Service of SURF
© 2025 SURF
Wereldwijd worden mensen steeds ouder en het aandeel ouderen binnen de bevolking neemt toe. Dit leidt ook tot een toename van het aantal ouderen dat kwetsbaar is. Ondanks dat de term kwetsbaarheid, in het Engels ‘frailty’ genoemd, vaak gebruikt wordt, is er nog geen consensus over wat dit precies inhoudt. Onderzoekers en zorgprofessionals gebruiken diverse benaderingen met diverse, bijbehorende meetinstrumenten. Desondanks is men het er wel over eens dat kwetsbaarheid leidt tot negatieve gezondheidsuitkomsten. Onderzoek laat zien dat kwetsbare ouderen een verhoogd risico hebben op bijvoorbeeld overlijden, opname in een ziekenhuis en beperkingen in het uitvoeren van dagelijkse activiteiten (ADL). Om dit te voorkomen en mensen te ondersteunen of een behandeling aan te bieden, is het van belang dat we ouderen die kwetsbaar zijn goed kunnen identificeren. Op die manier worden mensen niet onterecht als kwetsbaar aangemerkt. Als namelijk de verkeerde groep mensen behandeld wordt zal het effect van een eventuele behandeling minimaal zijn en zullen de zorgkosten onnodig stijgen. Daarentegen zullen kwetsbare mensen die de zorg wel nodig hebben, deze wellicht niet ontvangen wanneer ze verkeerd gediagnostiseerd worden. De doelen van dit proefschrift zijn: (1) het verkrijgen van meer inzicht in de functionele profielen die behoren bij verschillende stadia van kwetsbaarheid; (2) het onderzoeken welke beschermende factoren het pad van kwetsbaarheid naar (verdere) negatieve gezondheidsuitkomsten kunnen beïnvloeden; en (3) het vergroten van de kennis van psychometrische eigenschappen van veelgebruikte vragenlijsten die kwetsbaarheid meten.
In de huidige samenleving wordt van jongeren meer en meer verwacht dat zij eigen verantwoordelijkheid nemen bij financiële beslissingen. Hiervoor hebben zij de juiste kennis, houding en vaardigheden nodig. De voorliggende rapportage zal aantonen dat het financiële inzicht van jongeren te wensen overlaat. Jongeren blijken vaak niet goed te weten hoe zij in het dagelijks leven met geld moeten omgaan. Zij maken daardoor schulden, die ze niet kunnen afbetalen. Om schulden bij jongeren te voorkomen is in 2007 het project Jongeren en schulden gestart. Eerst gebeurde dat vanuit het pilotproject ‘Punt’, waar studenten van Hogeschool Utrecht voor een aantal doelgroepen schuldpreventie-activiteiten ontplooiden. Sinds 2008 wordt het project vanuit het lectoraat Participatie en Maatschappelijke Ontwikkeling van de hogeschool gecoördineerd. Dit maakt het mogelijk de schuldpreventie-activiteiten op meer systematische wijze te onderzoeken en hun effectiviteit te beoordelen.
Menschen mit einer psychotischen Störung haben häufig ein negatives Selbstbild und damit ein geringes Selbstwertgefühl. Untersuchungen haben auch gezeigt, dass Paranoia direkt mit negativen Vorstellungen über das Selbst zusammenhängen kann. Sich minderwertig zu fühlen und an Paranoia zu leiden, kann zu Verletzlichkeit und Aggression führen. In der forensischen Psychiatrie gibt es eine Kategorie stationärer Patienten mit einer psychotischen Erkrankung und Paranoia. Diese Patienten leiden schwer unter ihrer Störung, die obendrein ein Prädiktor für einen ungünstigen Behandlungsverlauf ist und eine lange Verweildauer innerhalb der (forensischen) Psychiatrie nach sich zieht. In einer randomisierten kontrollierten Studie wird die Wirksamkeit des Competitive Memory Training (COMET), eines kognitiv-verhaltenstherapeutischen Behandlungsprogramms zur Verbesserung des Selbstbildes bei in der Forensik untergebrachten psychotischen Patienten, die ebenfalls an Paranoia leiden, evaluiert und untersucht, ob ein positiveres Selbstbild auch zur Verringerung der Paranoia dieser Patienten führt. Die an einer kleinen Stichprobe durchgeführte Studie ergab eine signifikante Verbesserung des Selbstwertgefühls, aber keine Verringerung der Paranoia bei den Patienten, die an COMET teilnahmen.
