Dienst van SURF
© 2025 SURF
In dit artikel worden twee modellen met elkaar verbonden die allebei ingaan op de werkelijkheid waarin mensen met elkaar samenwerken en op elkaar afstemmen. In onderwijscontexten is het van belang dat de omgeving is afgestemd op de behoeften van de lerende om optimaal tot leren te komen. Deze behoeften liggen zowel op fysiek als psychologisch vlak. Het Proces Communicatie Model (PCM) wil patronen in menselijke communicatie duiden door in te gaan op de achterliggende psychologische behoeften en het sensorische informatieverwerkingsmodel beschrijft de sensorische patronen die het gedrag in de klas kunnen verklaren. Hierbij gaat het om lichamelijke behoeften die het leren bevorderen of belemmeren. De verbinding van deze invalshoeken, lichamelijk en geestelijk, levert een meerwaarde op voor het inrichten van een passend leerklimaat en het bevorderen van het onderling begrip en de zelfkennis die nodig is om gemotiveerd te leren. Om tegemoet te komen aan de talenten (voorkeursstijlen van leren) van kinderen in gesprekken en individuele handelingsplannen biedt dit artikel ook waardevolle aanknopingspunten.
Dit document bevat een overzicht van wat het Process Communication Model precies inhoudt. Een trainer begeleidt een juf. In dit stuk doet hij verslag van zijn coachingsvoorstellen en toont aan hoe PCM helpt om jezelf te leren kennen en je eigen kracht als leerkracht in te zetten om elk kind apart te kunnen bereiken.
Communicatie tijdens organisatieverandering wordt in toenemende mateals belangrijk beschouwd, maar is nog maar weinig bestudeerd. Communicatiein de organisatie wordt gezien als een van de belangrijke antecedentenvan commitment bij de organisatie. Vertrouwen van de werknemers in hetmanagement is belangrijk wanneer veranderingen moeten worden doorgevoerd.Deze paper beschrijft onderzoek in twee organisaties.
De gemeenten Wageningen en Ede, studentenhuisvester Idealis, Wageningen University & Research en Christelijke Hogeschool Ede willen de kennis en expertise van de aanwezige studenten en kennisinstellingen meer inzetten voor lokale maatschappelijke opgaven in de directe leefomgeving. Dit betekent een nieuwe manier van samenwerken waarin studenten, inwoners, onderzoekers, gemeente en bedrijven samen kennis en expertise opbouwen, delen en toepassen. Op deze manier beogen we samen de zogenaamde complexe opgaven – “wicked problems” – op te pakken in een lokale context, de resultaten meer van effect op de inwoners van de stad te laten zijn en de grenzen tussen organisaties hierin meer te laten vervagen. De betrokken partijen hebben als ambitie dat deze manier van samenwerken over vijf jaar (eind 2022) vanzelfsprekend is. Met andere woorden: dat de basis voor het “Living Knowledge Network Wageningen & Ede” is gelegd. Om deze ambitie te behalen is experimenteerruimte nodig waarin we samen, in een veilige omgeving en binnen overzichtelijke concrete projecten, ervaring opdoen in het integraal samenwerken, kennis delen en toepassen. We kiezen er daarom voor om in 2018-2019 met twee pilotprojecten te starten op het gebied van voedselverspilling en klimaat neutrale stad in Wageningen. Het is onze ambitie dat deze twee projecten een sneeuwbaleffect veroorzaken waar meerdere vervolgprojecten (Living Labs), in zowel Wageningen als Ede, uit volgen. We vragen ondersteuning van de Impuls City Deal Kennis Maken om een aanjager aan te stellen die de coördinatie van deze twee pilotprojecten op zich neemt. De aanjager stimuleert de samenwerking, zichtbaarheid en evaluatie van beide projecten en ontwikkelt een plan van aanpak voor de doorontwikkeling van deze projecten tot Living Labs en vervolgprojecten. Ook vragen we de aanjager opgedane kennis te delen in het landelijke netwerk City Deal Kennis Maken.
Met het onderzoek Co-creatie, kunst & media en kwetsbare ouderen wil Saskia van de Ree de voorwaarden van het co-creatieve proces van participatieve kunst & mediaprojecten duiden. Als casus is gekozen voor het project Domweg gelukkig in Groningen van Samen in Beeld-TV. Dit Groningse mediaproject maakt televisie met, voor en door ouderen om eenzaamheid aan te pakken. Door de benadering van het werkproces vanuit het meervoudige perspectief van onderliggende ethische, economische, artistieke en sociale aspecten, toetst onderzoeker Saskia van de Ree een door haar ontworpen hybride theoretisch kader op deze concrete participatieve kunst & media- praktijk. Het onderzoek belicht de meervoudigheid van waardecreatie in de sociaal artistieke praktijk en duidt de werkwijze in termen van : 1) de empowerment van kwetsbare groepen 2) waardering van het project in termen van draagvlak en borging 3) kunst en media als ontmoeting/katalysator en 4) co-creatie als een vorm van samen werken en leren. Het onderzoek valt onder de onderzoekslijn Art & Dementia van het lectoraat Image in Context (Academie Minerva, Hanzehogeschool Groningen) en wordt begeleid door dr Anke Coumans.
Ambtenaren openbare orde en veiligheid spelen een centrale rol in de zorg voor maatschappelijke veiligheid. Hun focus ligt van oudsher op de preventie van slachtofferschap van veelvoorkomende criminaliteit (zoals diefstal, vernielingen en vandalisme) en high impact crime (zoals woninginbraak, overvallen en straatroven) binnen hun verzorgingsgebied. Intussen heeft de digitalisering van de samenleving een ongeëvenaarde gelegenheid voor criminaliteit gecreëerd. De totale maatschappelijke schade van cybercrime werd voor 2018 op 10 miljard euro geschat (1% van BNP). Uit cijfers van het CBS blijkt dat tussen 2012 en 2018 het slachtofferschap van hacken zelfs hoger lag dan dat van fietsendiefstal. Nederlandse gemeenten hebben cybercrime in de afgelopen twee jaar dan ook breed als beleidsprioriteit omarmd. Maar in de vertaling van deze beleidsprioriteit naar concrete acties gaat het mis. Duidelijk is dat de ambtenaren openbare orde en veiligheid een taak voor zichzelf zien in de preventie van cybercrime, maar waar te beginnen? In dit project bundelen professionals uit twaalf gemeenten en vier regionale veiligheidsnetwerken hun slagkracht met onderzoekers van twee hogescholen en het NSCR voor de cyberweerbaarheid van de samenleving. De hoofdvraag van dit project luidt: Met welke interventies kunnen ambtenaren openbare orde en veiligheid de cyberweerbaarheid van burgers en bedrijven binnen hun gemeente vergroten? Middels actieonderzoek werken professionals van gemeenten en regio’s samen met onderzoekers aan het verbeteren van bestaande en het ontwikkelen van nieuwe interventies. Daarbij verscherpen zij hun beeld van de omvang en achtergronden van slachtofferschap van cybercrime. Ook onderzoeken zij achtergronden en verklaringen voor het risicobewustzijn en preventief gedrag onder doelgroepen. Deze inzichten worden in verschillende iteraties aangevuld met effectstudies, om tot een set beproefde interventies te komen waarmee de cyberweerbaarheid van burgers en bedrijven zal toenemen.