Gelijkwaardige kansen om te ontwikkelen in de samenleving Nederland ondertekende in maart 2007 het VN Verdrag voor de Rechten van mensen met beperking. Het verdrag beoogt dat de circa 650 miljoen mensen met een handicap wereldwijd op dezelfde wijze als anderen kunnen deelnemen aan het maatschappelijke leven en de universele rechten van de mens kunnen genieten. Het verdrag verplicht de lidstaten om sociale en fysieke belemmeringen weg te nemen die gehandicapten dagelijks ervaren. Nederland onderschrijft de VN Standaardregels voor Gelijke Kansen voor Mensen met beperking waarin staten worden opgeroepen gelijke kansen te bieden door alle aspecten van het maatschappelijke verkeer voor iedereen toegankelijk te maken. Ook onderschreef Nederland in 1994 de Verklaring van Salamanca van Unesco waarin staat dat ieder kind een fundamenteel recht heeft op onderwijs en in staat moet worden gesteld een acceptabel niveau van leren te bereiken en op peil te houden. Allen met speciale onderwijsbehoeften moeten toegang hebben tot reguliere scholen, welke hen opnemen in een kindgericht pedagogisch klimaat dat in staat is aan hun behoeften tegemoet te komen. In het inclusiemanifest wordt beschreven dat het Nederlandse Wetboek van Strafrecht stelt dat elke vorm van onderscheid, uitsluiting, beperking of voorkeur, die ten doel heeft of ten gevolge kan hebben dat de erkenning, het genot of de uitoefening op voet van gelijkheid van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden op politiek, economisch, sociaal, cultureel of andere terreinen van het maatschappelijke leven, wordt teniet gedaan of aangetast strafbaar is.
Gelijkwaardige kansen om te ontwikkelen in de samenleving Nederland ondertekende in maart 2007 het VN Verdrag voor de Rechten van mensen met beperking. Het verdrag beoogt dat de circa 650 miljoen mensen met een handicap wereldwijd op dezelfde wijze als anderen kunnen deelnemen aan het maatschappelijke leven en de universele rechten van de mens kunnen genieten. Het verdrag verplicht de lidstaten om sociale en fysieke belemmeringen weg te nemen die gehandicapten dagelijks ervaren. Nederland onderschrijft de VN Standaardregels voor Gelijke Kansen voor Mensen met beperking waarin staten worden opgeroepen gelijke kansen te bieden door alle aspecten van het maatschappelijke verkeer voor iedereen toegankelijk te maken. Ook onderschreef Nederland in 1994 de Verklaring van Salamanca van Unesco waarin staat dat ieder kind een fundamenteel recht heeft op onderwijs en in staat moet worden gesteld een acceptabel niveau van leren te bereiken en op peil te houden. Allen met speciale onderwijsbehoeften moeten toegang hebben tot reguliere scholen, welke hen opnemen in een kindgericht pedagogisch klimaat dat in staat is aan hun behoeften tegemoet te komen. In het inclusiemanifest wordt beschreven dat het Nederlandse Wetboek van Strafrecht stelt dat elke vorm van onderscheid, uitsluiting, beperking of voorkeur, die ten doel heeft of ten gevolge kan hebben dat de erkenning, het genot of de uitoefening op voet van gelijkheid van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden op politiek, economisch, sociaal, cultureel of andere terreinen van het maatschappelijke leven, wordt teniet gedaan of aangetast strafbaar is.
In this chapter the autor explores the contours and possible effects of the WMO for the local government level. First she gives a short overview of the main features of the WMO (PAR. 2.5). Then she describes the challenges that local government is confronted with, especially the political decisions that have to be taken at the local level (PAR. 2.3). The question to be answered is whether or not the WMO means an impulse for local democracy in the Netherlands. To that purpose, two quick comparisons are made (PAR. 2.4): with other decentralisation operations in the Netherlands, and with the decentralisation of social care and welfare in Sweden. These comparisons make it possible to determine two main conditions for creating an impulse for local politics, which are presented in PAR. 2.5. The article ends by some concluding remarks on the effect of the WMO on the local democracy in the Netherlands.
