Dienst van SURF
© 2025 SURF
Nederland staat voor een aantal grote maatschappelijke opgaven, zoals de personeelskrapte, de energietransitie en de overgang naar een circulaire economie. Bij deze transities spelen impactondernemers een cruciale rol. Juist zij richten zich met hun bedrijf op maatschappelijke doelen. Via inkoop bij deze ondernemers kunnen (semi-) overheden en reguliere bedrijven gezamenlijk impact maken in de regio. De landelijke City Deal Impact Ondernemen laat zien dat inkopen met impact goed mogelijk is. Vanuit de aangesloten 100 impactondernemers, overheden en kennisinstellingen heeft een werkgroep een website gemaakt die laat zien: impactvol inkopen het mag, het kan en er zijn goede voorbeelden.
LINK
Innovatiehubs, fieldlabs, stadslabs, innovatietraineeship, innovatiekringen. Bij Hogeschool Utrecht zijn er de laatste jaren steeds meer initiatieven om studenten in nauwe samenwerking met de beroepspraktijk aan de slag te zetten met concrete praktijkproblemen en daarmee ook de relatie tussen hogeschool en beroepspraktijk te versterken. Bij veel van deze initiatieven zijn ook afstuderende studenten betrokken. Hoe kunnen we er voor zorgen dat het waardevolle werk van studenten niet in de la verdwijnt maar blijvende impact heeft? Lisette Munneke gaat in deze lunchlezing in op de eerste resultaten van het onderzoek van het project Impactvol Afstuderen (www.impactvolafstuderen.nl) dat Hogeschool Utrecht in de afgelopen twee jaar heeft uitgevoerd in samenwerking met Avans, HAN en de Vereniging Hogescholen. Tijdens de lunchlezing gaan we in op wat er nodig is voor het ontwerpen van nieuwe scenario’s voor afstuderen die impact hebben voor álle belanghebbenden en niet alleen een product (bijvoorbeeld een ontwerp of adviesrapportage) om te kunnen afstuderen opleveren. We gaan in op de toegevoegde waarde die opleidingen, bedrijven, lectoraten én studenten zien in het samenwerken tijdens afstuderen en hoe deze waarde in onderlinge dialoog geëxpliciteerd of afgestemd kunnen worden. Daarnaast gaan we in op waar het schuurt op de grenzen tussen onderwijs, onderzoek en beroepspraktijk en welke bouwstenen je nodig hebt om een traject te ontwerpen dat meervoudige waarde kan creëren.
Om te kunnen functioneren in de huidige kennismaatschappij worden kritische en onderzoekende vaardigheden belangrijk geacht voor toekomstige professionals (De Boer, 2017). Hogescholen spelen een belangrijke rol in het opleiden van deze professionals en hebben mede daarom de wettelijke taak gekregen om onderzoek te doen en dit te integreren in het onderwijs (Griffioen & De Jong, 2015). Hoe dragen docenten, onderzoekers, onderzoek- en onderwijsmanagers in de dagelijkse praktijk bij aan het samenbrengen van onderzoek en onderwijs? Om deze vraag te beantwoorden werden N=61 interviews afgenomen met deze actoren binnen drie Nederlandse hogescholen. De resultaten laten zien dat de gedragsintenties die de respondenten bespreken verdeeld kunnen worden in drie categorieën: integratie van onderzoek in onderwijs; integratie van onderwijs in onderzoek; en het samenkomen van onderzoek en onderwijs. In de drie categorieën kan zowel ‘direct gedrag’ als ‘ondersteunend gedrag’ onderscheiden worden. Opvallend is dat de focus binnen de gedragsintenties ligt op het integreren van iets van onderzoek in het onderwijs, en in mindere mate van iets van onderwijs in het onderzoek. De implicaties van de resultaten en de opzet van het vervolgonderzoek worden bediscussieerd met het publiek tijdens het congres.
In het beroepsonderwijs worden leeromgevingen ontworpen waarin studenten en professionals samen werken, leren en onderzoeken over de grenzen van hun eigen praktijk heen. Idealiter komen deze leeromgevingen tegemoet aan veranderende eisen van lerenden, het werkveld en de maatschappij maar het co-construeren van deze leeromgevingen is een complexe en uitdagende opgave.
