Dienst van SURF
© 2025 SURF
Finance and accounting behandelt in een boek de essentiele aspecten van drie disciplines: financieel management, management accounting en financial accounting. Dit maakt Finance and accounting tot een breed en waardevol engelstalig naslagwerk.
We zitten momenteel in een transitie-periode waarin we van een lineaire economie op basis van bestaande business modellen gericht op economische waarde maximalisatie toegaan naar een circulaire economie, waar business modellen streven naar waarde behoud. De volgende stap is de overgang naar een regeneratieve of restauratieve economie, waarin niet alleen economische waarde, maar ook ecologische en sociale waarde wordt gecreëerd (meervoudige waardecreatie). Vanuit accounting perspectief is een parallelle ontwikkeling zichtbaar. Ons huidige accounting systeem is met name gericht op economische waarde. Als gevolg van de transitie van een lineaire economie naar een circulaire economie, zijn er accounting modellen en frameworks in ontwikkeling gericht op meervoudige waardecreatie. De auteurs zijn echter van mening dat in de literatuur een cruciale gap bestaat tussen de ontwikkeling van accounting en meervoudige waardecreatie, en dat huidige modellen en frameworks gericht op meervoudige waarde vooral leiden tot ‘greenwashing’. In deze bijdrage gaan wij na in hoeverre de vigerende concepten van accounting bruikbaar zijn om te sturen op meervoudige waarde. Onder sturen wordt in dit kader bedoeld het bepalen, meten en waarderen. Dit doen wij aan de hand van een conceptuele analyse waarbij we de toepassing van de vigerende accounting concepten ten aanzien van profit vergelijken met mogelijke toepassing van deze concepten in relatie tot people en planet. Wij concluderen dat deze concepten over het algemeen niet toepasbaar zijn voor people en planet. Wij stellen daarom een alternatieve benadering voor, waarbij wij menen dat vigerende accounting concepten grotendeels toepasbaar zijn op people en planet. Dit is gebaseerd op een aanpak waarin het huidige ontologische uitgangspunt van accounting wordt verlaten en waarin we een aangepast ontologisch uitgangspunt verder uitwerken aan de hand van de Triple Depreciation Line (TDL) van Rambaud & Richard (2015). Tenslotte hebben we kritiekpunten geformuleerd op de TDL systematiek en stellen we een alternatieve TDL systematiek voor. Hiermee beoogt dit paper een bijdrage te leveren aan het inzichtelijk maken van de praktische en conceptuele problemen bij de toepassing van vigerende accounting concepten in een circulaire economie, om vervolgens mogelijke oplossingsrichtingen aan te reiken, gericht op bescherming, herstel en regeneratie van natuurlijk en sociaal kapitaal.
The book is about finance and accounting, subjects widely discussed in many other books. What sets this book apart from most others is that it discusses all the basic aspects of finance and accounting in one single textbook. Three areas of interest are discussed: Financial Management; Management Accounting; Financial Accounting. Typically, these three subjects are treated separately as individual topics. They are closely related, however, since they all deal with the many financial issues facing business organizations. All topics are discussed at an introductory level, which makes this book very useful for introductory courses on finance & accounting. This book will be of interest to students preparing for a more in depth study of the topics later in their curriculum as well as for those who need a basic yet comprehensive introduction to the subject. The book's intended audience is students following bachelor programs of business science. However it may also be suitable for master program students, especially for those students whose focus is more on practical relevance than on academic theory. The author has many years of experience in teaching students from many different countries and backgrounds. This experience is reflected in the no nonsense approach and the many examples throughout the text.
