Dienst van SURF
© 2025 SURF
Rondom het onderwerp ‘brede vorming’ en de mogelijkheden ervan voor het curriculum hebben we een onderzoek uitgevoerd waaraan teams van basisscholen van drie besturen in Dordrecht hebben meegewerkt. Dit verkennende onderzoek heeft zich ten doel gesteld een eerste schets te maken van de manier waarop basisscholen brede vorming hebben opgenomen in hun curriculum. Wat doen scholen op dit gebied, en waarom doen ze dat? En welke taal gebruiken ze als ze over de brede vorming van kinderen spreken? Dit artikel verscheen in Tijdschrift voor lerarenopleiders 41(2) 2020 en beschrijft hoe dit verkennende onderzoek is uitgevoerd en wat de belangrijkste uitkomsten ervan zijn. Het eindigt met een aantal aandachtspunten voor verder onderzoek en voor het ontwikkelen van brede vorming in het curriculum van zowel de basisscholen als de lerarenopleiding.
Inzage in het medisch dossier is een recht dat iedere patiënt heeft. Maar kan iedere patiënt op elk tijdstip de gegevens in het dossier begrijpen en zijn de gegevens in het dossier op elk moment in een opname betrouwbaar? In dit artikel worden de juridische en ethische aspecten van inzage in het medisch dossier na een crisisopname beschreven.
MULTIFILE
De voortgang van de ontwikkelingen in het nieuwe curriculum voor de voltijdopleiding Leraar Basisonderwijs, waarin Professionele Vorming een plek zal krijgen, wordt besproken. Het begrip ‘vorming’ wordt toegelicht op basis van de drieslag van Gert Biesta.
Dossiervorming speelt een grote rol binnen de fysiotherapie. Behandelingen worden minutieus vastgelegd en patiënten vullen vragenlijsten in over het beloop van hun klacht. Fysiotherapeuten willen deze data inzetten om grip te krijgen op hun behandeltrajecten. Praktijken die kwalitatief goede, effectieve en doelmatige zorg leveren, ontvangen namelijk de hoogste behandeltarieven van zorgverzekeraars. Eigenaren van fysiotherapiepraktijken ervaren twee belangrijke knelpunten bij het verzilveren van hun eigen data. Ze hebben namelijk zelf geen toegang tot deze gegevens. Daarnaast krijgen praktijken alleen informatie op basaal niveau teruggekoppeld en dat is niet toereikend om de kwaliteit van de fysiotherapeutische zorg te verbeteren. Het lectoraat Performing Arts Medicine van Codarts Rotterdam heeft veel expertise op het gebied van dossiervorming binnen de (para)medische zorg, sport en podiumkunsten. Fysiotherapie-praktijken hebben daarom het lectoraat benaderd om gezamenlijk te werken aan betekenisvolle dossiervorming. Doel van het project is om patiëntgegevens en behandelgegevens tussen fysiotherapiepraktijken te delen en met deze grootschalige dataset voorspellende modellen te ontwikkelen. Deze predictiemodellen gebruiken praktijken om de patiënttevredenheid te verbeteren. Praktijken met een hoge patiënttevredenheid komen in aanmerking voor hogere behandeltarieven, wat een positief effect heeft op de bedrijfsvoering. De volgende twee onderzoeksvragen staan in het project centraal: 1. Hoe kunnen behandelgegevens op betekenisvolle wijze teruggekoppeld worden aan praktijkeigenaren? 2. Kunnen predictiemodellen opgesteld worden die praktijkeigenaren inzicht geven in het verbeteren van patiënttevredenheid met de fysiotherapeutische zorg? Het project is gericht op kennisontwikkeling en –toepassing en levert de volgende resultaten op: 1. Een dashboard dat relevante behandelinformatie op begrijpelijke wijze terugkoppelt aan fysiotherapeuten en praktijkeigenaren. 2. Predictiemodellen die inzicht geven in het verbeteren van de patiënttevredenheid met de fysiotherapeutische zorg. Het project wordt uitgevoerd door 2 hogescholen (Codarts Rotterdam en Hogeschool van Arnhem en Nijmegen), 1 universiteit (Erasmus Medisch Centrum), 7 mkb-bedrijven (6 fysiotherapiepraktijken en softwareontwikkelaar System4) en 1 beroepsorganisatie (het Nederlands Paramedisch Instituut).
