Dienst van SURF
© 2025 SURF
In the Netherlands an innovative programme for early detection of chronic obstructive pulmonary disease (COPD) in primary care among patients aged 40–70 years has been evaluated in both an effect study and a pilot implementation study. Health-care providers identified four obstacles for successful implementation of a COPD early detection programme. This Brief Communication describes the most important results of a qualitative study using in-depth interviews.
PURPOSE: The COVID-19 pandemic caused rapid implementation and upscaling of video consulting. This study examined the perceived quality of care delivered through video consulting at a geriatric outpatient clinic, and how this related to adoption issues and barriers early adopting professionals found themselves confronted with.METHODS: We performed a qualitative study using semi-structured interviews with healthcare professionals complemented by the views of geriatric patients, family caregivers and medical secretaries. Participants from five academic centers and six teaching hospitals were included. Three researchers conducted the interviews, coded the data, and used thematic analysis.RESULTS: Interviews were conducted with 13 healthcare professionals, 8 patients, 7 family caregivers, and 4 medical secretaries. From these early adopters, we infer five criteria positively contributing to perceived quality of care provided by video consulting: (1) the patient has an intact cognitive function; (2) a family caregiver with digital literacy can be present; (3) doctor and patient already have an established relationship; (4) no immediate need for physical examination or intervention; and (5) the prior availability of a comprehensive and concise medical history. Overall, the uptake of video consulting in geriatric outpatient care appeared to be slow and laborious due to several implementation barriers.CONCLUSION: The implementation of video consulting use among geriatricians and geriatric patients at the geriatric outpatient clinic was slow due to the absence of many facilitating factors, but video consulting might be offered as an alternative to face-to-face follow-up to suitable patients in geriatric outpatient clinics.
De maatschappelijke urgentie van vergroening is groot. Tegelijk zet de gemeente in op verdichting van de stad. Vaak slagen betrokkenen er onvoldoende in een gezamenlijke agenda te ontwikkelen en belangentegenstellingen te overbruggen. Wijkbeheerders van de gemeente Eindhoven signaleren dat realisatie van ambities op weerstanden stuit bij bewoners. Voor het creëren van draagvlak bij bewoners is participatie noodzakelijk. De inzet van dit project is om deze conflicterende agenda’s met elkaar te verzoenen door alle stakeholders vanaf het begin te betrekken bij het vergroenen van hun wijk. Door het verbinden van de particuliere tuinen met het groen in de wijk, vergroten we de biodiversiteit en leefbaarheid op wijkniveau. Door samen met de wijkbewoners de eigen tuinen en het groen in de wijk in kaart te brengen kan biodiversiteit in de wijk vergroot en beter afgestemd worden. Er ontstaan groene corridors die bijdragen aan een gezond leefklimaat en community building. Het doel is om de eigen bijdrage aan de vergroening naar een collectieve groene biodiverse omgeving te realiseren. In het co-creatie proces maken we gebruik van beschikbare databases over biodiversiteit in wijken en buurten en ICT-toepassingen. Deze aanpak is bewezen in het VK, de VS en Australië en beschreven door Goddard et al., (2010 p)1. Fontys Hogescholen wil met de gemeente Eindhoven en twee private en innovatieve ondernemingen op het snijvlak van natuur, technologie en cultuur deze aanpak beproeven in de praktijk van de Eindhovense wijk Heesterakker. In dit projectvoorstel past Fontys Hogescholen het a.mplifier-programma toe op een concrete casus, namelijk het vergroenen van buurten en het bevorderen van biodiversiteit. Het doel is om een doorbraak te realiseren op het beleidsdossier vergroenen in een wijk in Eindhoven. Het project streeft zowel op inhoud als op proces de volgende doelen na; 1) testen ICT toepassingen voor biodiversiteit en 2) inzicht in multi-helix samenwerkingsverbanden.