Service of SURF
© 2025 SURF
The seismic assessment of unreinforced masonry (URM) buildings with cavity walls is of high relevance in regions such as in Central and Northern Europe, Australia, New Zealand and China because of the characteristics of the masonry building stock. A cavity wall consists of two separate parallel walls usually connected by metal ties. Cavity walls are particularly vulnerable to earthquakes, as the out-of-plane capacity of each individual leaf is significantly smaller than the one of an equivalent solid wall. This paper presents the results of an experimental campaign conducted by the authors on metal wall tie connections and proposes a mechanical model to predict the cyclic behaviour of these connections. The model has been calibrated by us- ing the experimental results in terms of observed failure modes and force-displacement responses. Results are also presented in statistical format.
The assessment of the out-of-plane response of unreinforced masonry (URM) buildings with cavity walls has been a popular topic in regions such as Central and Northern Europe, Australia, New Zealand, China and several other countries.Cavity walls are particularly vulnerable as the out-of-plane capacity of each individual leaf is significantly smaller than the one of a solid wall. In the Netherlands, cavity walls are characterized by an inner load-bearing leaf of calcium silicate bricks, and by an outer veneer of clay bricks that has only aesthetic and insulation functions. The two leaves are typically connected by means of metallic ties. This paper utilizes the results of an experimental campaign conducted by the authors to calibrate a hysteretic model that represents the axial cyclic response of cavity wall tie connections. The proposednumerical model uses zero-length elements implemented in OpenSees with the Pinching4 constitutive model to account for the compression-tension cyclic behaviour of the ties. The numerical model is able to capture important aspects of the tie response such as the strength degradation, the unloading stiffness degradation and the pinching behaviour. The numerical modelling approach in this paper can be easily adopted by practitioner engineers who aim to model the wall ties more accurately when assessing the structures against earthquakes.
In recent years, the number of human-induced earthquakes in Groningen, a large gas field in the north of the Netherlands, has increased. The majority of the buildings are built by using unreinforced masonry (URM), most of which consists of cavity (i.e. two-leaf) walls, and were not designed to withstand earthquakes. Efforts to define, test and standardize the metal ties, which do play an important role, are valuable also from the wider construction industry point of view. The presented study exhibits findings on the behavior of the metal tie connections between the masonry leaves often used in Dutch construction practice, but also elsewhere around the world. An experimental campaign has been carried out at Delft University of Technology to provide a complete characterization of the axial behavior of traditional connections in cavity walls. A large number of variations was considered in this research: two embedment lengths, four pre-compression levels, two different tie geometries, and five different testing protocols, including monotonic and cyclic loading. The experimental results showed that the capacity of the connection was strongly influenced by the embedment length and the geometry of the tie, whereas the applied pre-compression and the loading rate did not have a significant influence.
The postdoc candidate, Giuliana Scuderi, will strengthen the connection between the research group Biobased Buildings (BB), (collaboration between Avans University of Applied Sciences and HZ University of Applied Sciences (HZ), and the Civil Engineering bachelor programme (CE) of HZ. The proposed research aims at deepening the knowledge about the mechanical properties of biobased materials for the application in the structural and infrastructural sectors. The research is relevant for the professional field, which is looking for safe and sustainable alternatives to traditional building materials (such as lignin asphalt, biobased panels for bridge constructions, etc.). The study of the mechanical behaviour of traditional materials (such as concrete and steel) is already part of the CE curriculum, but the ambition of this postdoc is that also BB principles are applied and visible. Therefore, from the first year of the programme, the postdoc will develop a biobased material science line and will facilitate applied research experiences for students, in collaboration with engineering and architectural companies, material producers and governmental bodies. Consequently, a new generation of environmentally sensitive civil engineers could be trained, as the labour market requires. The subject is broad and relevant for the future of our built environment, with possible connections with other fields of study, such as Architecture, Engineering, Economics and Chemistry. The project is also relevant for the National Science Agenda (NWA), being a crossover between the routes “Materialen – Made in Holland” and “Circulaire economie en grondstoffenefficiëntie”. The final products will be ready-to-use guidelines for the applications of biobased materials, a portfolio of applications and examples, and a new continuous learning line about biobased material science within the CE curriculum. The postdoc will be mentored and supervised by the Lector of the research group and by the study programme coordinator. The personnel policy and job function series of HZ facilitates the development opportunity.
