Service of SURF
© 2025 SURF
In Nederland is de verantwoordelijkheid voor ziekteverzuim en reïntegratie sinds het begin van de jaren negentig stap voor stap verschoven van het collectieve domein naar de individuele werkgever en werknemer. Achtereenvolgende wetswijzigingen hadden tot doel het ziekteverzuim en de instroom in arbeidsongeschiktheidsregelingen terug te dringen. De wijzigingen hebben ingrijpende gevolgen voor wat op het gebied van reïntegratie wordt verwacht van de zieke werknemer, de leidinggevende die belast is met de begeleiding en de bedrijfsarts die hen daarbij ondersteunt. Deze studie richt zich op het handelen van deze meest direct betrokkenen in situaties van langer durend (langer dan zes weken) ziekteverzuim in relatie tot het gedrag dat door de wetgever van henwordt verwacht.
Langdurig arbeidsverzuim is een hardnekkig probleem in de Nederlandse politieorganisatie. Zo’n 4% van de medewerkers is langer dan drie maanden afwezig. Voor het programma Versterking Professionele Weerbaarheid van de Nationale Politie hebben we onderzoek verricht naar mogelijkheden om veerkracht van mensen te vergroten bij terugkeer naar werk na zo’n langdurige periode van arbeidsverzuim. Dit onderzoek levert aanknopingspunten voor adequate omgang met de problematiek van langdurig verzuim. Van belang bleken regie van medewerkers over hun reïntegratie-traject, wederkerigheidin de relatie tussen leidinggevende en politiemedewerker, meer kennis overPost Traumatische Stress Stoornis (PTSS) en oorzaken daarvan en actieve omgang met diversiteit in de organisatie.
Chronische pijn is een groot, complex en duur probleem en heeft een grote impact op de kwaliteit van leven van patiënten, dagelijks functioneren, stemming en ziekteverzuim. Er zijn verschillende interventies ontwikkeld die met name gericht zijn op het beïnvloeden en veranderen van het gedrag waarbij zelfmanagement een belangrijke rol speelt. Echter het bestendigen van resultaten op lange termijn blijkt een groot probleem en leidt zelfs tot terugval naar “oud” gedrag waardoor patiënten opnieuw vaak kostbare hulp gaan zoeken. Er zijn twee additionele interventies ontwikkeld in een eerder RAAK-project (SOLACE) ter voorkoming van deze terugval: “Do It Your Self” en “Waarde gerichte Doelen” , echter de werkzaamheid van deze interventies op de lange termijn is niet onderzocht. Een eerste feasibility studie lijkt veelbelovend met positieve effecten naar de bruikbaarheid van deze interventies in de betrokken revalidatiecentra. Vanuit dit werkveld maar ook vanuit de patiënten kwam nadrukkelijk de vraag om deze interventies op effectiviteit te toetsen. Dit heeft geleid tot de onderzoeksvraag; “Is een additionele interventie (do it yourself en/of waarde gerichte doelen) gericht op het blijven toepassen van aangeleerde vaardigheden na een succesvol doorlopen pijn programma effectief in het bestendigen van de resultaten op de lange termijn en leidt dit tot een afname van het zorggebruik.” Het onderzoek wordt uitgevoerd in twee werkpakketten; (1) het ontwikkelen van een bruikbare app voor de ontwikkelde interventies in samenwerking met DIO Design en (2) een effectiviteit studie in de revalidatiecentra Adelante in Hoensbroek en Maastricht, Libra R&A locatie Weert en Heliomare Revalidatie in Wijk aan Zee. De doelstelling van het consortium is om de samen met zorgprofessionals, patiënten, beroepsvereniging en ontwerpers een product ter voorkoming van terugval verder te ontwikkelen en te toetsen. Na afronding van dit project zijn de op effectiviteit getoetste additionele interventies, DIY en WD, klaar om landelijk te worden uitgerold.
