Dienst van SURF
© 2025 SURF
© 2025 SURF
In deze afscheidsrede worden verschillende onderwijsthema’s en onderzoeken besproken die in een lectoraatsperiode van 2004 tot 2018 de revue zijn gepasseerd. De kern van het onderzoeksprogramma was, met accentverschillen in de loop der jaren, opgebouwd rond een aantal thema’s, die in dit boek aan de orde komen: − Maatschappelijke, culturele en persoonlijke vorming (Bildung & burgerschap); − Pedagogisch klimaat en omgaan met verschillen; − Samen pedagogisch handelen (ouders, brede school, IKC); − Activerend, onderzoekend en ontwerpend leren. Daarnaast is er aandacht voor onderzoek in en samen met het werkveld, opleiden in de school en beroepsvorming.
Dit is een overzicht van methodieken, tools en handvatten om seksualiteit bespreekbaar te maken met jongeren.
Buitenschools leren is een breed begrip waar verschillende betekenissen aan worden toegekend; buitenschoolse activiteiten zijn hier een onderdeel van. In deze bijdrage wordt helderheid verschaft in het begrip buitenschools leren
De spanning tussen opvoeding en cultuurkritiek is een oud thema in het denken over onderwijs en opvoeding. Steeds wanneer in crisisachtige situaties het tekortschieten van de cultuur manifest wordt, steekt de vraag naar de opvoeding de kop weer op. Ook in onze tijd is dat het geval. "Burgers van een nieuwe wereld" gaat over de vraag naar de opvoeding in een tijd van aantasting van natuur en milieu. Hoe kunnen kinderen worden opgevoed tot een natuurbewuste en duurzame levensstijl als de levensstijl van ons volwassenen tot zulke ernstige problemen aanleiding geeft? In Nederland heeft de praktische druk van deze vraag inmiddels geleid tot het ontstaan van natuur- en milieu-educatie (NME), een pedagogische praktijk waarin kinderen leren omgaan met vraagstukken rond natuur en milieu. Analyse van de achtergronden van deze cultuurkritische opvoedingspraktijk moet ons inzicht verschaffen in mogelijkheden en moeilijkheden van de opvoeding in onze tijd. Hoewel we ons verdiepen in het vraagstuk van de NME reikt de strekking van deze exercitie verder. We willen door de studie van de milieuproblematiek heen op zoek naar een algemener antwoord op het vraagstuk van de opvoeding in een samenleving en een cultuur die steeds opnieuw problematisch blijken te zijn. Wat leren we kinderen nog in een wereld waar het zo vaak aan alle kanten misgaat? Hoe brengen we kinderen groot in een gebroken wereld? Tot beantwoording van die vraag zal onze denkweg moeten leiden. Daartoe geeft "Burgers van een nieuwe wereld" tot slot de contouren aan van een leerplan "natuur en samenleving".
Since 2000, all Dutch Universities of Professional Education are confronted with three major renewals. The first was the European agreement to implement the Bachelor-Master system in Higher Education. The second was the strong tendence to renew eduction towards Competence Based Education. The third renewal came from the decision of the ministery of Education to contract lectures (lectoren) and research networks (kenniskringen) to improve research competences among students. Basic idea behind the latest renewal was that if students from Universities of Professional Education bring in more knowledge in companies, during and after their study, this will stimulate the innovative power of Dutch small and medium enterprices (SME’s). Educational developers have been very bussy with these renewals. Under the cloak of national assurance guidelines and external panels of inspection many educational developers automatically tended to use the instrumental paradigm for many design contexts. In accordance with the research of Gustafson (1993) and Richey (1993) we raised questions about the relevance of the instrumental paradigm for educational design contexts, because often the means-end thinking of the instrumental approach have seemed to be out of place. This research project by Lappia, De Boer & Van Rennes took place in 2006 at INHOLLAND university of professional education in the western part of The Netherlands with four pilots at School of Technology, Social Work, Education and Economics. The researchers started from the assumption that improving competence-based internships could not been based on an instrumental paradigma, because of the lack of absolute standards and the need to support deliberation among stakeholders. The Design Science Approach of Van Aken (2004) and Andriessen (2004) was been used to reveal field-tested and grounded technological rules as design specifications for improvement tools. Beside that the research project used the communicative paradigm (Visscher-Voerman & Gustafson, 2004) to reach consensus among the practitioners, who accompanion students during their internships in organisations in order to achieve a growth of competences in the choosen working field. Participants in the research project were employees of the School of Education, The School of Technology and the School of Economics, the department of Education, Quality, Research and development (OKR). Conditions for participating in the project were that the Schools recognized the problems with implementing Competence Based Internship and the School had to set the employees whe participated in the project free for half a day during the project. The Schools as stakeholders in the project were primary interested in solution of their practical problem (practical stream). The department of Education, Quality, Research and development was interested in solution of the pratical problem for dissemination reasons, but would also learn new strategies for implementation (knowledge stream). Therefore was choosen to follow the Design Science Research Approach.
