Dienst van SURF
© 2025 SURF
This study addresses the burgeoning global shortage of healthcare workers and the consequential overburdening of medical professionals, a challenge that is anticipated to intensify by 2030 [1]. It explores the adoption and perceptions of AI-powered mobile medical applications (MMAs) by physicians in the Netherlands, investigating whether doctors discuss or recommend these applications to patients and the frequency of their use in clinical practice. The research reveals a cautious but growing acceptance of MMAs among healthcare providers. Medical mobile applications, with a substantial part of IA-driven applications, are being recognized for their potential to alleviate workload. The findings suggest an emergent trust in AI-driven health technologies, underscored by recommendations from peers, yet tempered by concerns over data security and patient mental health, indicating a need for ongoing assessment and validation of these applications
ABSTRACT Objective: To evaluate the effectiveness of the WhiteTeeth mobile app, a theory-based mobile health (mHealth) program for promoting oral hygiene in adolescent orthodontic patients. Methods: In this parallel randomized controlled trial, the data of 132 adolescents were collected during three orthodontic check-ups: at baseline (T0), at 6-week follow-up (T1), and at 12-week follow-up (T2). The intervention group was given access to the WhiteTeeth app in addition to usual care (n=67). The control group received usual care only (n=65). The oral hygiene outcomes were the presence and the amount of dental plaque (Al-Anezi and Harradine plaque Index); and the total number of sites with gingival bleeding (Bleeding on Marginal Probing Index). Oral health behavior and its psychosocial factors were measured through a digital questionnaire. We performed linear mixed model analyses to determine the intervention effects. Results: At 6-week follow-up, the intervention led to a significant decrease in gingival bleeding (B=-3.74; 95%CI -6.84 to -0.65), and an increase in the use of fluoride mouth rinse (B=1.93; 95%CI 0.36 to 3.50). At 12-week follow-up, dental plaque accumulation (B=-11.32; 95%CI -20.57 to -2.07) and the number of sites covered. Conclusions: The results show that adolescents with fixed orthodontic appliances can be helped to improve their oral hygiene when usual care is combined with a mobile app that provides oral health education and automatic coaching. Netherlands Trial Registry Identifier: NTR6206: 20 February 2017.
LINK
Information and communications technologies (ICTs) in human services are on the rise and raise concerns about their place and impact on the daily activities of professionals and clients. This article describes a study in which a social mobile application was developed for job coaches and employees and implemented in a pilot phase. The aim of the mobile application was to provide a better communication between employees and their job coaches and to provide more up-to-date information about the organization. The application consisted of a personal web environment and app with vacancies, personal news, events, tips, and promotions. A qualitative methodology was used in the form of focus groups and in-depth interviews. The results of this study show that the participants are partly positive about the social mobile application. It can be concluded that the use of mobile technologies can be beneficial in a range of human services practice settings for both professionals and clients and, therefore, requires more attention from the academic field to focus on this relatively new but promising theme.
The maximum capacity of the road infrastructure is being reached due to the number of vehicles that are being introduced on Dutch roads each day. One of the plausible solutions to tackle congestion could be efficient and effective use of road infrastructure using modern technologies such as cooperative mobility. Cooperative mobility relies majorly on big data that is generated potentially by millions of vehicles that are travelling on the road. But how can this data be generated? Modern vehicles already contain a host of sensors that are required for its operation. This data is typically circulated within an automobile via the CAN bus and can in-principle be shared with the outside world considering the privacy aspects of data sharing. The main problem is, however, the difficulty in interpreting this data. This is mainly because the configuration of this data varies between manufacturers and vehicle models and have not been standardized by the manufacturers. Signals from the CAN bus could be manually reverse engineered, but this process is extremely labour-intensive and time-consuming. In this project we investigate if an intelligent tool or specific test procedures could be developed to extract CAN messages and their composition efficiently irrespective of vehicle brand and type. This would lay the foundations that are required to generate big data-sets from in-vehicle data efficiently.
