Dienst van SURF
© 2025 SURF
Eerste deel van een tweedelige artikelenreeks over lerend vermogen bij dementerenden. De levenskwaliteit van mensen met dementie blijkt verhoogd te kunnen worden door het geheugen en lerend vermogen aan te spreken. Het gaat daarbij met name om het onbewuste geheugen (waaronder het associatiegeheugen) en het emotiegeheugen. Leren kan nog via associatieleren, operant leren en een variant van die laatste, het zogeheten foutloos leren. Lees meer over handvatten in de praktijk in deel twee: Foutloos leren bij dementie, Mari Groenendaal.
Aanleiding voor dit project was de constatering van de samenwerkingspartners dat het vakmanschap van docenten in het beroepsonderwijs over het algemeen niet voldoet aan de eisen die een specifieke (v)mbo-context stelt aan een docent. Via participatief onderzoek en herhaalde inventarisaties van ervaringen van betrokkenen is het lerend vermogen van de leerwerkgemeenschappen in kaart gebracht.
Tweede artikel over lerend vermogen bij dementerenden. De levenskwaliteit van mensen met dementie blijkt verhoogd te kunnen worden door het geheugen en lerend vermogen aan te spreken. Twee recente studies van het lectoraat psychogeriatrie aan De Haagse Hogeschool in samenwerking met de universiteit van Bari (Italië) bevestigen dat er nog opmerkelijk positieve resultaten te verwachten zijn met foutloos leren, een variant van operant leren. Deel één is gepubliceerd in het aritkel: Lerend vermogen bij dementie, Frans Hoogeveen.
De synergie tussen Robotica en AI biedt vele oplossingsmogelijkheden voor (internationale) maatschappelijke opgaven waarvoor we staan (SDG’s, de EU Grand-Challenges, KIA’s). Een consortium van thans 9 Hogescholen, TKI-HTSM en Holland Robotics (community >600 organisaties) slaan de handen ineen om de ontwikkeling van praktijkkennis te versnellen, kennis te delen en betekenisvolle oplossingen te realiseren voor allehande vraagstukken op het gebied van de zorg, het klimaat, onze veiligheid, duurzame energievoorziening, het verdienvermogen van de Nederlandse (maak)industrie en het onderwijs. Robotisering en AI biedt publiek/private organisaties nieuwe mogelijkheden om taken, diensten en processen meer efficiënt, veilig en (kosten)effectief uit te voeren. Robots werken (steeds meer) samen met mensen en kunnen gevaarlijke en/of moeilijke taken overnemen. Ze creëren ook nieuwe mogelijkheden, die anders niet mogelijk zijn. Dit platform, aansluitend bij de KIA-Sleuteltechnologieën, heeft ambities om praktijkkennis sneller te ontwikkelen, deze te bundelen en toe te passen in relevante applicatiedomeinen. Alle mooie ontwikkelingen ten spijt, is het lerende vermogen en/of het autonoom handelen van robots nog minder dan dat van mensen. Robots hebben bijvoorbeeld moeite met het omgaan met onvoorziene omstandigheden en werken in ongestructureerde omgevingen. Om robots te kunnen laten denken en doen als mensen, is er nog een lange weg te gaan. De echte synergie tussen Robotica & AI, waarop dit platform zich richt, heeft een veelbelovend potentieel om de volgende sprong te maken om de bovengenoemde uitdagingen aan te gaan. Platformdeelnemers willen, op basis van een gezamenlijk roadmap, nieuwe praktijkkennis delen, ontwikkelen en toepassen in relevante (applicatie)domeinen. Zo worden betekenisvolle bijdragen geleverd aan urgente maatschappelijk vraagstukken. Het platform heeft als doel om in de quintuple helix kennis duurzaam te laten circuleren, een wenkend perspectief te bieden voor alle stakeholders, Applied Smart Robotica & AI-onderzoek beter landelijk en internationaal te positioneren, te focussen op meervoudige waardecreatie en gezamenlijk te werken aan iconische projecten.
