Dienst van SURF
© 2025 SURF
Dit onderzoek schetst het dagelijks werk van de nieuwe functie 'community builder' bij de gemeente Den Haag. Daarbij brengen we hun werkterrein en aanpak in beeld. Daarnaast belichten we de positie van de community builders binnen de dynamiek van de wijk en van de gemeentelijke organisatie. Tot slot formuleren we aanbevelingen om de conceptuele, institutionele en professionele positie van de community builders te versterken.
Adaptive governance describes the purposeful collective actions to resist, adapt, or transform when faced with shocks. As governments are reluctant to intervene in informal settlements, community based organisations (CBOs) self-organize and take he lead. This study explores under what conditions CBOs in Mathare informal settlement, Nairobi initiate and sustain resilience activities during Covid-19. Study findings show that CBOs engage in multiple resilience activities, varying from maladaptive and unsustainable to adaptive, and transformative. Two conditions enable CBOs to initiate resilience activities: bonding within the community and coordination with other actors. To sustain these activities over 2.5 years of Covid-19, CBOs also require leadership, resources, organisational capacity, and network capacity. The same conditions appear to enable CBOs to engage in transformative activities. How-ever, CBOs cannot transform urban systems on their own. An additional condition, not met in Mathare, is that governments, NGOs, and donor agencies facilitate, support, and build community capacities. This is the peer reviewed version of the following article: Adaptive governance by community-based organisations: Community resilience initiatives during Covid‐19 in Mathare, Nairobi. which has been published in final form at doi/10.1002/sd.2682. This article may be used for non-commercial purposes in accordance with Wiley Terms and Conditions for Use of Self-Archived Versions
This article draws on Robinson, McNeill and Maruna’s argument (2012) about the adaptability of community sanctions and measures, observed through four distinctive penal narratives, in order to shed light on the regional development of community service in Wroclaw, Poland. While the managerial adaptation of community sanctions is underpinned by an inter-agency cooperation to fulfil the goals of the system, the contemporary rehabilitation iteration has become a toolkit of measures predominantly phrased around risk management, the reparative discourse seeks various means to repair harm, and the punitive orientation represent the turn to desert-based and populist sentencing frameworks. In this article, the first three are reflected upon along with the emerging, restorative adaptation of community sanctions. The last one is added to expand on the findings of previous research, which suggests the viability of the restorative orientation for community service in Poland (Matczak, 2018). A brief discussion of how punishment, probation and restorative justice can be reconciled is followed by the introduction of Polish Probation and the role of probation officers in delivering community service in Poland. Although the penal narratives are visible in the Wrocław model to different degrees and in various combinations, more research is required to evaluate the viability of a progressive orientation to punishment during a gradual optimisation of community orders. Originally published: Anna Matczak, The penal narratives of community sentence and the role of probation: The case of the Wrocław model of community service, European journal of probation (Vol. 13 nr. 1) pp. 72-88. Copyright © 2021year (The Author). DOI: 10.1177/2066220320976105
MULTIFILE
MUSE supports the CIVITAS Community to increase its impact on urban mobility policy making and advance it to a higher level of knowledge, exchange, and sustainability.As the current Coordination and Support Action for the CIVITAS Initiative, MUSE primarily engages in support activities to boost the impact of CIVITAS Community activities on sustainable urban mobility policy. Its main objectives are to:- Act as a destination for knowledge developed by the CIVITAS Community over the past twenty years.- Expand and strengthen relationships between cities and stakeholders at all levels.- Support the enrichment of the wider urban mobility community by providing learning opportunities.Through these goals, the CIVITAS Initiative strives to support the mobility and transport goals of the European Commission, and in turn those in the European Green Deal.Breda University of Applied Sciences is the task leader of Task 7.3: Exploitation of the Mobility Educational Network and Task 7.4: Mobility Powered by Youth Facilitation.
