Service of SURF
© 2025 SURF
De alarmbellen luiden al een tijd voor de zorg. Het CBS telde onlangs 68 duizend vacatures. Ook vindt de helft van het zorgpersoneel de werkdruk te hoog. De piek van de vergrijzing moet dan nog komen, die wordt in 2040 verwacht.
LINK
BackgroundTo improve transmural palliative care for older adults acutely admitted to hospital, the PalliSupport intervention, comprising an educational programme and transmural palliative care pathway, was developed. This care pathway involves timely identification of palliative care needs, advance care planning, multidisciplinary team meetings, warm handover, and follow-up home visits. With this study, we evaluate changes in patient-related outcomes and transmural collaboration after implementation of the care pathway.MethodsWe conducted a before-after study, in which we compared 1) unplanned hospital admission and death at place of preference and 2) transmural collaboration before implementation, up to six months, and six to 18 months after implementation. Data from palliative care team consultations were collected between February 2017 and February 2020 in a teaching hospital in the Netherlands.ResultsThe palliative care team held 711 first-time consultations. The number of consultation, as well as the number of consultations for patients with non-malignant diseases, and consultations for advance care planning increased after implementation. The implementation of the pathway had no statistically significant effect on unplanned hospitalization but associated positively with death at place of preference more than six months after implementation (during/shortly after adjusted OR: 2.12; 95% CI: 0.84–5.35; p-value: 0.11, long term after adjusted OR: 3.14; 95% CI: 1.49–6.62; p-value: 0.003). Effects on transmural collaboration showed that there were more warm handovers during/shortly after implementation, but not on long term. Primary care professionals attended multidisciplinary team meetings more often during and shortly after implementation, but did not more than six months after implementation.ConclusionsThe pathway did not affect unplanned hospital admissions, but more patients died at their place of preference after implementation. Implementation of the pathway increased attention to- and awareness for in-hospital palliative care, but did not improve transmural collaboration on long-term. For some patients, the hospital admissions might helped in facilitating death at place of preference.
MULTIFILE
Dit postdoc-traject wordt uitgevoerd binnen het lectoraat Arbeid & Gezondheid (A&G) en het expertiseteam Health Promotion & Performance (HP&P) binnen de Academie Sport en Bewegen van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN). Het postdoc-traject zal een bijdrage leveren aan het verkleinen van sociaal-economische gezondheidsverschillen door het vergroten van de duurzame inzetbaarheid van MBO-studenten niveau 2 en 3 en jong¬¬e/startende zorgmedewerkers niveau 2 en 3 (helpenden/verzorgenden). De uitstroom van het jongere personeel uit de zorg en tijdens de eindfase van hun studie verdient aandacht. Redenen daarvoor hebben te maken met een verminderde mentale en fysieke vitaliteit. Een evidence-based sport- en beweegprogramma (S&Bprogramma) in de vrije tijd is effectief gebleken bij andere doelgroepen. Het zal tot een betere mentale en fysieke vitaliteit moeten leiden door een verbeterde belastbaarheid, betere slaap, ontspanning en gezondere afstand tot het werk. De context van een interventie zoals onregelmatige werktijden, lagere zelfregulatie, werk(studie)druk en verminderde sociale cohesie is echter belangrijk voor de effectiviteit van een interventie. Vanwege deze contextuele afhankelijkheid en om afstemming te bereiken met de doelgroep wordt gekozen voor een ontwerpgerichte insteek met kwalitatieve participatieve onderzoeksmethoden. Doel van dit traject is dus om te achterhalen binnen welke contexten het aangepaste S&Bprogramma voor wie, wanneer en hoe effectief is om fysieke/mentale vitaliteit van studerende en jonge/startende zorgmedewerkers met een lage sociaal-economische status (MBO-niveau 2/3) te verbeteren. Voor de effectevaluatie zal gebruik gemaakt worden van kwantitatieve en kwalitatieve (realistische evaluatie) analyses. De aanvrager is hoofddocent en onderzoeker en gepromoveerd op het onderwerp arbeidsparticipatie van zorgpersoneel. Hij begeleidt afstudeertrajecten binnen de academie Sport en Bewegen en onderzoekstrajecten binnen de master Sport- en Beweeginnovatie. De onderzoeken worden uitgevoerd door bachelor- en masterstudenten en inzichten zullen in de doorontwikkeling van het curriculum en het systeem van studentenbegeleiding geïmplementeerd worden.