Veel patiënten binnen de GGZ kampen met chronische pijn en depressie. Het bevorderen van een gezond beweegpatroon speelt een belangrijke rol in hun behandeling. Deze patiënten kunnen echter door emoties en veranderde prikkelverwerking signalen van het lichaam niet goed inschatten. Daarbij zijn hun klachten belemmerend in hun activiteiten waardoor motivatie vaak afwezig is. GGZ-professionals gebruiken zorgstandaarden waarbij uitgegaan wordt van 'one-size-fits-all' behandelprogramma's. Deze sluiten onvoldoende aan bij de behoefte aan gepersonaliseerde interventies uitgaande van zelfmanagement van de individuele patiënt. Dit pleit voor een instrument dat professionals helpt objectief inzicht te krijgen in het beweegpatroon van hun patiënten, dat gepersonaliseerde feedback geeft en ondersteunt bij de verdere individueel passende begeleiding van de patiënt. Zelfmeettechnologie ('activity trackers') lijkt hier goed te passen. De mogelijkheden om zelfmeettechnologie als basis voor de behandeling van deze patiënten te gebruiken zijn echter bij GGZ-professionals veelal onbekend. Daarnaast is het inzetten van alleen zelfmeettechnologie waarschijnlijk onvoldoende en is niet goed bekend hoe deze patiënten gemotiveerd kunnen worden om deze technologie te (blijven) gebruiken. In dit project willen de Hanzehogeschool Groningen, Inter-Psy, Transcare en MobileCare samen met professionals en patiënten en andere nog te betrekken partners (o.a. het Rob Giel Onderzoekscentrum als trekker van het eHealth netwerk Noord-Nederland heeft aangegeven een bijdrage te willen leveren) ontdekken hoe op een goede manier aan de bovenbeschreven behoefte van GGZ-professionals kan worden bijgedragen. Beoogd wordt om met deze subsidie een proof of concept te leveren van een digitaal instrument dat op basis van zelfmeettechnologie meerwaarde biedt in de behandeling van patiënten met chronische pijn en depressie. Deze proof of concept vormt de basis voor een te schrijven subsidievoorstel om dit verder te ontwikkelen.
In Nederland draaien 600.000 industriemotoren in transport, scheepvaart en z.g. Non Road Mobile Machinery (m.n. land- en bosbouw machines en stationaire motoren). Zij verbruiken jaarlijks ongeveer 5 miljard liter diesel, 20%% van het totale dieselverbruik. Ook deze sectoren dienen hun CO2 uitstoot en stikstofuitstoot te reduceren. Kijkend naar mogelijke oplossingen is elektrificatie niet geschikt vanwege het hoge specifiek gevraagde vermogen + kosten. Waterstof is te duur en voor mobiele toepassingen te bewerkelijk. Gesteund door technologie-neutraal klimaatbeleid vanuit de EU (32% hernieuwbare brandstoffen in 2030, waar elektrificatie niet mogelijk is), definieert de sector een voorkeur voor hernieuwbare methanol als marsroute richting emissiereductie. RAAK-MKB project Schoon Schip levert eind 2023 een werkend prototype methanol-conversiekit en manual voor een kleine industriemotor op. Mede door dit succes, groeide het consortium en ontstond een nieuwe vraag: Hoe kan de sector van industriemotoren lokale emissies van het huidige motorenpark van Stage III motoren naar Stage V niveau- en de Well-to-Wheel CO2-uitstoot verlagen met gebruik van hernieuwbare methanol als brandstof? De huidige stand van de techniek laat zien dat in grote (scheepvaart) motoren (<10.000Kw) dual-fuel en uitlaatgasnabehandeling vorm krijgt, voor kleinere industriemotoren is deze techniek nog nauwelijks beschikbaar. De HAN beantwoordt deze marktvraag in 4 werkpakketten om effectieve conversie van een stageIII motor naar StageV emissies te realiseren. Ze maakt hier een vertaalslag van de wetenschap en kennis bij grote zeevaartmotoren, naar (kleinere) industriemotoren. Dit gebeurt door te onderzoeken binnen welke kaders (economisch, emissies, prestaties en levensduur) een prototype motor te ontwikkelen klaar voor lange duurtesten. Brandt Schoon combineert opgedane motorenkennis met kennis uit de academische wereld om tot een betrouwbare toepassing van methanol in de binnenvaart te komen. Het gaat er om tot een werkende praktijkoplossing te komen voor het gebruik van hernieuwbare methanol in het bestaande park van 600.000 industriemotoren.