Dienst van SURF
© 2025 SURF
In het nieuwste nummer van de Nieuwe Meso, het vakblad voor bestuurders en schoolleiders in het basis, voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs is het Focus-deel dit keer gewijd aan het opleiden van leraren. De gastredactie bestaande uit HvA-lector Marco Snoek, Fontys-lector Quinta Kools en de DNM-redacteuren Pieter Leenheer en Gerritjan van Luin belichten het thema vanuit verschillende invalshoeken: de initiële lerarenopleidingen, ervaringen van startende leraren, en de wijze waarop de initiële lerarenopleiding en professionalisering van ervaren leraren kan samenkomen in professionele leergemeenschappen en in lesson studies. Daarbij gaan de verschillende artikelen in op de rol van schoolleiders en besturen bij het opleiden van nieuwe leraren en het ondersteuning van professionaliseren van ervaren leraren.Het focusdeel bevat bijdragen van verschillende HvA medewerkers: Marco Snoek, Evelien van Geffen, Tom van Eijck en Ed van den Berg.
In dit artikel wordt ingegaan op vraagstukken rondom het opleiden van leraren, zoals de kloof tussen theorie en praktijk, de abrupte overgang van student naar volledig verantwoordelijke leraar, een praktische of academische insteek en de toelating tot de lerarenopleiding
Om te kunnen functioneren in de huidige kennismaatschappij worden kritische en onderzoekende vaardigheden belangrijk geacht voor toekomstige professionals (De Boer, 2017). Hogescholen spelen een belangrijke rol in het opleiden van deze professionals en hebben mede daarom de wettelijke taak gekregen om onderzoek te doen en dit te integreren in het onderwijs (Griffioen & De Jong, 2015). Hoe dragen docenten, onderzoekers, onderzoek- en onderwijsmanagers in de dagelijkse praktijk bij aan het samenbrengen van onderzoek en onderwijs? Om deze vraag te beantwoorden werden N=61 interviews afgenomen met deze actoren binnen drie Nederlandse hogescholen. De resultaten laten zien dat de gedragsintenties die de respondenten bespreken verdeeld kunnen worden in drie categorieën: integratie van onderzoek in onderwijs; integratie van onderwijs in onderzoek; en het samenkomen van onderzoek en onderwijs. In de drie categorieën kan zowel ‘direct gedrag’ als ‘ondersteunend gedrag’ onderscheiden worden. Opvallend is dat de focus binnen de gedragsintenties ligt op het integreren van iets van onderzoek in het onderwijs, en in mindere mate van iets van onderwijs in het onderzoek. De implicaties van de resultaten en de opzet van het vervolgonderzoek worden bediscussieerd met het publiek tijdens het congres.
Academisch geschoolde leerkrachten kunnen in het primair onderwijs op allerlei manieren bijdragen. Scholen maken echter nog onvoldoende gebruik van hun kennis en kunde. Dit project richt zich op de ontwikkeling van een gemeenschap van studenten en opleiders met de focus op het vergroten van de onderzoekende cultuur binnen de opleidingsscholen en -instituten.Doel Dit project wil bijdragen aan: Het vergroten van de onderzoekende cultuur binnen scholen en opleidingsinstituten Het versterken van de positie van de academische leerkracht binnen de Opleidingsschool Utrecht-Amersfoort De vier werelden (hogeschool, studenten, universiteit en werkveld) dichter bij elkaar te brengen. Resultaten Dit onderzoek werkt toe naar de volgende beoogde opbrengsten (ondersteund vanuit het PRIME framework; zie Greven & Andriessen, 2019): Ten behoeve van kennisontwikkeling ontwikkelen we een beknopte en toegankelijke onderzoeksrapportage. Ten behoeve productontwikkeling ontwikkelen we tools/activiteiten om community vorming bij studenten en opleiders van de academische lerarenopleiding te stimuleren. Ten behoeve van persoonsontwikkeling willen we een bijdrage leveren aan gemeenschapsvorming van studenten en opleiders binnen de academische lerarenopleiding. Ten behoeve van systeemontwikkeling ontwikkelen we een bijdrage aan de positie van de academische leerkracht binnen Opleidingsschool Utrecht-Amersfoort. Looptijd 01 maart 2022 - 01 maart 2023 Aanpak We maken gebruik van een participatieve actieonderzoeksgerichte methode: we betrekken studenten en opleiders van de academische lerarenopleiding actief in het onderzoeksproces. Verder zijn de onderzoeksactiviteiten niet alleen gericht op het vergaren van kennis, maar ook op het verbeteren van het handelen. Downloads en links
Academisch geschoolde leerkrachten kunnen in het primair onderwijs op allerlei manieren bijdragen. Scholen maken echter nog onvoldoende gebruik van hun kennis en kunde. Dit project richt zich op de ontwikkeling van een gemeenschap van studenten en opleiders met de focus op het vergroten van de onderzoekende cultuur binnen de opleidingsscholen en -instituten.Doel Dit project wil bijdragen aan: Het vergroten van de onderzoekende cultuur binnen scholen en opleidingsinstituten Het versterken van de positie van de academische leerkracht binnen de Opleidingsschool Utrecht-Amersfoort De vier werelden (hogeschool, studenten, universiteit en werkveld) dichter bij elkaar te brengen. Resultaten Dit onderzoek werkt toe naar de volgende beoogde opbrengsten (ondersteund vanuit het PRIME framework; zie Greven & Andriessen, 2019): Ten behoeve van kennisontwikkeling ontwikkelen we een beknopte en toegankelijke onderzoeksrapportage. Ten behoeve productontwikkeling ontwikkelen we tools/activiteiten om community vorming bij studenten en opleiders van de academische lerarenopleiding te stimuleren. Ten behoeve van persoonsontwikkeling willen we een bijdrage leveren aan gemeenschapsvorming van studenten en opleiders binnen de academische lerarenopleiding. Ten behoeve van systeemontwikkeling ontwikkelen we een bijdrage aan de positie van de academische leerkracht binnen Opleidingsschool Utrecht-Amersfoort. Looptijd 01 maart 2022 - 01 maart 2023 Aanpak We maken gebruik van een participatieve actieonderzoeksgerichte methode: we betrekken studenten en opleiders van de academische lerarenopleiding actief in het onderzoeksproces. Verder zijn de onderzoeksactiviteiten niet alleen gericht op het vergaren van kennis, maar ook op het verbeteren van het handelen. Downloads en links
In dit project willen we inzicht krijgen in de leerprocessen en competentieontwikkeling van studenten binnen heterogene leernetwerken, in dit geval van (aanstaande) leraren in het voortgezet onderwijs, en evalueren wat de meerwaarde is van het leernetwerk.