Handelingsperspectief voor zorgprofessionals t.b.v. materiaalreductie in de wondzorg aan huis De Gezondheidsraad constateert dat er in de zorg regelmatig sprake is van overmatig gebruik van medische hulpmiddelen en materialen en nauwelijks aandacht is voor reductie in materiaalgebruik. In dat kader wordt nadrukkelijk de materiaalverspilling voor complexe wondverzorging in de thuiszorg genoemd. Reductie van overmatig gebruik van wondzorgmaterialen in de thuiszorg komt echter zeer moeizaam van de grond. Zorgprofessionals in de thuiszorg (waaronder wondverpleegkundigen en wondspecialisten) ervaren hierin een grote afhankelijkheid van andere partijen in de zorgketen. Onderling samenhangende financiële stromen, informatiestromen en goederenstromen in de zorgketen zijn daarbij van grote invloed op de mate van verspilling. Zorgprofessionals voelen zich in dit complexe speelveld handelingsverlegen om een bijdrage te leveren aan materiaalreductie in wond zorgpaden. Zij ervaren het gevoel geen verschil te kunnen maken. De volgende vraagstelling staat in RAAK-project ‘Maak het mogelijk: beter met minder’ centraal: “Welke aanpassingen in het systeem rondom complexe wond zorgpaden, maakt het voor een zorgprofessional mogelijk om duurzaam te handelen om milieu impact van materiaalgebruik te verminderen?” Door de ketencontext te begrijpen en (waar mogelijk) het systeem van data, geld en goederenstromen te veranderen, beogen we zorgprofessionals wel handelingsperspectief te geven. Doel is de zorgprofessional te faciliteren om beter afwegingen te kunnen maken om verspilling van wondzorgmaterialen te voorkomen. Zo kan tevens worden bijgedragen aan kostenbesparingen en indirect aan een grotere beschikbaarheid van zorgpersoneel voor andere zorgvragers. Alle stakeholders uit de keten zijn in het project vertegenwoordigd. De hogescholen Windesheim en HAN willen met diverse thuiszorgorganisaties, ziekenhuizen, apothekers, groothandelsbedrijven, producenten, zorgverzekeraars en kennisinstellingen de rol van de zorgprofessional versterken. Het consortium beoogt ontwikkeling van kennis en kunde en inzet van slimme interventies om materiaalreductie in de wondzorg aan huis een stap dichterbij te brengen.
Dit innovatieproject omvat de ontwikkeling van een nieuwe cursus getiteld 'Music Enhancing Emotion Regulation! (MEER!)', voor geneeskundestudenten met als doel het cultiveren van gezonde emotieregulatie. ‘Arts in health’ speelt een steeds grotere rol in de patiëntenzorg en ondersteunen van professionals, ook binnen het UMCG, en draagt bij aan positieve gezondheid. In ons project willen wij preventief een training met kunst, in dit geval muziek, opzetten voor onze toekomstige health professionals met als doel het op een constructieve en gezonde manier leren reguleren van emoties. Gezonde emotieregulatie bevordert zelfzorg en daarmee de vitaliteit en het welzijn van artsen, wat op zijn beurt van belang is voor hoogwaardige patiëntenzorg. Wij introduceren een vernieuwende benadering van emotieregulatie waarbij de cursusdocenten ervaren musici betrekken bij het geven van de cursus. Deze musici zijn gespecialiseerd in het samenwerken met zorgprofessionals in de gezondheidszorg en verrijken de cursus met persoonsgerichte participatieve livemuziek. Dit houdt in dat zij de te spelen muziek en live improvisaties afstemmen op de specifieke context, ervaringen, behoeftes en gevoelens van individuele studenten. Het gebruik van dergelijke persoonsgerichte livemuziek heeft als doel studenten emotioneel te raken en op een diepere, ervaringsgerichte manier echte emoties bij hen op te roepen, te laten ervaren of herbeleven. Dit proces helpt studenten zich bewust te worden van hun authentieke emoties op dat moment, daarop te reflecteren en op een effectieve en duurzame manier te leren om constructief en gezond met deze emoties om te gaan. Emotionele uitputting en burn-out onder medische professionals is een groeiend probleem in de zorg. Zo luidt het KNMG de noodklok omdat de zorg vastloopt op het kwetsbaarste punt, namelijk de zorgprofessional zelf: artsen vertonen steeds vaker symptomen van stress