Dienst van SURF
© 2025 SURF
Gemeente Arnhem heeft als doel geformuleerd dat alle wijken klimaatneutraal moeten zijn voor 2050. Voor de wijk Elderveld-Noord is de uitdaging om een duurzame aardgasvrije energie-infrastructuur te ontwikkelen, bestaande woningen te verduurzamen én energielasten voor huurders gelijk te houden. Deze uitdaging is niet alleen technologisch, maar ook sociaal-maatschappelijk complex. Naast energetische verbetering en gebruik van circulaire materialen gaat het ook om een gezonde en leefbare omgeving voor een zich veranderende populatie met een eigen economische contextkenmerken. De wijk Elderveld-Noord is als proeftuin gestart om deze transitie vorm te geven vanuit technologisch perspectief. De vraag bleef: hoe kan de sociale kant van samenwerking, participatie en implementatie hierbij worden ingevuld in een dynamisch leerproces? Via een proces van vraagarticulatie met de stakeholders in deze proeftuin is de praktijkvraag ontstaan hoe een actieve ontwerpgerichte en lerende gemeenschap te realiseren, waarbij een cocreatieproces tot een integrale, succesvolle energietransitie leidt. Vanuit deze praktijkvraag is de volgende onderzoeksvraag ontstaan: Op welke wijze kan een transdisciplinaire lerende gemeenschap worden gevormd die zich richt op meervoudige waardecreatie voor het aardgasvrij maken van de Arnhemse wijk Elderveld-Noord en hoe kan dit proces leiden tot de ontwikkeling van een lerende aanpak zodat in andere wijken van Arnhem hier ook mee gewerkt kan worden? Het beoogde resultaat is transformatieve kennisontwikkeling met een lerende gemeenschap ter ondersteuning van de energietransitie in de pilotwijk Elderveld-Noord, leidend tot een participatieve lerende aanpak voor energietransitie in andere wijken: De Arnhemse Lerende Aanpak. Dat vergt een systeemgerichte, transdisciplinaire opzet. De vraag is hoe we die cocreatie vormgeven en welke lessen we daaruit leren in een transdisciplinaire aanpak van integrale wijkvernieuwing. De beoogde impact van dit onderzoek is dat lerende gemeenschappen van publiek-private samenwerkingen voor de wijkgerichte energietransitie in hoge mate zullen bijdragen aan gezonde en klimaatneutrale wijken in Arnhem en in Nederland.
De bouwwereld is op dit moment één van de grote uitstoters van CO2. Van het winnen van grondstoffen tot het fabriceren van bouwmaterialen en het uiteindelijke gebruik van gebouwen, elke fase van de bouwcyclus draagt bij aan de emissies van broeikasgassen. Er is daarom een grote noodzaak om de bouw meer klimaatneutraal te maken en dat kan bijvoorbeeld door het gebruik van biobased materialen. Met name het gebruik van biobased isolatiematerialen is veelbelovend: deze materialen dragen immers op twee manieren bij: opslag van koolstof in het materiaal, en minder energieverbruik in de gebruiksfase. Biobased isolatiematerialen zoals vlas, hennep, cellulose en riet worden echter nog niet op grote schaal toegepast, omdat er zorgen zijn omtrent hun vochtbestendigheid. De materialen kunnen makkelijk vocht (damp en vloeistof) opnemen door hun chemische eigenschappen en kunnen daardoor onder minder ideale omstandigheden, zoals slechte ventilatie (bijv. bij na-isolatie), gaan rotten of schimmelen. In dit project willen we de materialen vochtbestendiger maken door ze een behandeling te geven (‘veresteren’) waardoor ze meer waterafstotend worden, en daarmee beter bestand tegen vocht en rot/schimmel. Idealiter doen we dat op een manier waarop het biobased karakter van de materialen bewaard blijft. Op deze manier kunnen deze materialen geschikter gemaakt worden voor grootschalige toepassing.
De Nederlandse economie dient eind 2050 volledig circulair te zijn. Zo heeft het Kabinet in 2023 in het Nationale Programma Circulaire Economie (NPCE) bepaald. Voor de bouwsector betekent dit we dan ‘voorzien in de sociaaleconomische behoeften aan huisvesting en infrastructuur, zonder daarbij de draagkracht van de aarde te overschrijden in de vorm van uitputting, CO2 uitstoot, vervuiling, biodiversiteitsverlies en andere milieuschade. Hierbij is er geen sprake van afwenteling in de tijd, naar andere landen of verlies van andere sociaaleconomische waarden, zoals leveringsrisico’s, ten gevolge van de circulaire bouweconomie’. Met dit project beogen Saxion en Van Hall Larenstein om in het komende decennium de kennisimpact van hout als circulair bouwmateriaal te vergroten. Hout heeft grote potentie als circulair bouwmateriaal, is intrinsiek klimaatneutraal en herbruikbaar. In de keten ontbreekt nog echter voldoende kennis en praktijkervaring om die potentie te benutten. Door kennis van lectoraten op gebieden van functioneel bouwen en effectieve bosbouw te bundelen, creëren we een kennisketen vanaf het planten van een boom tot en met het toekomstbestendig (her)gebruik van constructief hout in een gebouw. Dit vormt de basis voor dé onderzoekgroep op gebied van het hoogwaardig houtgebruik in de bouw. Het gebruik van hout als bouwmateriaal biedt verschillende voordelen: het is duurzaam, milieuvriendelijk, herbruikbaar en recyclebaar. Het isoleert, is licht van gewicht, esthetisch veelzijdig en creëert een gezond binnenklimaat. En het is ook nog eens constructief goed te verwerken in complexe bouwwerken. Kortom, hout is als bouwmateriaal cruciaal voor een klimaatbestendige toekomst.