Dienst van SURF
© 2025 SURF
In de Standaard voor vakvolwassenheid van klantmanagers is vastgelegd wat klantmanagers moeten kennen en kunnen om hun beroep uit te oefenen. De Standaard bestaat uit drie niveaus:a) Basisniveaub) Vakbekwaamc) VakvolwassenVan elke taak en competentie wordt het benodigde niveau omschreven. De zeven primaire taken van de klantmanager 1. Intake (verbijzondering van de probleemanalyse);2. In beeld brengen van de vraag van de werkgever en de mogelijkheden en belemmeringen van de werkzoekende;3. Afspreken van doelen en acties met zowel werkgever als werkzoekende;4. Uitvoeren van afgesproken acties;5. Bewaken van afspraken tijdens de uitvoering; 6. Handhaven wanneer de afspraken door de werkgever en/of werkzoekende niet nagekomen worden;7. Evalueren van de uitvoering en de resultaten. Drie secundaire taken:1. Rapporteren over de verrichte werkzaamheden;2. Leveren van een bijdrage aan beheer en beleid van de organisatie;3. Bevorderen van de (eigen) deskundigheid.Acht competenties om de taken uit te kunnen voeren. - Communicatieve vaardigheden- Coachen- Flexibiliteit- Probleemanalyse- Doel- en resultaatgericht- Plannen en organiseren- Netwerken- CreativiteitPizzabodem en toppings. Door de decentralisatie van de uitvoering is er een grote verscheidenheid van klantmanagement ontstaan. Omdat er zoveel differentiaties bestaan, zijn we bij de ontwikkeling van de Standaard uitgegaan van het gemeenschappelijke. We hebben dit de pizzabodem van het beroep genoemd. Een pizzabodem bestaat uit een aantal basisingrediënten (deeg, kaas en tomatensaus). Daarbovenop komen de toppings. Deze toppings, de verbijzonderingen van het beroep, hebben we niet in de Standaard opgenomen.
Bij de gemeenten beslissen klantmanagers over de toegang tot uitkeringen, over mogelijke sancties en de deelname aan een re-integratietrajecten. Zij zijn de frontline professionals die binnen hun discretionaire ruimte beslissingen nemen over de uitvoer van de participatiewet. De autonomie van deze professionals wordt begrensd door de logica’s van de markt en de bureaucratie. Hun handelen kan worden geduid vanuit het spanningsveld tussen deze logica’s.Door decentralisaties zijn verantwoordelijkheden voor de re-integratie van bijstandsgerechtigden verplaatst van de rijksoverheid naar gemeenten. Met het opgaan van delen van de Wet Werk en Bijstand en de Wajong in deze Participatiewet verandert de rol van de klantmanager en daarmee ook de opgave van hen om bijstandsgerechtigden aan een betaalde baan te helpen. In de semigestructureerde interviews zijn 14 klantmanagers van een grote gemeente gevraagd te verhalen over hun opvattingen over arbeid, hun positie, bijstandsgerechtigden en hun ervaringen met de participatiewet.De klantmanagers redeneren veelal vanuit een professionele logica en formuleren daarbij nadrukkelijk doelen, die op het welzijn van bijstandsgerechtigden zijn gericht, en die breder liggen dan de toeleiding naar betaald werk. De handelingsruimte wordt begrensd door de participatiewet maar zij geven aan de grenzen ervan zoveel mogelijk op te zoeken wanneer zij dit zinvol achten. Bij het handelen baseren zij zich veelal op individuele ervaringen uit het verleden en ze geven aan horizontale sturing te missen.