en burn-out en vallen om of verlaten het vak. Zo is het percentage jonge artsen dat te kampen heeft met burn-outklachten gestegen van 14% in 2020 naar 24% in 2022. Ook uit recent onderzoek van TNO blijkt dat burn-outklachten een groeiend probleem vormen, met name bij werknemers in de onderwijs- en de zorgsector en vooral onder jonge werknemers, specifiek vrouwen. Onder deze laatste groep is het percentage met burn-outklachten gestegen van 25% in 2020 naar 29% in 2022. Ook het studentenwelzijn staat steeds meer onder druk, zodanig zelfs dat de regering de noodzaak heeft onderkend van een integrale aanpak van studentenwelzijn : uit de landelijke monitor mentale gezondheid en middelengebruik studenten hoger onderwijs is gebleken dat de helft van de studenten psychische klachten als angst en somberheid heeft, van wie 12% in ernstige mate. Gezonde emotieregulatie is essentieel voor het welzijn en functioneren van (toekomstige) artsen en cruciaal zowel voor de kwaliteit en veiligheid van zorg als voor de duurzame inzetbaarheid van artsen en het behouden van (toekomstige) artsen voor de zorgsector.2 Van oudsher zijn de medische praktijk en het medisch onderwijs echter vooral gericht op inhoudelijke kennis, technische vaardigheden en wetenschap en is er geen of relatief weinig aandacht voor emotionele aspecten, emotionele vorming en de ontwikkeling van emotieregulatievaardigheden. Gezien de groei in burn-outklachten in met name de zorgsector en onder studenten, en gezien het belang van gezonde emotieregulatie om emotionele uitputting en burn-outklachten te voorkomen, is het cruciaal om al in de opleiding aandacht aan te besteden aan emotieregulatie. Onze innovatieve MEER!- emotieregulatiecursus kan hierbij van meerwaarde zijn.Met MEER! maken wij gebruik van de kracht van participatieve livemuziek om emotieregulatie bij geneeskundestudenten – onze toekomstige artsen – te bevorderen. Eerdere toepassingen van participatieve livemuziek in de ziekenhuiscontext en in andere zorgcontexten bleken succesvol. Zo bleek uit onderzoek dat participatieve livemuziek het welzijn van patiënten en zorgpersoneel, hun onderlinge relaties en de compassie in de zorg kan versterken. Tot nog toe zijn er geen cursussen die emotieregulatie op deze unieke manier met behulp van muziek benaderen. Bij de ontwikkeling van de MEER!-cursus baseren we ons op de expertise die al is opgebouwd binnen het expertisecentrum voor persoonlijke ontwikkeling van het UMCG ‘SCOPE’ en op de ervaring van professionele musici met het succesvol toepassen van participatieve livemuziek in de gezondheidszorg in de MiMic en ProMiMiC projecten.8 Daarnaast zullen we MEER! inbedden in de bacheloropleiding Geneeskunde, specifiek in de lijn persoonlijke ontwikkeling die door SCOPE wordt verzorgd. Op deze manier willen we een effectieve, evidence-based cursus ontwikkelen om gezonde en duurzame emotieregulatie bij onze toekomstige artsen te bevorderen. Onze MEER!-cursus vormt zo hopelijk een brug naar veerkrachtigere artsen, die behalve hun zelfzorg en welzijn ook hun compassie met collega’s en patiënten versterkt, essentiële eigenschappen voor hoogwaardige patiëntenzorg.in ontwikkelingDit innovatieproject omvat de ontwikkeling van een nieuwe cursus getiteld 'Music Enhancing Emotion Regulation! (MEER!)', voor geneeskundestudenten met als doel het cultiveren van gezonde emotieregulatie. ‘Arts in health’ speelt een steeds grotere rol in de patiëntenzorg en ondersteunen van professionals, ook binnen het UMCG, en draagt bij aan positieve gezondheid. In ons project willen wij preventief een training met kunst, in dit geval muziek, opzetten voor onze toekomstige health professionals met als doel het op een constructieve en gezonde manier leren reguleren van emoties. Gezonde emotieregulatie bevordert zelfzorg en daarmee de vitaliteit en het welzijn van artsen, wat op zijn beurt van belang is voor hoogwaardige patiëntenzorg. Wij introduceren een vernieuwende benadering van emotieregulatie waarbij de cursusdocenten ervaren musici betrekken bij het geven van de cursus. Deze musici zijn gespecialiseerd in het samenwerken met