In deze SPRONG-groep staan jongeren en (jong) volwassenen die op langdurige zorg zijn aangewezen centraal. Samen willen we participatiemogelijkheden bevorderen, zodat jongeren en (jong) volwassenen in kwetsbare situaties en posities in hun eigen leefomgeving kunnen floreren. Om dat te kunnen realiseren is het nodig dat er geredeneerd wordt vanuit de gehele levensloop van zorgvragers. Jeugdzorg, Gehandicaptenzorg en GGZ gaan hierin samen optrekken. Ons doel is dat zorg- en welzijnsprofessionals met jongeren en (jong) volwassenen en hun netwerk en met elkaar vanuit de onderliggende waarden sociaal, inclusief en relationeel BETEKENISVOL SAMENWERKEN. Met ons kennisnetwerk verdiepen en onderbouwen we deze visie verder en maken we ons hard voor het includeren van de stem en positie van jongeren en (jong) volwassenen en hun gezinnen zelf, zodat innovatie van binnenuit gebeurt. Hiertoe vormen we een krachtige SPRONG -groep die bestaat uit: 12 Lectoraten van vier verschillende Hogescholen 12 Ervaringsdeskundigen 11 Werkveldpartners vanuit Jeugdzorg, GGZ en Gehandicaptenzorg 3 Universiteiten 3 belangenverenigingen 2 Kenniscentra 2 Gemeenten 1 Beroepsvereniging De SPRONG-groep BETEKENISVOL SAMENWERKEN zal zich de komende jaren richten op: het agenderen van de sociale aspecten van innovatie die nodig zijn om voldoende participatiemogelijkheden te scheppen, het ontwikkelen van onderwijs voor meer dan 3000 studenten in het sociale domein, het verbeteren van de eigen onderzoeksorganisatie om onderzoek met mensen in kwetsbare situaties en posities recht te kunnen doen en het implementeren van nieuwe inzichten uit de bij de SPRONG-groep betrokken zorginnovaties in het werkveld en in het onderwijs. In de tweede periode van de SPRONG-groep willen we graag uitbreiden met (internationale) partners vanuit zorgtechnologie en kunst. Hierdoor kunnen we winnen aan zeggingskracht en impact waarbij ook technologische inzichten kunnen worden benut en kan geleerd worden om anders te kijken en te confronteren en te bevragen wat vanzelfsprekend lijkt.
De vraag naar de stand van zaken rond signalering en diagnostiek van seksueel misbruik bij mensen met een LVB en de wijze waarop psychomotorisch therapeuten hieraan een bijdrage (kunnen) leveren, is een centrale vraag in ons RAAK-PRO onderzoek “Seksueel trauma bij mensen met een licht verstandelijke beperking: de inzet van psychomotorische therapie”. Nu een grootschalig onderzoek direct bij cliënten niet mogelijk is, willen we de kwaliteit van het onderzoeksproject waarborgen door de noodzakelijke informatie langs andere weg te verzamelen. In de voorgestelde RAAK Impuls wordt door middel van online onderzoek een inventarisatie gemaakt van (het beleid ten aanzien van) preventie, signalering en behandeling van slachtoffers van seksueel misbruik in de verstandelijk gehandicaptenzorg. Deze studie kent twee onderdelen: beleidsonderzoek en hulpverlenersonderzoek. Voor elk onderdeel wordt een aparte online enquête gemaakt. 1) In het beleidsonderzoek vullen managers/leidinggevenden op directieniveau van organisaties in de verstandelijk gehandicaptenzorg een online enquête in over het beleid ten aanzien van preventie, signalering en behandeling van slachtoffers van seksueel misbruik. 2) In het hulpverlenersonderzoek vullen gedragsdeskundigen, psychomotorisch therapeuten en (persoonlijk) begeleiders een online enquête in over preventie, signalering en behandeling van slachtoffers van seksueel misbruik. Met behulp van deze enquête wordt een inventarisatie gemaakt van preventieve maatregelen, diagnostische instrumenten en behandelmethoden en behandelprotocollen die gebruikt worden in de behandeling van cliënten met seksueel misbruik ervaringen. Op basis van de resultaten wordt voor het werkveld een rapport geschreven met daarin de huidige stand van zaken ten aanzien van preventie, signalering en behandeling van seksueel misbruik bij mensen met een verstandelijk beperking. In het rapport zullen ook handvatten en mogelijke verbeterpunten worden geformuleerd.. Daarnaast zal het rapport inzicht geven in de wijze waarop seksueel misbruik zich manifesteert bij mensen met een LVB. Deze informatie is van groot belang in het kader van het hoofddoel van het overkoepelende onderzoeksproject.
Op een waardige manier deelnemen aan en deel zijn van het maatschappelijk leven is niet altijd even makkelijk als je een beperking hebt. Het onderzoek van Jeroen Knevel is erop gericht bij te dragen aan de levenskwaliteit van mensen die belemmeringen ervaren. Zijn onderzoek doet hij samen met de praktijk en laat hij in allerlei creatieve en speelse vormen terugkomen in het onderwijs.