Bij ouderen die zelfstandig thuis wonen kunnen mogelijk medicatieproblemen ontstaan. In dit project staat een e-health toepassing (app) centraal waarmee signalen voor mogelijke medicatieproblemen kunnen worden opgevangen. Hiermee kunnen apotheker en huisarts beter selecteren voor welke doelgroep een jaarlijkse medicatiebeoordeling (MBO) zinvol en effectief kan zijn.Doel Met behulp van dit project kunnen we nagaan of het zinvol en uitvoerbaar is om oudere patiënten die mogelijk baat hebben bij een MBO te selecteren d.m.v. het opvangen van signalen met een app bij deze mensen thuis. Resultaten Het resultaat van dit project bestaat uit 3 onderdelen: Een app, aangepast vanuit bestaand e-Health platform MedGUIDE, waarmee bij ouderen thuis relevante signalen kunnen worden opgevangen Instructiemateriaal voor het inzetten van de app in de apotheek en bij ouderen thuis Informatie over de haalbaarheid en effectiviteit van het inzetten van de app in de praktijk. Looptijd 09 januari 2020 - 01 september 2022 Aanpak D.m.v. literatuuronderzoek, interviews en focusgroepen met de gebruikers van de app (oudere patiënten mantelzorgers en apothekers) in kaart brengen aan welke voorwaarden de app moet voldoen. Het ontwikkelen/aanpassen van de app en bijbehorend instructiemateriaal. Het pilot-testen van de app in twee apotheken. Vanuit de Multidisciplinaire Richtlijn Polyfarmacie bij Ouderen (2012) zijn criteria geformuleerd voor de selectie van patiënten die in aanmerking komen voor een MBO. In de praktijk blijkt het inzetten van deze criteria niet haalbaar en niet effectief. Er zijn echter ook geen concrete criteria bekend die dit wel zijn. Daarom wordt gevraagd aan huisartsen en apothekers om hier zelf een inschatting van te maken binnen de eigen patiëntenpopulatie. Een zelfrapportagemodule via een app bij ouderen thuis kan hierbij helpen. Het beleid van de overheid is gericht op het inzetten van o.a. meer e-Health oplossingen om de zorg betaalbaar te houden. Hier sluit project E-SOM goed bij aan.
Bij ouderen die zelfstandig thuis wonen kunnen mogelijk medicatieproblemen ontstaan. In dit project staat een e-health toepassing (app) centraal waarmee signalen voor mogelijke medicatieproblemen kunnen worden opgevangen. Hiermee kunnen apotheker en huisarts beter selecteren voor welke doelgroep een jaarlijkse medicatiebeoordeling (MBO) zinvol en effectief kan zijn.Doel Met behulp van dit project kunnen we nagaan of het zinvol en uitvoerbaar is om oudere patiënten die mogelijk baat hebben bij een MBO te selecteren d.m.v. het opvangen van signalen met een app bij deze mensen thuis. Resultaten Het resultaat van dit project bestaat uit 3 onderdelen: Een app, aangepast vanuit bestaand e-Health platform MedGUIDE, waarmee bij ouderen thuis relevante signalen kunnen worden opgevangen Instructiemateriaal voor het inzetten van de app in de apotheek en bij ouderen thuis Informatie over de haalbaarheid en effectiviteit van het inzetten van de app in de praktijk. Looptijd 09 januari 2020 - 01 september 2022 Aanpak D.m.v. literatuuronderzoek, interviews en focusgroepen met de gebruikers van de app (oudere patiënten mantelzorgers en apothekers) in kaart brengen aan welke voorwaarden de app moet voldoen. Het ontwikkelen/aanpassen van de app en bijbehorend instructiemateriaal. Het pilot-testen van de app in twee apotheken. Vanuit de Multidisciplinaire Richtlijn Polyfarmacie bij Ouderen (2012) zijn criteria geformuleerd voor de selectie van patiënten die in aanmerking komen voor een MBO. In de praktijk blijkt het inzetten van deze criteria niet haalbaar en niet effectief. Er zijn echter ook geen concrete criteria bekend die dit wel zijn. Daarom wordt gevraagd aan huisartsen en apothekers om hier zelf een inschatting van te maken binnen de eigen patiëntenpopulatie. Een zelfrapportagemodule via een app bij ouderen thuis kan hierbij helpen. Het beleid van de overheid is gericht op het inzetten van o.a. meer e-Health oplossingen om de zorg betaalbaar te houden. Hier sluit project E-SOM goed bij aan.
Hoogbegaafde leerlingen hebben bijzondere talenten ten aanzien van 21-eeuwse vaardigheden als creatief en kritisch denken, zelfregulerend leren en probleemoplossend werken. Het wordt algemeen aangenomen dat hoogbegaafde leerlingen dan ook een bijdrage kunnen leveren aan onze (toekomstige) maatschappij, omdat zij – dankzij hun capaciteiten – kunnen voorzien in de toenemende vraag om flexibele, innovatieve werknemers met een brede blik en aanpassingsvermogen. Om dit ontwikkelpotentieel te benutten, moeten leerlingen echter wel worden uitgedaagd. Dit vraagt, naast cognitieve uitdaging, om aandacht voor de persoonsvorming zodat wordt voorkomen dat leerlingen (onbewust) gaan onderpresteren, faalangst of gedragsproblemen gaan ontwikkelen – omdat zij niet worden begrepen. In dit project worden twee innovatieve, digitale tools ontwikkeld om tegemoet te komen aan de behoeften van deze leerlingen en uitgezet onder startende, zittende en ervaren leerkrachten om zo de in potentie aanwezige 21-eeuwse vaardigheden te stimuleren. Het betreft: 1) een interactieve matrix die kan worden gebruikt om tegemoet te komen aan de onderwijsbehoeften van hoogbegaafde leerlingen ten aanzien van de persoonsvorming, en 2) een digitale QuickScan die middels een automatische zelfrapportage aangeeft waar de ontwikkelkansen van leerkrachten liggen. In de aanvraag staat het concretiseren en digitaal ontwikkelen van deze producten voorgesteld (maart 2018 – maart 2019), welke via drie rondes van meetups door olievlekwerving worden verspreid in het werkveld. Deze tools kunnen worden ingezet door leerkrachten om leeromgevingen zo in te richten binnen het basisonderwijs, zodat hoogbegaafde leerlingen de genoemde 21-eeuwse vaardigheden (verder) ontwikkelen.