Behandel- en nazorgtrajecten binnen de oncologische zorg duren meestal lang en kennen veel gespreksmomenten tussen zorgprofessionals en patiënten. Aanleiding voor het project ‘Care for Sexuality’ is dat de gesprekken gedurende een traject vooral gaan over de diagnose en de behandeling en dat zorgen over seksualiteit en intimiteit nauwelijks aan bod komen, ook niet in het nazorgtraject. Oncologische zorgprofessionals erkennen het belang van dergelijke gesprekken over seksualiteit en intimiteit, maar geven aan het lastig te vinden om het gesprek hierover te voeren. De zorgprofessionals sluiten daarbij ook onvoldoende aan op de informatiebehoefte, emoties of zorgen van de patiënt. Dit is niet zo vreemd, want in het medisch onderwijs ligt de nadruk op (bio)medische kennis en lijken communicatieve en relationele vaardigheden het onderspit te delven (Epner & Baile, 2014; Walling, et al., 2008). Hierdoor wordt het opbouwen van een goede verstandhouding tussen zorgverlener en patiënt belemmerd, en worden patiënten minder geholpen in het nemen van weloverwogen beslissingen in hun behandel- en nazorgtraject. Het is daarom belangrijk dat de zorgen van patienten over seksualiteit onderdeel worden van het gesprek. Bestaande en recent ontwikkelde leermiddelen op dit gebied geven wel handreikingen voor het agenderen van het thema, maar geven onvoldoende antwoord op de vraag hoe interacties over intimiteit en seksualiteit tussen zorgprofessionals en kankerpatiënten daadwerkelijk verlopen en wat faciliterende en belemmerende gespreksfactoren daarbij zijn. Het doel van het beoogde project is drieledig: (1) Het gesprek over seksualiteit en intimiteit in de spreekkamer mogelijk maken en op gang brengen bij zorgprofessionals in de oncologie en hun patiënten; (2) Het ontwerpen van een leeromgeving voor zorgprofessionals waarin gesprekszorgen en realistische gespreksscenario’s verwerkt zijn, zodat de zorgprofessional bewust wordt van de gespreksgevoeligheden en daarop kan anticiperen en (3) Het verkennen van de vorm waarin de leeromgeving het beste in de praktijk aangeboden kan worden.
Binnen het project Circulaire Waterwall zetten de Hanzehogeschool Groningen, gemeente Groningen en Amfibia Solutions zich samen in om een creatieve oplossing voor twee van de grote uitdagingen in de stedelijke omgeving aan te pakken zijnde: waterkwaliteit en klimaatadaptatie. Om bij te dragen aan het oplossen van deze problemen willen de consortiumpartners een circulaire en multifunctionele Circulaire Waterwall implementeren in Groningen. Hiermee willen we ook bewustwording creëren omtrent afvalproblematiek en klimaatadaptatie. Het doel van dit project is om de aanwezige kennis rondom recycling van plasticafval en klimaatadaptatie binnen MKB, publieke partijen en onderzoek & onderwijs aan elkaar te koppelen binnen een praktijkgerichte ontwerpopgave met als resultaat een fysiek eindproduct. Het beoogde eindproduct van dit project is de implementatie van een Circulaire Waterwall voortgekomen uit de Hanseatic water challenge. De Circulaire Waterwall stimuleert de sponswerking van gevels van gebouwen in Hanzesteden. Door die te vergroten wordt ervoor gezorgd dat het water langer vastgehouden wordt. Dit zorgt er op een creatieve manier voor dat er functies bijkomen als: waterberging (opvang van water bij hevige neerslag voor drogere perioden), bewustwording van effecten van klimaatsverandering en kunst (beleving van Hanze-erfgoed). Bijkomend voordeel is dat het regenwater wordt opvangen en daarna gebruikt kan worden voor het voeden van planten in de stad of voor het schoonmaken van pleinen na bijvoorbeeld marktactiviteiten. Het overkoepelende doel van dit project is om kennisdeling tussen publieke en private partijen te versnellen rondom de thema’s 1) recycling en 2) klimaatadaptatie in een proces waarbij een fysieke implementatie van de Circulaire Waterwall centraal staat. Middels dit doel tracht dit project de innovatiekracht van het MKB te vergroten en om kennis en draagvlak rondom deze oplossingen te vergroten binnen de overheid en samenleving.