Service of SURF
© 2025 SURF
Het voorliggende rapport doet verslag van het onderzoek naar verdienmodellen van preventie. De centrale vraag die met het onderzoek beantwoord is, luidt: Wat zijn mogelijke barrières bij potentiële verdienmodellen voor preventie, die samenwerking tussen actoren in de weg kunnen staan? De algemene uitkomst is dat er zeker verdienmodellen van preventie te identificeren en te ontwerpen zijn temeer daar preventie vanuit een economisch perspectief als een soort investeringsbeslissing kan worden beschouwd. Er zijn echter wel verschillende barrières te onderkennen voor de ontwikkeling van een effectieve verdienmodellen. In het licht van de onderzoeksvraag leidt dit tot volgende conclusies: - Preventie is belangrijk maar komt nog onvoldoende van de grond; - Actoren kunnen worden ingedeeld in vier helixen en hebben verschillende salience; - Preventie is een maatschappelijk verdienmodel; - Verdienmodellen van preventie zijn technologisch, datagedreven en schaalbaar; - Barrieres voor preventie zijn bedrijfskundig van aard.
David Goldsborough, senior researcher Marine Policy en senior lecturer Kust- en Zeemanagemen, heeft onlangs zijn onderzoek over de toekomst van de pulsvisserij in de Waddenzee afgerond. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in het kader van het EVF1-project 'Uitvoeringsprogramma Brede Visie duurzame visserij in de Waddenzee'. De opkomst van het elektrisch vissen met de pulskor op garnalen laat visserijsector, maatschappelijke organisaties en overheid niet ongemoeid. De meningen over nut en noodzaak van dit vistuig zijn verdeeld. Zowel vanuit ecologische als economische overwegingen biedt de pulskor voordelen. Het gebruik van dit vistuig heeft echter ook onvoorziene economische en ecologische effecten, wat zorgt voor een debat over de toekomst van de pulsvisserij in de garnalenvisserij in Nederland. Het project 'Uitvoeringsprogramma Brede Visie duurzame visserij in de Waddenzee' wil graag een meer op feiten gebaseerd debat kunnen voeren over de toekomst van de pulskor. In dat kader heeft David de feiten over pulsvisserij in de garnalensector in een rapport bij elkaar gebracht.
MULTIFILE
Bij ernstige ongevallen zoals een slagaderlijke bloeding is goede hulp in de eerste minuten van levensbelang. Dergelijke ongevallen vinden vaak plaats tijdens situaties van zwaar (industrieel) werk, bosbouw, e.d. Vóórdat professionele hulp ter plaatse kan zijn, zijn slachtoffers afhankelijk van hulp door leken en middelen uit een EHBO-doos. Die middelen bestaan hoofdzakelijk uit pleisters en verbandmateriaal, maar voldoen niet voor het stoppen van een ernstige bloeding. Het belang van een betere EHBO kit wordt nog benadrukt doordat in de bouw en verkeer de ernst van verwondingen zijn toegenomen. First15 B.V. ontwikkelde daarom een noodkit die zowel de benodigde middelen (zoals een tourniquet en traumaverband) én instructies aanreikt en daarmee beoogt dat ook ongetrainde mensen in staat zijn levensreddend te handelen in situaties van ernstige bloeding. De instructiekaart is daarom speciaal ontwikkeld om met behulp van plaatjes instructies te geven voor levensreddend handelen. Om de effectiviteit van deze nieuwe kit te beoordelen, wordt onderzocht: (a) In hoeverre wordt de instructiekaart begrepen door ‘leken’ tijdens stressvolle situaties? (b) Ondersteunt de kit daadwerkelijk voor de gewenste levensreddende handelingen tijdens het bieden van hulp? En, (c) welke verbeterpunten zijn er aan het ontwerp van de firstaid-kit en instructiekaart? Vanwege het belang van testen onder representatieve omstandigheden is in dit onderzoek een vernieuwende aanpak gekozen: Het onderzoek gebruikt het Saxion patient simulatielab in combinatie met VR-technieken. De patientsimulator bootst daarbij een bloeding na. Ervaringen gesimuleerd in VR (zoals het onder tijdsdruk uitvoeren van handelingen met een gesimuleerde interface) zorgen daarbij voor stressoren die een meetbare invloed hebben op o.a. hartslag, en huidgeleiding. Adequaat handelen bij trauma-ongevallen door leken in de tijd totdat professionele hulpverlening arriveert is levensreddend. Testen of de nieuwe firstaid-kit onder praktijkomstandigheden leken in staat stelt om levensreddende handelingen te verlenen, is daarom heel belangrijk.
Aanleiding Door de constante verbetering van de kwaliteit van de zorg leven mensen langer en wordt de populatie ouderen groter. Met deze groei stijgt ook het aantal ouderen dat mogelijk mishandeld wordt. Naar schatting krijgt 1 op de 20 ouderen te maken met mishandeling. Het is een maatschappelijk probleem waar nog altijd een groot taboe op rust. In de ambulancezorg en spoedeisende hulp (SEH) meldt zich een groot aantal ouderen met verwondingen. Dit maakt verpleegkundigen in de acute zorgketen poortwachters wat betreft het signaleren van ouderenmishandeling. Verpleegkundigen geven echter aan niet te weten hoe ze ouderenmishandeling precies kunnen vaststellen. Dit terwijl een melding en adequate opvolging daarvan kan voorkomen dat kwetsbare ouderen thuis of in een instelling onnodig (lang) lijden of gezondheidsschade oplopen. Doelstelling Het RAAK-project stelt zich tot doel ambulance- en SEH-verpleegkundigen te ondersteunen bij het herkennen en vervolgens melden van ouderenmishandeling. Door middel van literatuurstudie en veldraadpleging worden beschikbare instrumenten geïnventariseerd. Er bestaat reeds expertise op het gebied van signalering en melding van kindermishandeling en ook zijn er instrumenten ontwikkeld voor het signaleren en melden van ouderenmishandeling in de langdurige zorg. De kennis zal worden gebruikt bij het ontwikkelen van een screeningsinstrument en een protocol voor verpleegkundigen in de acute zorgketen (ambulancezorg en SEH). In een pilot in de ambulancezorg en op de SEH-afdeling zullen het screeningsinstrument en protocol worden toegepast en getest op bruikbaarheid. Beoogde resultaten Het project levert een concreet hulpmiddel op waarmee verpleegkundigen in de acute zorg ouderenmishandeling kunnen signaleren en melden. De resultaten van de pilots worden geborgd in de acute keten via scholing voor verpleegkundigen. In de scholing is ook aandacht voor bewustwording van de problematiek van ouderenmishandeling, communicatievaardigheden en de attitude van verpleegkundigen. Verspreiding, invoering en toepassing van de ontwikkelde screeningsinstrumenten en protocollen vindt plaats via de projectpartners, beroepsverenigingen en onderwijsinstellingen.