zorgprofessionals in de gezondheidszorg en verrijken de cursus met persoonsgerichte participatieve livemuziek. Dit houdt in dat zij de te spelen muziek en live improvisaties afstemmen op de specifieke context, ervaringen, behoeftes en gevoelens van individuele studenten. Het gebruik van dergelijke persoonsgerichte livemuziek heeft als doel studenten emotioneel te raken en op een diepere, ervaringsgerichte manier echte emoties bij hen op te roepen, te laten ervaren of herbeleven. Dit proces helpt studenten zich bewust te worden van hun authentieke emoties op dat moment, daarop te reflecteren en op een effectieve en duurzame manier te leren om constructief en gezond met deze emoties om te gaan. Emotionele uitputting en burn-out onder medische professionals is een groeiend probleem in de zorg. Zo luidt het KNMG de noodklok omdat de zorg vastloopt op het kwetsbaarste punt, namelijk de zorgprofessional zelf: artsen vertonen steeds vaker symptomen van stress en burn-out en vallen om of verlaten het vak. Zo is het percentage jonge artsen dat te kampen heeft met burn-outklachten gestegen van 14% in 2020 naar 24% in 2022. Ook uit recent onderzoek van TNO blijkt dat burn-outklachten een groeiend probleem vormen, met name bij werknemers in de onderwijs- en de zorgsector en vooral onder jonge werknemers, specifiek vrouwen. Onder deze laatste groep is het percentage met burn-outklachten gestegen van 25% in 2020 naar 29% in 2022. Ook het studentenwelzijn staat steeds meer onder druk, zodanig zelfs dat de regering de noodzaak heeft onderkend van een integrale aanpak van studentenwelzijn : uit de landelijke monitor mentale gezondheid en middelengebruik studenten hoger onderwijs is gebleken dat de helft van de studenten psychische klachten als angst en somberheid heeft, van wie 12% in ernstige mate. Gezonde emotieregulatie is essentieel voor het welzijn en functioneren van (toekomstige) artsen en cruciaal zowel voor de kwaliteit en veiligheid van zorg als voor de duurzame inzetbaarheid van artsen en het behouden van (toekomstige) artsen voor de zorgsector.2 Van oudsher zijn de medische praktijk en het medisch onderwijs echter vooral gericht op inhoudelijke kennis, technische vaardigheden en wetenschap en is er geen of relatief weinig aandacht voor emotionele aspecten, emotionele vorming en de ontwikkeling van emotieregulatievaardigheden. Gezien de groei in burn-outklachten in met name de zorgsector en onder studenten, en gezien het belang van gezonde emotieregulatie om emotionele uitputting en burn-outklachten te voorkomen, is het cruciaal om al in de opleiding aandacht aan te besteden aan emotieregulatie. Onze innovatieve MEER!- emotieregulatiecursus kan hierbij van meerwaarde zijn.Met MEER! maken wij gebruik van de kracht van participatieve livemuziek om emotieregulatie bij geneeskundestudenten – onze toekomstige artsen – te bevorderen. Eerdere toepassingen van participatieve livemuziek in de ziekenhuiscontext en in andere zorgcontexten bleken succesvol. Zo bleek uit onderzoek dat participatieve livemuziek het welzijn van patiënten en zorgpersoneel, hun onderlinge relaties en de compassie in de zorg kan versterken. Tot nog toe zijn er geen cursussen die emotieregulatie op deze unieke manier met behulp van muziek benaderen. Bij de ontwikkeling van de MEER!-cursus baseren we ons op de expertise die al is opgebouwd binnen het expertisecentrum voor persoonlijke ontwikkeling van het UMCG ‘SCOPE’ en op de ervaring van professionele musici met het succesvol toepassen van participatieve livemuziek in de gezondheidszorg in de MiMic en ProMiMiC projecten.8 Daarnaast zullen we MEER! inbedden in de bacheloropleiding Geneeskunde, specifiek in de lijn persoonlijke ontwikkeling die door SCOPE wordt verzorgd. Op deze manier willen we een effectieve, evidence-based cursus ontwikkelen om gezonde en duurzame emotieregulatie bij onze toekomstige artsen te bevorderen. Onze MEER!-cursus vormt zo hopelijk een brug naar veerkrachtigere artsen, die behalve hun zelfzorg en welzijn ook hun compassie met collega’s en patiënten versterkt, essentiële eigenschappen voor hoogwaardige patiëntenzorg.