Zorgverzekeraars bepalen de hoogte van de fysiotherapeutische behandeltarieven. Fysiotherapiepraktijken die kwalitatief goede, effectieve en doelmatige zorg leveren, ontvangen de hoogste behandeltarieven. Aan de hand van dossiervorming bepalen zorgverzekeraars welke praktijken hoogwaardige zorg leveren. Praktijken geven massaal aan dat deze dossiervorming tot grote frustratie leidt. De dossiers bevatten zeer belangrijke gegevens die kunnen leiden tot een kwaliteitsverbetering van de patiëntenzorg. De huidige administratiesystemen die praktijken gebruiken zijn echter niet ingericht om deze gegevens te achterhalen en terug te koppelen naar de praktijken. Het lectoraat Performing Arts Medicine van Codarts Rotterdam (Hogeschool voor de kunsten) heeft veel expertise op het gebied van dossiervorming binnen de (para)medische zorg, sport en podiumkunsten. Nederlandse fysiotherapiepraktijken hebben daarom het lectoraat Performing Arts Medicine benaderd om kennis te ontwikkelen met als doel om “te leren van het registreren”. Praktijken willen relevante behandelgegevens teruggekoppeld krijgen om de kwaliteit van de fysiotherapeutische behandelingen te verbeteren. Hierdoor komen praktijken in aanmerking voor hogere behandeltarieven, wat leidt tot een verbeterde bedrijfsvoering. De volgende twee onderzoeksvragen staan in het project centraal: 1. Op welke wijze kunnen data mining technieken gebruikt worden om uit geregistreerde behandelgegevens betekenisvolle informatie te destilleren? 2. Aan welke eisen moet software voldoen om deze informatie betekenisvol terug te koppelen aan fysiotherapiepraktijken? Het eindproduct van dit project is een nieuwe softwareapplicatie voor fysiotherapiepraktijken die behandelgegevens terugkoppelt naar de praktijken. Het consortium bestaat uit de volgende organisaties: - Hogescholen: Codarts Rotterdam, Hogeschool van Amsterdam (HvA) - Universiteit: Universiteit van Leiden - MKB: 6 fysiotherapiepraktijken en softwareontwikkelaar Umance - Kenniscentrum: Nederlands Paramedisch Instituut (NPi)
Sportfysiotherapiepraktijken zijn afhankelijk van zorgverzekeraars bij het bepalen van de behandeltarieven. Hogere tarieven worden verstrekt aan sportfysiotherapiepraktijken die kwalitatief goede, effectieve en doelmatige zorg leveren. Zorgverzekeraars bepalen aan de hand van dossiervorming of de sportfysiotherapiepraktijk hoogwaardige zorg levert of juist niet. Praktijken geven massaal aan dat deze dossiervorming tot grote frustratie leidt. Twee knelpunten worden benoemd: 1. De dossiers bevatten zeer belangrijke gegevens die kunnen leiden tot een kwaliteitsverbetering van de patiëntenzorg. De huidige systemen zijn niet ingericht om deze gegevens te achterhalen en op betekenisvolle wijze terug te koppelen. 2. De dossiervorming kost te veel tijd en daardoor geld. Per dag zijn therapeuten minimaal 1 tot 2 uur kwijt aan administratie. Ze houden minder tijd over om patiënten te behandelen. Dit leidt tot minder declarabele uren bij de zorgverzekeraar. Daarnaast lopen de kosten snel op als een praktijk een negatieve beoordeling krijgt tijdens een audit van een zorgverzekeraar. Kosten van meer dan 100.000 euro komen veelvuldig voor. Het lectoraat Sportzorg van de Hogeschool van Amsterdam heeft veel expertise op het gebied van dossiervorming binnen de (para)medische zorg. Nederlandse sportfysiotherapiepraktijken hebben daarom het lectoraat Sportzorg benaderd om kennis te ontwikkelen met als doel: “Het verbeteren van de bedrijfsvoering van sportfysiotherapiepraktijken in Nederland door te onderzoeken op welke manier de dossiervorming sneller en betekenisvoller kan worden uitgevoerd”. De volgende drie onderzoeksvragen staan in het project centraal: 1. Op welke wijze kan taalverwerkingstechnologie ingezet worden binnen de sportfysiotherapie-praktijken om uit geschreven tekst automatisch een patiëntendossier op te stellen? 2. Hoe kan uit de automatisch opgestelde patiëntendossiers betekenisvolle informatie teruggekoppeld worden naar de fysiotherapiepraktijken? 3. Hoe moet de software voor snellere en betekenisvollere dossiervorming ontworpen worden om aan de wensen, eisen en activiteiten van fysiotherapeuten te voldoen? Het eindproduct van dit project is een nieuwe softwareapplicatie voor sportfysiotherapeuten. Met het softwareproduct wordt betekenisvolle en snelle dossiervorming mogelijk. Dit levert tijdwinst op en zorgt voor een positievere beoordeling van zorgverzekeraars, hetgeen een positief effect heeft op de bedrijfsvoering van de sportfysiotherapiepraktijken. Het consortium bestaat uit de volgende organisaties: - Kennisinstellingen: Hogeschool van Amsterdam (HvA) en Universiteit van Leiden; - MKB: 10 sportfysiotherapiepraktijken - Beroepsorganisatie: Nederlandse Vereniging voor Fysiotherapie in de Sportgezondheidszorg (NVFS) Bij de samenstelling van het consortium is gekozen voor een goede mix tussen praktijkorganisaties, onderzoeksinstituten en onderwijsinstellingen. Daarnaast is er sprake van cross-sectorale samenwerking doordat kennis vanuit de sportfysiotherapie, automatische taalverwerking, data mining, ICT, onderzoek en onderwijs met elkaar verbonden wordt.