Chronische primaire pijn (pijn zonder duidelijke biomedische oorzaak) is geassocieerd met significante emotionele distress of functionele beperkingen (in activiteiten in het dagelijkse leven of sociale rollen)1,2 Bij zorgzoekende mensen met chronische primaire pijn is vaak sprake van beweegarmoede, verminderde zelfredzaamheid, slaapproblemen, suboptimaal functioneren in werk, hobby en thuis, langdurig ziekteverzuim en sociale isolatie3. Aangezien er geen effectieve behandeling bestaat die chronische pijn kan wegnemen, ligt de fysiotherapeutische focus bij behandeling op de vermindering van de ervaren beperkingen in het dagelijkse functioneren ondanks pijn, het hervatten van betekenisvolle activiteiten en participatie en het verbeteren van kwaliteit van leven. Fysiotherapeuten vragen “Hoe kunnen wij het type beweeggedrag van mensen met chronische pijn objectief meten zodat we hen beter kunnen ondersteunen in het verminderen van beperkingen in het dagelijks functioneren?” Nauwkeurige en objectieve instrumenten voor het meten van het type beweegpatronen zijn belangrijk om functionele beperkingen bij patiënten met chronische pijn goed te kunnen analyseren, om daarop een gepersonaliseerde interventie op toe te passen en vervolgens de resultaten te evalueren. De huidige commerciële beweegsensoren zijn (nog niet) in staat om de informatie te genereren die fysiotherapeuten nodig hebben, omdat vaak alleen rekening wordt gehouden met de kwantitatieve (hoeveelheid en intensiteit) aspecten van beweeggedrag en niet het dynamische of relationele aspect van beweeggedrag . Volgens de huidige theorieën moeten binnen het beweeggedrag van patiënten met chronische pijn verschillende beweegpatronen (vermijders, volharders en de vermijders/volharders) onderscheiden kunnen worden. Het valide identificeren en betrouwbaar meetbaar maken van deze beweegpatronen en de daarbij horende in stand houdende factoren (relationele aspecten van beweeggedrag) is een eerste stap die gaat helpen met het implementeren van een meer gepersonaliseerde fysiotherapeutische aanpak van patiënten met chronische pijn. Dit kan leiden tot beter functioneren, hogere kwaliteit van leven en betere uitkomsten In de zorg.
Huisartsenpraktijken staan onder enorme druk. Een groot landelijk probleem betreft het snelle verloop en ziekteverzuim van doktersassistente, welke een essentiële functie betreedt binnen de praktijk. Door een hoge werkdruk verlaat zij vaak al na korte tijd de huisartsenpraktijk, zo ook bij Azalea Huisartsen Den Haag. Binnen de moderne huisartsenpraktijk is de patiënt mondiger geworden, wat zich soms uit in agressie jegens de doktersassistente. Ook zal de huisarts in de nabije toekomst een steeds groter beroep doen op de assistente. Door dit alles leeft het gevoel dat de doktersassistente momenteel onvoldoende geoutilleerd is om in deze moderne dokterspraktijk haar rol adequaat te kunnen invullen en uitvoeren. Ondanks bovenstaand probleem is de rol en ervaring van de doktersassistente onderbelicht en ondergewaardeerd binnen onderzoek in de gezondheidszorg. Het is daarom, niet alleen voor Azalea Huisartsengroep maar landelijk, essentieel te onderzoeken hoe de doktersassistente haar werkdruk beleeft. Met deze kennis kan vervolgens gekeken worden naar de ontwikkeling van concrete handvaten om deze werkdruk te verlagen. De rol van Hotelschool The Hague als partner en uitvoerder van dit onderzoek is tweeledig. Met de kennis en ervaring in gastvrijheidssektoren en het uitvoeren van belevingsonderzoek willen we de werkdruk van de doktersassistentes in de huisartsenpraktijk in kaart brengen. Hierbij zal het oogpunt van de doktersassistente centraal staan, in relatie met de patiënt (fase I) en de huisarts (fase II). Daarnaast wordt gekeken naar de competenties die volgens de doktersassistente nodig zijn om adequaat te kunnen optreden, ook in situaties met agressie. Behalve vakinhoudelijke (medische) competenties moeten doktersassistentes ook veel sociale competenties bezitten in communicatie met patiënt en arts. Hotelschoolstudenten staan bekend om deze sociale competenties in de vorm van ‘gastvrijheid’-skills waaronder empathische en communicatieve vaardigheden.