In dit artikel wordt de literatuur verkend op het terrein van een meer sociaalparticipatieve benadering van actief burgerschap. In deze literatuur wordt de ontwikkeling van burgerschap verbonden met de noodzaak zicht te ontwikkelen op handelingscontexten die voor zowel burgers als sociale professionals van belang zijn. We verkennen relevante literatuur van onder andere De Tocqueville, Dewey, Putnam, Lichterman en Biesta. Door aandacht te besteden aan burgerschap als praktijk beogen we dichter op de huid van het werk van sociale professionals te kruipen, waardoor de huidige ontwikkelingen rondom de bevordering van actief burgerschap bevraagd kunnen worden. Wat deze literatuurverkenning in beeld brengt is dat actief burgerschap niet tot bloei komt vanuit een opgelegde moraal, maar verbonden dient te worden met het dagelijkse handelen van burgers, waarin het “al doende leren” samen op gaat met de ontwikkeling van betekenisvolle praktijken. Sociale professionals hebben vooral tot taak dit type praktijken te ondersteunen en te faciliteren.
Non-formal music education is the field of music education outside the regular school curriculum, and delivered by music teachers / music leaders other than the teacher in the classroom. The main body of this research consists of case studies in the Netherlands. In addition there is a number of case studies in other European countries.
In het nieuwste nummer van de Nieuwe Meso, het vakblad voor bestuurders en schoolleiders in het basis, voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs is het Focus-deel dit keer gewijd aan het opleiden van leraren. De gastredactie bestaande uit HvA-lector Marco Snoek, Fontys-lector Quinta Kools en de DNM-redacteuren Pieter Leenheer en Gerritjan van Luin belichten het thema vanuit verschillende invalshoeken: de initiële lerarenopleidingen, ervaringen van startende leraren, en de wijze waarop de initiële lerarenopleiding en professionalisering van ervaren leraren kan samenkomen in professionele leergemeenschappen en in lesson studies. Daarbij gaan de verschillende artikelen in op de rol van schoolleiders en besturen bij het opleiden van nieuwe leraren en het ondersteuning van professionaliseren van ervaren leraren.Het focusdeel bevat bijdragen van verschillende HvA medewerkers: Marco Snoek, Evelien van Geffen, Tom van Eijck en Ed van den Berg.
‘Om zich te kunnen ontwikkelen, is het voor kinderen van belang dat zij worden gezien en uitgedaagd en dat hun wordt gevraagd hoe zij zich voelen en wat zij zouden willen, dat zij worden gecorrigeerd, verzorgd en geholpen of juist met rust worden gelaten. Waar, wanneer of door wie dat gebeurt, zijn daarbij instrumentele vragen. Het is voor kinderen niet interessant wie zich vanuit welke professionele discipline, organisatie of bekostigingsstroom met hen bezighoudt. Het gaat erom dát het gebeurt als het nodig is, en daarbij is het prettig en overzichtelijk als het niet te veel volwassenen zijn die zich professioneel met een kind bezighouden. De bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen zijn dan ook het meest effectief als die niet versnipperd en verkokerd plaatsvinden, maar in samenhang en afstemming. Deze noties vormden de aanleiding voor de Hogeschool van Amsterdam om het lectoraat School en Omgeving in de Grote Stad in te stellen binnen het domein Onderwijs en Opvoeding.’1 Kennisontwikkeling en –verspreiding, en het doen van toepassingsgericht onderzoek, zijn belangrijke doelen van de Hogeschool van Amsterdam, Onderwijs en Opvoeding. In het kader hiervan heeft het lectoraat School en Omgeving in de grote stad kennis en expertise bijgedragen aan de minor Pedagogische Netwerken, samenwerken rondom het kind, en wel door de lector drie inhoudelijke hoorcolleges te laten verzorgen over ketens en netwerken, twee docenten van de kenniskring te laten fungeren als onderzoeksbegeleiders bij het praktijkgerichte onderzoek door de studenten, en deze bundel uit te geven met daarin de neerslag van de opgedane kennis en inzichten. Dit rapport, dat uit twee delen bestaat, behandelt pedagogische netwerken. In het eerste deel wordt een theoretische inkadering van het begrip ‘pedagogische netwerken’ gegeven, in het tweede deel staat de praktijk centraal