MULTIFILE
Veel gemeenten hebben vanuit de transities gekozen om de ondersteuning voor inwoners zo integraal mogelijk te organiseren. Dit betekent dat gekeken wordt naar meerdere leefgebieden om te voorkomen dat inwoners aan te veel instanties steeds weer hun verhaal moeten doen om de benodigde ondersteuning te kunnen krijgen. Twee jaar geleden constateerde de Inspectie van het ministerie van SZW (2016) dat er geen duidelijke definitie is van het begrip integrale dienstverlening. Er kan vanuit beleidsperspectief worden gekeken, vanuit organisatieperspectief, uitvoeringsperspectief, maar ook vanuit het perspectief van de klant. Elk perspectief kent zijn eigen betekenis toe aan integraal werken, roept zijn eigen beelden op. Dit maakt het gesprek erover lastig. De opdracht van dit onderzoek was het uitvoeren van een kennissynthese: het bij elkaar brengen van verschillende typen kennis (wetenschappelijke kennis, praktijkkennis en klantenkennis), niet alleen om de betrouwbaarheid en validiteit van die kennis te vergroten maar vooral de toepasbaarheid. Daartoe hebben we de beelden en betekenissen van de centrale partijen, klanten, sociale professionals en klantmanagers, over integraal werk en de werkzame bestanddelen ervan onderzocht en deze samengebracht met hetgeen in de literatuur hierover bekend is. De onderzoeksvragen luiden: • Wat verstaan klanten, sociale professionals en klantmanagers Werk en Inkomen onder integrale dienstverlening? • Wat zijn volgens klanten, sociale professionals en klantmanagers Werk en Inkomen werkzame en effectieve principes van integrale dienstverlening? • Welke onderbouwing in de wetenschappelijke literatuur is er voor de door de klanten, sociale professionals en klantmanagers Werk en Inkomen geformuleerde werkzame en effectieve principes van integrale dienstverlening?
Gemeenten willen de zelfredzaamheid en (arbeids)participatie van hun inwoners vergroten. Een uitdaging is het ontwikkelen van integrale aanpakken voor mensen met een meervoudige ondersteuningsbehoefte. Centrale vraag in dit project was wat effectieve werkwijzen zijn om tot een integrale aanpak te komen, rekening houdend met de behoeften en mogelijkheden van de inwoners en het wetgevend kader. Doel Hoe zorg je er als gemeente voor dat mensen die moeilijk aan werk komen, toch kunnen meedoen in de samenleving? Bijvoorbeeld via een (betaalde) baan? Om dit voor elkaar te krijgen is het belangrijk dat betrokken professionals uit verschillende domeinen goed met elkaar samenwerken. En daarbij rekening houden met wat de inwoners kunnen en nodig hebben. Dit onderzoek heeft bijgedragen aan een goede aanpak hiervoor. Resultaten Een belangrijke voorwaarde voor een effectieve aanpak is het organiseren van intensieve samenwerking tussen professionals van sociale (wijk)teams en professionals van werk en inkomen (klantmanagers) waarbij ze de inwoner direct betrekken. Bijvoorbeeld in driehoeksgesprekken. Op deze manier kunnen professionals hun kennis en expertise vanuit de Wmo en Participatiewet bundelen en ervaren inwoners meer ‘regie’ over de ondersteuning die ze krijgen. De belangrijkste bevindingen van het project staan beschreven in de eindrapportage. Voor professionals, managers, beleidsmakers en bestuurders is een praatplaat gemaakt met bouwopgaven voor de praktijk. Voor de gemeenten Houten, Woerden en Wijk bij Duurstede is een analyse gemaakt van de activiteiten en uitkomsten uit de ontwikkelwerkplaatsen. Een innovatietraject waaraan gemeenten en uitvoeringsinstanties kunnen deelnemen. Looptijd 15 juni 2018 - 15 december 2020 Aanpak In drie gemeenten hebben onderzoekers, professionals, beleidsmakers en inwoners samengewerkt om een effectieve integrale werkwijze te ontwikkelen. Kennis is verkregen uit ‘ontwikkelwerkplaats’ bijeenkomsten (een variant op de community of practice) en verdiepende interviews met inwoners, professionals en beleidsmakers.
