Dienst van SURF
© 2025 SURF
Paper describes an experiment within the Digital Society Hub with students of the master International Communication, and IBM into big data applications within the communication profession
Tussenstand van het onderzoek, uitgevoerd door de HvA en UvA, naar het Amsterdams Experiment met de Bijstand (2018-2022), waarin wordt geschreven over de methode, uitkomsten en het belang van kwantitatief in combinatie met kwalitatief onderzoek.--Samenvatting (English)In the period 2018-2021 the municipality of Amsterdam conducted an experiment with beneficiaries of social assistance. Benefit recipients could voluntarily participate in the experiment. They were randomly assigned to three experimental conditions, viz. ‘extra attention’ (in which they received more frequent counseling and support), ‘self-direction’ (which offered the participants the freedom to make their own choices), and the ‘comparison group’ (the control group which received the customary treatment). Under all three conditions, participants who worked part-time could earn up to €200 a month on top of their social assistance benefit. A little over 800 participants (of the 5,000 in total) were followed closely by researchers of the Amsterdam University of Applied Science (HvA) and the University of Amsterdam (UvA). Although the participants who got ‘extra attention’ did not significantly flow out more frequently from the social assistance system than participants in the other two conditions, they did more often have a part-time job at the end of the experiment. There were no significant differences between the conditions with respect to participation in other non-paid activities, such as voluntary work and informal care. In-depth interviews with a selection of the participants showed, among other outcomes, that they considered the financial uncertainty as a main hindrance for doing (more) part-time work.
Het Amsterdams Experiment rondom de BijstandIn 2017 voldeed de gemeente Amsterdam niet aan alle voorwaarden van het Ministerie van VWS om aan te sluiten bij het landelijke experiment rondom de bijstand ihkv de Participatiewet. Amsterdam besloot haar eigen experiment op te zetten. Amsterdam telt circa 40.000 bijstandsgerechtigden. Ondanks de aantrekkende arbeidsmarkt wordt deze groep niet kleiner. Amsterdam wil onderzoeken of ze haar huidige beleid kan aanpassen in de hoop dat meer bijstandsgerechtigden –duurzaam- de stap naar (deeltijd) werk durven en kunnen zetten. Het Amsterdam Experiment rond de bijstand is in 2018 gestart en wordt onderzocht door de HvA ism de UvA. De algemene onderzoeksvraag is onder welke condities mensen in de bijstand optimaal kunnen participeren. Doel is inzicht krijgen in de effecten van beleid in termen van financiële (betaald werk) en maatschappelijke (onbetaald werk, welbevinden) participatie. Gedurende vier jaar worden 750 deelnemers geïnterviewd, zodat kan worden gekeken of hun situatie verandert. Afgelopen jaar zijn deelnemers geïnterviewd voor een nulmeting. Op basis van deze nulmeting hebben we een indruk van (a) de mate van het financieel en maatschappelijk participeren van de deelnemers bij aanvang van het experiment en (b) hun opvattingen en attitudes ten aanzien van de bijstand en de instituties waar zij mee te maken hebben.Dit artikel behandelt eerst de start en opzet van het experiment. Vervolgens schetsen we met de nulmeting een aantal kenmerken van de groep bijstandsgerechtigden. Om grip te krijgen op de diversiteit van de onderzoeksgroep maken we gebruik van een clustering van ‘typen’ bijstandsgerechtigden.
De alliantie tussen professionals en cliënten in de jeugdzorg is een krachtige algemeen werkzame factor in de hulp aan kinderen en ouders met opvoedproblemen. De alliantie tussen professionals en cliënten bestaat uit de persoonlijke klik, overeenstemming over de doelen waaraan gewerkt wordt en de wijze waarop er samengewerkt wordt aan die doelen. Een positieve alliantie in een vroeg stadium van het hulpverleningstraject is een betrouwbare voorspeller van een positieve uitkomst. Het vroegtijdig zicht krijgen op de kwaliteit van de alliantie geeft de mogelijkheid om breuken en deuken in beeld te brengen en vroegtijdig bespreekbaar te maken en te herstellen. Het ritueel om de alliantie bespreekbaar te maken wordt in de praktijk nog weinig gestalte gegeven. Het vergt van professionals een scherp observatievermogen, goede reflectievaardigheden en de nodige creativiteit om het ritueel in het primair proces te passen. Met de te ontwikkelen experimentele leerlijn waar deze aanvraag op ingaat willen werkveldpartners inzetten op het aanleren van deze vaardigheden.
Diverse partijen, zowel marktpartijen als kennisinstellingen, gaan in 2020 samenwerken in een pilot om te toetsen in hoeverre zij de plant kardoen (familie van de artisjok distel) in haar volle potentieel kunnen gebruiken voor diverse commerciële doeleinden, zoals bloemen, voedsel, composiet en een lamp. Er wordt in deze pilot onderzoek gedaan naar: - Gebruik van reststromen als bodemverbeteraar - Teelt van kardoen - Verwerking van kardoen
Hoe kan zorgvernieuwing structureel en efficiënt gerealiseerd worden door inzet van 3D-technieken en welke praktische medische vraagstukken worden hiermee opgelost? Dat was een vraag die voortkwam uit experimenten van MST (afdeling Radiotherapie) voor het KIEM-project ‘Zorgvernieuwing door de inzet van 3D’. Hierin is onderzoek gedaan naar state-of-the-art 3D-technieken in de zorg. Op basis hiervan is een roadmap ontwikkeld waarin de kansen voor MST zijn samengevat. Dit heeft MST-intern geleid tot intensieve discussies over de vraag HOE deze 3D-technieken gerealiseerd kunnen worden in de huidige workflow. Uit de roadmap is een selectie gemaakt waar 3D-technieken een duidelijke meerwaarde kunnen bieden, als deze goed geïntegreerd kunnen worden met de ontwikkelende workflow binnen het in het KIEM-project opgezette Medisch-3D-Printlab bij het MST. De uitdaging is enerzijds om 3D-printen succesvol te introduceren en implementeren in de bestaande workflow van verschillende afdelingen in het ziekenhuis, waardoor innovatie in de zorg plaatsvindt en de kwaliteit van deze zorg verbeterd kan worden. Anderzijds een volgende stap in de mogelijkheden van 3Dprinten te verkennen: combinatie harde-zachte materialen. Het MST, Saxion Lectoraat Industrial Design en FabLab Enschede slaan de handen ineen, samen de met nieuwe partners uit de regio Siemonsma Tandtechniek en LAYaLAY om 3D-technieken daadwerkelijk te implementeren binnen de complexe wereld van het ziekenhuis. Doel van dit project is drieledig: 1) Implementatie van nieuwe 3D-technieken uit de roadmap en deze te optimaliseren aan de hand van praktijkcasussen. 2) Het verkennen van kansen binnen verschillende medische disciplines alsmede nieuwe 3Dscan/ printtechnieken (combinatie van harde-zachte materialen). 3) Het bijeenbrengen van nieuwe kennispartners en andere specialismen om dit thema grootschalig uit te werken in een vervolgproject.