BENEFIT staat voor: BedrijfsmodEl verandering, dyNamische capaciteiten & prestatiE-indicatoren in FysIoTherapie-organisaties. Fysiotherapie-organisaties zijn kleine zorgbedrijven die actief zijn in een gereguleerde markt. Ondanks het ontbreken van volledige ondernemersvrijheid, worden ze uitgedaagd slim en goed in te spelen op de veranderende vraag naar fysiotherapie en daarbij een gezonde bedrijfsvoering te voeren. Doel BENE-FIT het als doel kennis te verzamelen over capaciteiten die fysiotherapie-organisaties nodig hebben om de inrichting van hun bedrijf aan te kunnen passen aan de snel veranderende markt en zodoende hun bedrijfsprestaties te verbeteren. Resultaten BENE-FIT beoogt opbrengsten te creëren voor zowel de wetenschap, de praktijk en het onderwijs: Wetenschap: Met dit onderzoek wordt bijgedragen aan de kennis over ‘dynamische capaciteiten’ van eerstelijns zorgorganisaties, in het bijzonder fysiotherapie-organisaties, en de invloed van bedrijfsmodel verandering hierop. Praktijk: Dit onderzoek geeft eenduidigheid over de prestatie-indicatoren voor bedrijfsprestaties en dynamische capaciteiten van eerstelijns fysiotherapie-organisaties Praktijk: De kennis over de prestatie-indicatoren en de dynamische capaciteiten worden gebruikt om een tool te ontwikkelen die fysiotherapie-organisaties in staat stelt om hun bedrijfsprestaties te monitoren en dynamische capaciteiten toe te passen; Onderwijs: Dit project is een voorbeeld van interdisciplinair onderzoek, wat interdisciplinair onderwijs kan versterken. Met name cross-overs tussen het Institute for Finance and Accounting en het Instituut voor Bewegingsstudies zullen actief gelegd worden. Looptijd 01 april 2002 - 31 maart 2028 Aanpak Het onderzoek is opgedeeld in vier opeenvolgende stappen. Gestart wordt met een literatuuronderzoek naar prestatie-indicatoren voor bedrijfsprestaties van eerstelijns fysiotherapie-organisaties. Vervolgens wordt via interviews met eigenaren en managers van fysiotherapie-organisaties inzicht verkregen in capaciteiten die een organisatie nodig heeft om haar processen te integreren, bouwen en her-configureren (dynamische capaciteiten). Via het herhaald ondervragen van een grote groep fysiotherapie-organisaties over een periode van twee jaar willen we helder krijgen hoe de dynamische capaciteiten van een organisatie samenhangen met de bedrijfsprestaties van deze organisaties. De opgedane kennis verwerken we tot een hulpmiddel die fysiotherapie-organisaties kunnen inzetten in hun praktijkvoering. In de laatste deelstudie volgen we een klein aantal fysiotherapie-organisaties die het hulpmiddel gebruiken nauwgezet om erachter te komen of en hoe het hulpmiddel bijdraagt aan het verbeteren van bedrijfsprestaties van deze organisaties. Relevantie Fysiotherapie-organisaties spelen in potentie een belangrijke rol in het behoud van gezondheid van een grote groep mensen met (chronische) aandoeningen. Op dit moment ervaren ze druk om hun hoofd financieel boven water te houden én tegelijkertijd kwalitatief goede zorg te bieden. Inzicht, kennis en vaardigheden zijn nodig om fysiotherapie-organisaties te ondersteunen bij het optimaal inzetten van dynamische capaciteiten ten behoeve van hun bedrijfsprestaties. Op die manier kunnen ze hun potentiële voor de zorg van de toekomst waarmaken. Bovendien is de kennis die in dit onderzoek opgedaan wordt niet enkel toe te passen door fysiotherapie-organisaties, maar ook andere eerstelijns zorgbedrijven.
