Service of SURF
© 2025 SURF
Recentelijk bezocht minister Van Bijsterveldt een praktijkschool voor VMBO in Parkstad Heerlen. Zij benoemde het belang voor een leerling om op kleinschalig niveau vorm te geven aan het doorgaan van de ene opleiding in de andere. Dicht bij de leerling staan en dicht bij de leerling zijn ontwikkeling volgen. Dit is onder andere mogelijk door een bijpassende vorm te vinden van leren en werken in de beroepspraktijk. Het project ‘Onderwijs in de praktijk’ is hier een voorbeeld van.
Het vakgebied informatica blijft kampen met een technisch imago. Daardoor komt een opleiding informatica niet in aanmerking bij meisjes. Dit is iin van de conclusies uit het onderzoek 'Het imago van I'. Dit onderzoek is uitgevoerd door Miranda Valkenburg, hoofd Communicatie van de HBO-I stichting, het samenwerkingsverband van hbo ict-opleidingen in Nederland. Onderzocht is welk beeld scholieren in het voortgezet onderwijs (havo en vwo) en middelbaar beroepsonderwijs hebben van informaticaopleidingen. Naast inzicht in de beeldvorming omtrent (hbo-)informaticaopleidingen geeft het onderzoek inzicht in de keuzefactoren die een rol spelen bij de orikntatie op vervolgopleidingen in het algemeen. Uit het onderzoek blijkt dat de meeste scholieren een realistisch beeld hebben van informaticaopleidingen. Het vakgebied blijft echter kampen met een technisch imago, waardoor vooral meisjes aangeven dat ze niet kiezen voor een informaticaopleiding. De doelgroep is van mening dat er voldoende werkgelegenheid in de informaticasector is, met goede mogelijkheden op goede banen in vele soorten bedrijven en organisaties. De groep potentikle studenten kan zich echter geen concrete voorstelling maken van de mogelijke beroepen na afronding van een informaticaopleiding. Ook blijkt dat scholieren niet weten dat een diploma havo of vwo, ongeacht profiel, toegang biedt tot een hbo-informaticaopleiding.
Rond 40% van de mbo-studenten van niveau 4 kiest na diplomering voor doorstuderen in het hbo. Een overgang die voor menigeen problemen oplevert. Het percentage uitvallers in het eerste jaar is aanzienlijk. Hoe komt dat, waar liggen de struikelblokken en: wat te doen om die transitie soepeler te laten verlopen? Zijn mbo’ers wel ‘weerbaar en wendbaar’ genoeg voor het hbo?