ, Vilans, V&VN, Universiteit Twente en het Lectoraat Innoveren in de Ouderenzorg van Windesheim aan het in staat stellen van wijkverpleegkundigen om autonoom en doelmatig, op basis van klinisch redeneren, eHealth te indiceren en in te zetten bij cliënten. De aanleiding voor dit project wordt gevormd door de wijzigingen per 1 januari 2015 in de Zorgverzekeringswet. Wijkverpleegkundigen zijn sindsdien zelf verantwoordelijk voor de indicatiestelling en zorgtoewijzing voor verzorging en verpleging thuis: zij moeten bepalen welke zorg hun cliënten nodig hebben gezien hun individuele situaties, en hoe die zorg het best geleverd kan worden. Zorgverzekeraars leggen hierbij minimumeisen op, o.a. met betrekking tot de inzet van eHealth. Wijkverpleegkundigen hebben op dit moment echter niet of nauwelijks ervaring met het inzetten en toepassen van technologische toepassingen zoals eHealth. Vraagarticulatie leidde tot de volgende praktijkvraagstelling: 1. Hoe kunnen wijkverpleegkundigen worden voorzien in hun informatiebehoefte over eHealth? 2. Hoe kunnen wijkverpleegkundigen worden ondersteund in hun klinisch redeneren over het inzetten van eHealth bij hun cliënten? 3. Hoe kunnen wijkverpleegkundigen worden ondersteund bij het inzetten van eHealth in hun zorgproces? Het project levert hiertoe drie bijdragen: - De eerste bijdrage is een duurzaam geborgde keuzehulp (een app voor tablet of smartphone) waarmee wijkverpleegkundigen toegang hebben tot de benodigde informatie over eHealth-toepassingen en die aansluit bij de manier waarop wijkverpleegkundigen zorg indiceren (bijvoorbeeld door relaties te leggen tussen NIC-interventies en bijpassende eHealth-toepassingen). - Informatievoorziening is niet een afdoende antwoord op de handelingsverlegenheid van de wijkverpleegkundige omdat eHealth sterk in ontwikkeling is en blijft waardoor er altijd een discrepantie zal bestaan tussen de beschikbare en de benodigde informatie. . De tweede bijdrage van dit project is daarom kennis over (en inzicht in) het klinisch redeneren over de inzet van eHealth. Deze kennis wordt in het project doorvertaald naar een trainingsmodule die erop is gericht om het klinisch redeneren van wijkverpleegkundigen over het inzetten van eHealth en andere thuiszorgtechnologie bij hun cliënten te versterken. - De derde bijdrage van dit project omhelst inbedding van bovengenoemde resultaten in het verpleegkunde-onderwijs van onder meer Windesheim en in nascholingstrajecten voor wijkverpleegkundigen. Voor duurzame, bredere inbedding in het onderwijs wordt samengewerkt met regionale zorgonderwijsnetwerken. In this project the research group IT-innovations in Health Care of Windesheim University of Applied Sciences cooperates with care organisations de ZorgZaak, De Stouwe, and IJsselheem, and stakeholders Zorgcampus Noorderboog, Zorgtrainingscentrum Regio Zwolle, Patiëntenfederatie NPCF, VitaalThuis, ActiZ, Vilans, V&VN, University of Twente, and research group Innovation of Care of Older Adults of Windesheim to enable home care nurses to autonomously and adequately, based on clinical reasoning, allocate eHealth and implement it in patient care. The motivation behind this project lies in the alterations in the care insurance legislation per January 2015. Since then, home care nurses are responsible for the care allocation of all care at home: they determine which care their clients require, taking into account the individual situations, and how this care can best be delivered. Care insurance companies impose minimum requirements for this allocation of home care, among others concerning the implementation of eHealth. Home care nurses, however, have no or limited information about and experience with technical applications like eHealth. Articulation of the demands of home care nurses resulted in the following questions: 1. How can home care nurses be provided with information concerning eHealth? 2. How can home care nurses be supported in their clinical reasoning about the deployment of eHealth by their patients? 3. How can home care nurses be supported when deploying eHealth in their care process? This project contributes in three ways: " The first contribution is a sustainable selection tool (an app for tablet or smartphone) to be used by home care nurses to provide them with the required information about eHealth applications. This selection tool will work in accordance with how home care nurses allocate care, e.g. by relating NIC-interventions to matching eHealth applications. " Providing information is an insufficient, although necessary, answer to the demands of home care nurses because of continuously developing eHealth applications. Hence, the second contribution of this project is knowledge about (and insight in) the clinical reasoning about the deployment of eHealth. This knowledge will be converted into a training module aimed at strengthening the clinical reasoning about the deployment of eHealth by their patients. " The third contribution of this project concerns embedding the selection tool and the training module in regular education (among others at Windesheim) and in refresher courses for home care nurses. Cooperation with regional care education networks will ensure sustainable and broad embedding of both the selection tool and the training module.
Training nurses and midwives to treat their patients well There are some specific factors facilitating the modification of the nursing and midwifery bachelor curriculum The development of health literacy and respectful and compassionate care competences among bachelor nursing and midwifery students in Tanzania