BENEFIT staat voor: BedrijfsmodEl verandering, dyNamische capaciteiten & prestatiE-indicatoren in FysIoTherapie-organisaties. Fysiotherapie-organisaties zijn kleine zorgbedrijven die actief zijn in een gereguleerde markt. Ondanks het ontbreken van volledige ondernemersvrijheid, worden ze uitgedaagd slim en goed in te spelen op de veranderende vraag naar fysiotherapie en daarbij een gezonde bedrijfsvoering te voeren. Doel BENE-FIT het als doel kennis te verzamelen over capaciteiten die fysiotherapie-organisaties nodig hebben om de inrichting van hun bedrijf aan te kunnen passen aan de snel veranderende markt en zodoende hun bedrijfsprestaties te verbeteren. Resultaten BENE-FIT beoogt opbrengsten te creëren voor zowel de wetenschap, de praktijk en het onderwijs: Wetenschap: Met dit onderzoek wordt bijgedragen aan de kennis over ‘dynamische capaciteiten’ van eerstelijns zorgorganisaties, in het bijzonder fysiotherapie-organisaties, en de invloed van bedrijfsmodel verandering hierop. Praktijk: Dit onderzoek geeft eenduidigheid over de prestatie-indicatoren voor bedrijfsprestaties en dynamische capaciteiten van eerstelijns fysiotherapie-organisaties Praktijk: De kennis over de prestatie-indicatoren en de dynamische capaciteiten worden gebruikt om een tool te ontwikkelen die fysiotherapie-organisaties in staat stelt om hun bedrijfsprestaties te monitoren en dynamische capaciteiten toe te passen; Onderwijs: Dit project is een voorbeeld van interdisciplinair onderzoek, wat interdisciplinair onderwijs kan versterken. Met name cross-overs tussen het Institute for Finance and Accounting en het Instituut voor Bewegingsstudies zullen actief gelegd worden. Looptijd 01 april 2002 - 31 maart 2028 Aanpak Het onderzoek is opgedeeld in vier opeenvolgende stappen. Gestart wordt met een literatuuronderzoek naar prestatie-indicatoren voor bedrijfsprestaties van eerstelijns fysiotherapie-organisaties. Vervolgens wordt via interviews met eigenaren en managers van fysiotherapie-organisaties inzicht verkregen in capaciteiten die een organisatie nodig heeft om haar processen te integreren, bouwen en her-configureren (dynamische capaciteiten). Via het herhaald ondervragen van een grote groep fysiotherapie-organisaties over een periode van twee jaar willen we helder krijgen hoe de dynamische capaciteiten van een organisatie samenhangen met de bedrijfsprestaties van deze organisaties. De opgedane kennis verwerken we tot een hulpmiddel die fysiotherapie-organisaties kunnen inzetten in hun praktijkvoering. In de laatste deelstudie volgen we een klein aantal fysiotherapie-organisaties die het hulpmiddel gebruiken nauwgezet om erachter te komen of en hoe het hulpmiddel bijdraagt aan het verbeteren van bedrijfsprestaties van deze organisaties. Relevantie Fysiotherapie-organisaties spelen in potentie een belangrijke rol in het behoud van gezondheid van een grote groep mensen met (chronische) aandoeningen. Op dit moment ervaren ze druk om hun hoofd financieel boven water te houden én tegelijkertijd kwalitatief goede zorg te bieden. Inzicht, kennis en vaardigheden zijn nodig om fysiotherapie-organisaties te ondersteunen bij het optimaal inzetten van dynamische capaciteiten ten behoeve van hun bedrijfsprestaties. Op die manier kunnen ze hun potentiële voor de zorg van de toekomst waarmaken. Bovendien is de kennis die in dit onderzoek opgedaan wordt niet enkel toe te passen door fysiotherapie-organisaties, maar ook andere eerstelijns zorgbedrijven.
Traffic accidents are a severe public health problem worldwide, accounting for approximately 1.35 million deaths annually. Besides the loss of life, the social costs (accidents, congestion, and environmental damage) are significant. In the Netherlands, in 2018, these social costs were approximately € 28 billion, in which traffic accidents alone accounted for € 17 billion. Experts believe that Automated Driving Systems (ADS) can significantly reduce these traffic fatalities and injuries. For this reason, the European Union mandates several ADS in new vehicles from 2022 onwards. However, the utility of ADS still proves to present difficulties, and their acceptance among drivers is generally low. As of now, ADS only supports drivers within their pre-defined safety and comfort margins without considering individual drivers’ preferences, limiting ADS in behaving and interacting naturally with drivers and other road users. Thereby, drivers are susceptible to distraction (when out-of-the-loop), cannot monitor the traffic environment nor supervise the ADS adequately. These aspects induce the gap between drivers and ADS, raising doubts about ADS’ usefulness among drivers and, subsequently, affecting ADS acceptance and usage by drivers. To resolve this issue, the HUBRIS Phase-2 consortium of expert academic and industry partners aims at developing a self-learning high-level control system, namely, Human Counterpart, to bridge the gap between drivers and ADS. The central research question of this research is: How to develop and demonstrate a human counterpart system that can enable socially responsible human-like behaviour for automated driving systems? HUBRIS Phase-2 will result in the development of the human counterpart system to improve the trust and acceptance of drivers regarding ADS. In this RAAK-PRO project, the development of this system is validated in two use-cases: I. Highway: non-professional drivers; II. Distribution Centre: professional drivers.