Gemeenten willen de zelfredzaamheid en (arbeids)participatie van hun inwoners vergroten. Een uitdaging is het ontwikkelen van integrale aanpakken voor mensen met een meervoudige ondersteuningsbehoefte. Centrale vraag in dit project was wat effectieve werkwijzen zijn om tot een integrale aanpak te komen, rekening houdend met de behoeften en mogelijkheden van de inwoners en het wetgevend kader. Doel Hoe zorg je er als gemeente voor dat mensen die moeilijk aan werk komen, toch kunnen meedoen in de samenleving? Bijvoorbeeld via een (betaalde) baan? Om dit voor elkaar te krijgen is het belangrijk dat betrokken professionals uit verschillende domeinen goed met elkaar samenwerken. En daarbij rekening houden met wat de inwoners kunnen en nodig hebben. Dit onderzoek heeft bijgedragen aan een goede aanpak hiervoor. Resultaten Een belangrijke voorwaarde voor een effectieve aanpak is het organiseren van intensieve samenwerking tussen professionals van sociale (wijk)teams en professionals van werk en inkomen (klantmanagers) waarbij ze de inwoner direct betrekken. Bijvoorbeeld in driehoeksgesprekken. Op deze manier kunnen professionals hun kennis en expertise vanuit de Wmo en Participatiewet bundelen en ervaren inwoners meer ‘regie’ over de ondersteuning die ze krijgen. De belangrijkste bevindingen van het project staan beschreven in de eindrapportage. Voor professionals, managers, beleidsmakers en bestuurders is een praatplaat gemaakt met bouwopgaven voor de praktijk. Voor de gemeenten Houten, Woerden en Wijk bij Duurstede is een analyse gemaakt van de activiteiten en uitkomsten uit de ontwikkelwerkplaatsen. Een innovatietraject waaraan gemeenten en uitvoeringsinstanties kunnen deelnemen. Looptijd 15 juni 2018 - 15 december 2020 Aanpak In drie gemeenten hebben onderzoekers, professionals, beleidsmakers en inwoners samengewerkt om een effectieve integrale werkwijze te ontwikkelen. Kennis is verkregen uit ‘ontwikkelwerkplaats’ bijeenkomsten (een variant op de community of practice) en verdiepende interviews met inwoners, professionals en beleidsmakers.
De arbeidsparticipatie van vrouwelijke statushouders in Nederland is laag. Dit maakt deze vrouwen sociaal en economisch kwetsbaar en bemoeilijkt integratie in de Nederlandse samenleving. Het hebben van passend werk draagt niet alleen bij aan economische zelfstandigheid, maar ook aan persoonlijke ontwikkeling, sociale verbindingen, gezondheid en welzijn. Dit is van belang voor individu én samenleving. Centrale vraag in dit onderzoek is hoe publieke professionals op passende wijze vrouwelijke statushouders kunnen begeleiden naar duurzaam werk. Publieke professionals die vanuit de Wet inburgering en de Participatiewet vrouwelijke statushouders ondersteunen, zoals klantmanagers en trajectcoaches, geven aan dat het hen nog onvoldoende lukt om de drijfveren, mogelijkheden en belemmeringen die vrouwelijke statushouders ervaren ten aanzien van toeleiding naar werk in beeld te krijgen. Ook signaleren zij dat nieuwe werkwijzen noodzakelijk zijn om beter aan te sluiten bij wat deze vrouwen nodig hebben. Dit vraagt om meer en betere samenwerking met andere belanghebbenden, zoals werkgevers, onderwijsinstellingen en maatschappelijke organisaties. In dit onderzoeksproject gaan we samen met professionals en andere stakeholders (1) bestaande inzichten en werkwijzen over het begeleiden van vrouwelijke statushouders in kaart brengen, (2) passende(re) werkwijzen ontwikkelen en uitproberen in de praktijk, (3) formuleren wat toeleiding naar duurzaam werk vraagt aan inhoudelijke elementen, professionele competenties en organisatorische randvoorwaarden. Het onderzoek vindt plaats in lerende netwerken, waarin onderzoekers en publieke professionals samenwerken met vrouwelijke statushouders met ervaringskennis, werkgevers en praktijkprofessionals uit aanpalende domeinen. Door het werken in lerende netwerken wordt zowel het lerend vermogen als het netwerk van de professionals vergroot. Opbrengsten uit dit onderzoek worden tevens doorvertaald naar het hbo-onderwijs. Dit onderzoek beoogt de handelingsperspectieven van publieke professionals te vergroten en (aankomend) professionals beter toe te rusten op de praktijk door middel van innovatie in het onderwijs curriculum, met het uiteindelijke doel om betere kansen op duurzaam passend werk te creëren voor vrouwelijke statushouders.