Samenvatting Mensen met een beperking (psychiatrisch, verstandelijk, lichamelijk) wonen tegenwoordig vaker zelfstandig en doen voor hun ondersteuning daarom vaker een beroep op mensen in de buurt waar zij wonen. Dit betekent voor de professionele hulpverleners dat zij een steeds grotere taak krijgen in het versterken van het sociale netwerk van mensen met een beperking, en het (op deze wijze) bevorderen van inclusie in de buurt. In hun werk merken zorg- en welzijnsprofessionals op dat, soms relatief spontaan ingezette of kleine initiatieven succesvol kunnen zijn, maar soms ook niet. De professionals hebben wel ideeën over wat goed werkt en wat niet, maar dit is niet op één centrale plek vastgelegd, en daarbij soms onduidelijk en afhankelijk van de context. Zij vragen zich af hoe ze de informatie die ze elk hebben kunnen bundelen en tot meer inzicht kunnen komen in wat werkt, in welke situatie en in welke context. In het project wordt samengewerkt door de Hogeschool van Amsterdam (AKMI / Lectoraat Community Care), de Sociaal Werkopleidingen van de HvA, de Afdeling onderwijs, jeugd en zorg van de Gemeente Amsterdam, GGD Amsterdam, Cliëntenbelang Amsterdam, Centrum voor Cliëntervaringen (i.s.m. VuMcAmsterdam), De Regenbooggroep, Cordaan en Stichting Prisma. In dit onderzoek zullen drie verschillende buurtgerichte interventies worden getoetst aan de hand van de ‘what works’ principes (wwp). De interventies gericht op het bevorderen van de sociale inclusie van mensen met beperkingen in de buurt worden geëvalueerd door cliënten/ ervaringsdeskundigen, zorg- en welzijnsprofessionals en buurtbewoners. Voor dit onderzoek is gekozen voor ‘realis evaluation’, waarin niet het effect op zich wordt onderzocht, maar de werkzame elementen van een interventie. Belangrijke opbrengsten van het project zijn: 1) het determineren en beschrijven van werkzame elementen die leidend kunnen zijn voor het bedenken en/of beoordelen van initiatieven om de netwerken van mensen met een beperking in de buurt te versterken; 2) op basis daarvan een handreiking bieden voor professionals.
Aanleiding Sinds kort nemen zorgprofessionals en onderzoekers in Nederland initiatieven om mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB) zo lang mogelijk te laten functioneren in de eigen thuissituatie. Een manier om dit te doen is de inzet van zogenoemde Functional Assertive Community Treatment (FACT) teams. Deze teams gebruiken voornamelijk verbale interventies. Maar mensen met een LVB hebben moeite met het verwerken van verbale informatie. Vaktherapie kan juist met non-verbale en ervaringsgerichte methodieken goed aansluiten bij deze groep. Dit innovatieprogramma richt zich op de vraag van vaktherapeuten hoe en in welke vorm zij, in of rondom FACT LVB-teams, mensen met een LVB kunnen helpen. Doelstelling Het doel van de deelnemers aan het project is de zorg en ondersteuning van mensen met een LVB in de eigen thuissituatie (buurt/wijk) te verbeteren. Liefst zodanig dat deze mensen minder vaak hoeven te worden (her)opgenomen in een behandelcentrum. Het doel van het project is om de meerwaarde vast te stellen van de inzet van vaktherapie in of rondom FACT LVB teams bij het realiseren van deze ambitie. Het project is gefaseerd opgebouwd. In de eerste fase worden de vaktherapeutische behandelvormen bepaald. Vervolgens worden efficiënte interprofessionele werkwijzen en een vaktherapeutische behandel- & ondersteuningsroute vastgesteld, en ten slotte wordt het project geëvalueerd. Beoogde resultaten Het project biedt resulteert in een handreiking voor professionals om interprofessioneel samen te werken in de wijk voor mensen met LVB. Binnen het onderwijs levert het project een bijdrage aan een minor 'Wijkgerichte zorg & ondersteuning'. Het biedt een leerwerkplaats LVB voor studenten vaktherapie en aanpalende gebieden. De handreiking wordt geïmplementeerd in de opleidingen die opleiden tot vaktherapeut. Zogenaamde 'battles', waarin interprofessioneel samenwerken aan problemen vanuit de praktijk en het beste idee bekroond wordt met een stimuleringsprijs, zorgen voor verdere ontwikkeling. Publicaties in vakliteratuur zorgen voor verspreiding van de projectresultaten. De deelnemers aan het project zullen aansluiting zoeken bij symposia - regionaal, nationaal en internationaal - en bijeenkomsten buiten en binnen het netwerk om de resultaten aan een breed publiek te presenteren.