Op dit moment wordt elektronica veelal actief gekoeld door middel van een geconditioneerde luchtstroom die geforceerd langs een heat sink wordt gevoerd. Het conditioneren van deze luchtstroom kost veel energie en de benodigde luchtbehandelingsapparatuur vergt grondstoffen. Als voorbeeld kan een datacenter dienen waarbij tot wel 30 % van de benodigde energie wordt gebruikt voor het koelen van de elektronica. Dit projectvoorstel richt zich op onderzoek naar een alternatieve methode voor het koelen van elektronica. Het gaat daarbij om het passief koelen van elektronica d.m.v. een gesloten vloeistofcircuit op basis van natuurlijke convectie. Een 3D geprinte heat sink geeft de warmte af aan een circulerende vloeistof. Via een hoger gelegen warmtewisselaar geeft deze vloeistof de warmte aan de buitenlucht af. Deze passieve manier van koelen bespaart energie en grondstoffen en kent andere voordelen die in de inleiding worden genoemd. Fontys heeft een experimentele opstelling gebouwd waarmee testen zijn gedaan. De heat sinks worden voor het experiment 3D geprint in metaal. Het printen biedt de vormvrijheid die vaak nodig is voor een efficiënt ontwerp dat in staat is het vermogen af te voeren. Het onderzoek bij Fontys is uitgevoerd op door het bedrijfsleven aangeleverde cases. De resultaten wijzen uit dat deze passieve manier van koelen in de aangereikte gevallen werkt. Het betreft echter een experimentele opstelling, met maximaal 3 warmtebronnen en beperkte vermogens. Middels dit project Cooling of Electronics by Natural Convection (CENACO) wil Fontys samen met de consortiumpartners onderzoeken of de methode ook op industriële schaal toepasbaar is. Er moeten reële specificaties worden gedefinieerd. De opstelling moet worden opgeschaald. Voor een juist ontwerp zijn thermal-flow simulaties en onderzoek naar de mogelijkheden om heat sinks te printen nodig.
Creating Cultures of Care beoogt vanuit een kunstenaarsperspectief en ontwerpende aanpak nieuwe handelingen, praktijken en scenario’s te ontwikkelen binnen zorg- en welzijnscontexten. Dit doen we door kennis uit transdisciplinaire co-creatieve (onderzoeks)praktijken uit de regio’s Utrecht, Groningen en Tilburg samen te brengen en uit te bouwen naar een landelijk expertisenetwerk. Met deze SPRONG-groep dragen we bij aan de KIA Maatschappelijk Verdienvermogen: missiegedreven innovaties versnellen en gelijktijdig sociale en economische impact genereren. De context waarin we werken is die van de KIA Gezondheid en Zorg. Het kabinet benadrukt: ‘de samenleving moet voorbereid worden op schaarste in de zorg. Dit kan alleen door samen keuzes te maken, inwoners hun stem te laten horen en samen nieuwe perspectieven te genereren’. In Creating Cultures of Care worden deze stemmen en perspectieven door middel van transdisciplinaire co-creatie onderzocht in regionale CARE-labs. Kunstenaars, zorg- en welzijnsprofessionals, beleidsmakers, patiënten/inwoners en studenten onderzoeken samen eigen drijfveren en gezamenlijke missies om te kunnen bijdragen aan (radicale) transities in zorg en welzijn. Hierbij verschuift de focus van zorgverrichtingen (sturen op efficiency en effectiviteit) naar beleving en welzijn (empathy). In deze CARE-labs werken we aan nieuwe werkwijzen en vormen van waardecreatie, om deze vervolgens te vertalen naar een gezamenlijke kennis- en innovatie agenda en netwerk- en leeractiviteiten. De eerste vier jaar wordt er met publieke en private partijen, lectoraten en het onderwijs integraal samengewerkt aan het opzetten, en valideren van transdisciplinaire co-creatie. We ontwikkelen een concept framework, synthese en publicatie met beschreven praktijken. Deze bieden alle samenwerkpartners handvatten om transdisciplinaire co-creatie in zorg- en welzijnsopgaven, te begrijpen, op te zetten en uit te voeren. Hieruit ontstaat input voor nieuwe verbindende CARE-labs. We werken in vijf werkpakketten: Programmaontwerp en Zichtbaarheid; Onderzoek en Praktijk Ontwerp; Educatie Ontwerp; Synthese en Transitie Ontwerp en aan het Lerend en Onderzoekend Vermogen van de SPRONG-groep.