Service of SURF
© 2025 SURF
Veel waterschappen en gemeenten vragen zich af of de regenwatervoorzieningen die de laatste decennia op veel plaatsen zijn aangelegd, op lange termijn goed functioneren en of de implementatie kosteneffectief is. Onderzoek in Almere leert dat de infiltratiecapaciteiten van wadi’s voldoende zijn om het water binnen enkele uren te verwerken. Bij doorlatende verharding wordt vaak dichtslibbing aangetoond, maar ook na enkele jaren kunnen de infiltratiecapaciteiten nog boven de ingrijpmaatstaf liggen. Bij goed ontwerp, aanleg en beheer kunnen deze regenwatervoorzieningen een goede bijdrage leveren aan het vasthouden, bergen en afvoeren van regenwater in het stedelijk gebied.
MULTIFILE
Uitgebreide online versie. Met dit voorbeeldenboek laten we zien hoe een straat klimaatbestendig ingericht kan worden, wat een klimaatbestendige inrichting kost, maar vooral ook wat de voordelen zijn. Voor karakteristieke - en voor veel gemeenten herkenbare - straten hebben we telkens vier inrichtingsmogelijkheden uitgewerkt met de bijbehorende kosten en baten. Naast de algemene overeenkomsten die straten van eenzelfde wijktypologie hebben, kunnen er ook lokale verschillen zijn waardoor klimaatadaptatie niet op eenzelfde manier kan worden ingevuld. Het gaat hier om het maaiveldverloop, de bodemopbouw en de grondwaterstanden. Naast de investeringskosten zijn de onderhoudskosten en kosten als gevolg van eventuele waterschade meegenomen.
MULTIFILE
Onderzoek uitgevoerd door Wageningen Environmental Research in opdracht van en gefinancierd door Van Hall Larenstein, met als doel om voor zes polders in Friesland te bepalen hoe de uit- en afspoeling van nutriënten uit landbouwpercelen is verdeeld over diepe en ondiepe uitspoelpaden. De ondiepe paden geven een benadering van de hoeveelheid nutriënten die de perceelsranden doorstromen, via oppervlakkige afstroom en via interflow door de ondiepe bodem/wortelzone. De diepe paden verlopen grotendeels via het grondwater en omzeilen daarbij de perceelsranden op hun route naar het oppervlaktewater. Deze studie borduurt voort op een eerdere studie naar de bronnen en herkomst van nutriënten in deze zes polders (Van Boekel et al. 2016), met het verschil dat we de uit- en afspoeling nu onderverdelen naar diepe en ondiepe paden, en kijken hoe deze paden variëren in de ruimte (per perceel) en in de tijd (per weerjaar en per zomer en winter). Ook is bepaald welke percelen binnen de polders zich lenen voor een ander perceelrandenbeheer, en is hun totale perceelsrandlengte berekend.
MULTIFILE
Ten gevolge van de klimaatverandering Nederland bedreigt. De Verenigde Naties benoemt ‘17 Gobal Goals for a Sustainable Development’ nader gespecificeerd. Goal 13:” versterk de veerkracht en het aanpassingsvermogen aan klimaatgerelateerde gevaren en natuurrampen”. Deze klimaatverandering vraagt om een continue inzicht in de waterafvoercapaciteit van Nederlandse water-infrastructuur. Autonome vaartuigen maken een continue bemeting en realtime informatie van de vaarwegen mogelijk op basis waarvan waar snel actie ondernomen kan worden. Diverse partijen zowel publiek als privaat hebben de wens om continue en autonoom te varen en zijn afzonderlijk hiermee bezig zoals onder andere Rijkswaterstaat, Saeport Groningen en Provincie Overijssel . Het lectoraat mechatronica, dat succesvol onderzoek doet naar ‘autonome systemen in ongestructureerde omgevingen’ heeft veel kennis en ervaring op het gebied van grond (2D navigatie) en lucht robots (3D navigatie). Deze ontwikkelde technologieën zijn potentieel zeer geschikt voor navigatie op het water (2D, 2.5D) en onderwater (3D). Tijdens de vraaginventarisatie bleek er reeds veel interesse van partijen om kennis te delen en samen door te ontwikkelen. Er zijn semi-autonome vaartuigen beschikbaar hiervoor, maar bij de partijen ontbrak een totaal overzicht van de huidige stand van der technologie. Daarom wil het lectoraat Mechatronica samen met Marinminds, Aquatic Drones en DronExpert een onderzoek uitvoeren naar de ‘State of the Art’ betreft autonoom varen. In dit project zal dit onderzoek worden uitgevoerd door specificatie van de gewenste functionele bouwblokken (WP1), een state-of-the art van beschikbare technische oplossingen (WP2), een Gap-analysis tussen deze beide (WP3), verkennende experimenten hiernaar met behulp van een demonstrator (WP4) en een nieuwe specifiek gemaakte projectaanvraag (WP5). Dit cross-over project van de topsector HTSM/SmartIndustry met de topsector Water & Maritiem versterkt al direct de kennispositie van alle betrokken partijen, waardoor deze consortia sneller de vaarwegen klimaat-adaptief kunnen maken, zodat daarmee de Nederlandse (water) veiligheid beter wordt geborgd.
Door het uitfaseren van chemische bestrijding van onkruid op trottoirs hebben Nederlandse gemeentes nog weinig opties om trottoirs onkruidvrij te houden. Naast het dure mechanisch verwijderen en branden ontstaat een markt voor middelen die de voegen tussen tegels dichten zodat onkruid geen kans krijgt. Er zijn al enkele synthetische middelen op de markt. Copalhars is een natuurlijk middel dat hiervoor geschikt lijkt. Het wordt al succesvol toegepast om vloeren waterdicht te maken. Het is biobased, op termijn volledig biologisch afbreekbaar en vanwege beide kenmerken volledig circulair. Omdat het van natuurlijke herkomst is, is het niet-relevant voor REACH. Eerdere proeven van het bedrijf Impershield Europe en Avans Hogeschool (Biopolymeer Applicatiecentrum) lieten echter een problematische harding zien. In dit project wordt het functionele effect onderzocht van de toevoeging van verschillende biobased hardingsmiddelen aan de hars. Het project moet leiden tot een formule voor een effectief voegmiddel en een advies over verwerkingswijze. Omdat er naast trottoirs ook toepassingen in afdichting van waterafvoer worden voorzien, worden zowel droge als vochtige condities getest.