Binnen het beroepsonderwijs worden leeromgevingen ontworpen waarin studenten en professionals samen werken, leren en onderzoeken over de grenzen van hun praktijken heen. Idealiter komen deze leeromgevingen tegemoet aan veranderende eisen en verwachtingen van lerenden, het werkveld en maatschappij. Onderwijsprofessionals en werkveldpartners worstelen met de vraag hoe samen, in co-constructie, vorm te geven aan zulke grensoverstijgende leeromgevingen. Initiatieven stranden, opschaling blijkt lastig en de opbrengsten onduidelijk. Co-constructie van responsieve, duurzame en impactvolle leeromgevingen vraagt om consistente ontwerpkeuzes, uitgelijnd op de motieven van partners om samen te werken. Deze keuzes zijn lastig te maken doordat weinig bekend is over co-constructie en wat de impact is van geco-construeerde leeromgevingen. Met een sterk consortium van twee hbo- en drie mbo-instellingen en diverse werkveldpartners onderzoeken we dit via een ontwerpgericht design: 1) Ontwerpen van een instrumentarium om te onderzoeken wat bijdraagt aan de co-constructie van responsieve, duurzame en impactvolle leeromgevingen. 2) Meervoudige casestudies waarbij het instrumentarium wordt ingezet om bij vijf cases (middels peer review) zicht te krijgen op welke interventies de co-constructie bevorderen en wat de opbrengsten zijn van de geco-construeerde leeromgevingen. 3) Valideren van de ontwerpkennis via focusgroepen van deelnemers binnen en buiten het consortium en deze kennis verwerken in een methodiek om a) de ontwikkelpotentie van leeromgevingen in kaart te brengen, b) co-constructie te ondersteunen en monitoren, en c) de gegenereerde impact te evalueren. 4) Middels de onder 3) ontwikkelde methodiek versterken van de co-constructie bij geselecteerde cases middels evidence-informed interventies en professionalisering. 5) Doorlopend: borgen van doorwerking van inzichten naar stakeholders in het (beroeps)onderwijs, de wetenschap en de beroepspraktijk. Met dit onderzoek beogen we kennis te vergroten over wat werkt in co-constructieve ontwerpprocessen en over de opbrengsten van geco-construeerde leeromgevingen. Met deze kennis bieden we professionals in verschillende contexten handvatten om in co-constructie responsieve, duurzame en impactvolle leeromgevingen te (her)ontwerpen.
Met toepassing van ICT-innovaties in combinatie met real-time 5D Big Data verstevigt de creatieve industrie haar innovatiekracht. Hiermee genereert zij impact bij het oplossen van maatschappelijke vraagstukken, die aansluiten bij de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties. Vanuit haar meerjarige relatie met de creatieve industrie, wordt aan HAS Hogeschool steeds vaker de vraag gesteld hoe de creatieve professional op een ethisch verantwoorde manier om kan, wil en mag gaan met de toepassing van persoonsgebonden locatiedata in het designproces tot en met publicatie van digitale inter¬actieve applicaties met ruimtelijke visualisaties (animaties, video’s, digital twins, etc.). Ook participerende gebruikers worden steeds mondiger en stellen terecht vragen over het gebruik van persoonsgebonden locatiedata in dergelijke applicaties. De Autoriteit Persoonsgegevens houdt in deze toezicht en legt de komende jaren nadruk op dit focusgebied. Vanuit het maatschappelijk actuele sociaal en culturele thema Data & Ethiek wordt momenteel (inter-)nationaal onderzoek uitgevoerd en zijn een aantal instrumenten ontwikkeld. Deze zijn echter niet praktijkgericht en visueel, terwijl de creatieve industrie en de maatschappij daar wel steeds meer om vragen. Met de ontwikkeling en eerste toepassing van het praktijkinstrument Monitor Ethisch Ruimtelijk Visualiseren en brede kennis¬valorisatie met de creatieve industrie wordt een goede eerste stap gezet om deze behoefte in te vullen. Tevens worden de onderzoeksresultaten door HAS Hogeschool vertaald naar haar kerntaken (onderwijs, onderzoek en kennistransfer) en richting haar Ethische Adviescommissie. De resultaten van dit praktijkgericht onderzoek met een multidisciplinaire aanpak maken brede toepassing van technologie in maatschappelijk gedragen en ethisch geaccepteerde oplossingen mogelijk, geeft een impuls aan het vernieuwend onderwijs bij HAS Hogeschool en andere kennisinstituten en biedt het MKB in de creatieve industrie de innovatiekracht haar producten nu en in de toekomst meer ethisch-bewust aan de markt en haar gebruikers aan te bieden.