Service of SURF
© 2025 SURF
Artikel over de onderzoeksresultaten van het promotieonderzoek van Gerrit Bouwhuis, onderzoeker bij het lectoraat Smart Functional Materials van Saxion. Er is veel researchinspanning geleverd voor de ontwikkeling van nieuwe en minder milieubelastende textielbehandelingprocessen op laboratoriumschaal. Deze onderzoeken hebben vaak geleid tot goede resultaten. Tot heden zijn echter nauwelijks nieuwe processen geïmplementeerd in de industrie. De reden van de geringe implementatie van nieuwe processen heeft twee oorzaken. Enerzijds de druk op het management om vooral aandacht te hebben voor stakeholders en daarmee minder aandacht te geven aan procesontwikkeling en anderzijds geldt als oorzaak geperkte kennis over de fysische en chemische aspecten van de textielveredeling. De beperkte kennis leidt vaak tot onvoorspelbaarheid van het effect van proceswijzigingen en veroorzaakt daarmee bij –vooral- het middenmanagement een aarzelende houding ten aanzien van procesveranderingen. Reeds bij de start van het onderzoek is er voor gekozen om bij de belanghebbenden te streven naar optimale participatie in het onderzoek. Op deze wijze wordt niet alleen de basis gelegd voor een goede samenwerking met de industrie en met de andere onderzoekpartners, maar wordt tevens de aarzelende houding van beslissers in de textielindustrie ten aanzien van innovatieve processen getransformeerd naar een gezamenlijk doel, namelijk in onderhavige studie de reductie van de voorbehandelingkosten. Ter voorbereiding op de industriële implementatie van het nieuwe proces is op labschaal vastgesteld welke procescondities en doekeigenschappen haalbaar zijn in vergelijking met de benchmark. Het labonderzoek heeft geleid tot een procesvoorstel voor de voorbehandeling van katoen met (bio)katalysatoren op industriële schaal. Dit onderzoek is uitgevoerd bij Satta e Bottelli in Italië. Het resultaat van de industriële experimenten is vastgesteld in termen van doekkwaliteit en in termen van kostenreductie. Kostenreductie wordt verondersteld de driver te zijn voor industriële implementatie onder de voorwaarde dat de kwaliteit van het behandelde doek goed is. De besparingscalculatie van het nieuwe proces leert dat substantiële besparingen worden gerealiseerd op het gebied van water- en energieverbruik en reductie van de vuillast en daarmee de kosten van het afvalwater. Dit artikel is geschreven voor en opgenomen in het Jaarboek Textiel 2011.
MULTIFILE
Ten behoeve van beleidsvorming stelt STOWA samen met stichting RIONED al sinds 2007 een Database Hemelwaterkwaliteit ter beschikking. In 2020 verschijnt een flink herziene versie van deze database. Dit artikel beschrijft de belangrijkste bevindingen op basis van deze nieuwe database.
Waarom groene waterzuivering, en welke plaats neemt groene waterzuivering in de waterketen in? Verder is de vraag belangrijk wanneer we voor technische en wanneer we voor groene waterzuivering kiezen. In hoofdstuk 1 zal dit besproken worden. In hoofdstuk 2 zetten we een aantal aspecten van waterzuivering op een rij, en bespreken we hoe groene resp. technische waterzuivering hierop scoren. Om de plaats van groene waterzuivering in de tijd aan te geven, schetsen we in hoofdstuk 3 een korte geschiedenis van de waterzuivering en geven we de ontwikkelingen daarin aan. In hoofdstuk 4 volgen de aspecten en doelen van groene waterzuivering. We laten andere technieken buiten beschouwing, zoals membraanfiltratie, chemische technieken enz. Nadrukkelijk krijgt hier beleving en biodiversiteit een plaats. Het beleid en wet- en de regelgeving worden hier ook behandeld. Van belang is de probleemanalyse van (afval)waterstromen en stoffen helder te hebben. Dan weten we van welk systeem we gebruik moeten maken. Dit komt in hoofdstuk 5 aan de orde. In hoofdstuk 6 worden de systemen van groene waterzuivering uitgelegd. Gestart wordt met een matrix waarin per systeem duidelijk wordt voor welke afvalstromen dit geschikt is. Van elk systeem worden de volgende aspecten beschreven: - technische beschrijving + foto + doorsnede; - zuiveringsrendementen per stof; - dimensionering (min./max. omvang); - toepassingsgebied; - beheer; - aanleg- en beheerkosten; - bijdrage biodiversiteit/beleving; - aandachtspunten/randvoorwaarden voor het ontwerp, waarin beheer en kosten een rol spelen. In hoofdstuk 7 komt de monitoring aan bod. Ten slotte wordt in hoofdstuk 8 het Handboek afgesloten met praktijkvoorbeelden.
MULTIFILE