Service of SURF
© 2025 SURF
Dit overzicht geeft een indruk van de ontwikkeling van elektrisch vervoer in Nederland. Het wordt maandelijks samengesteld door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, in opdracht van het ministerie van Economische Zaken. De cijfers mogen met bronvermelding (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland –RVO.nl) gebruikt worden.
In de 70-er jaren en daarna koos de politiek niet voor ‘gratis’ openbaar vervoer, maar koos voor de ‘vrijheid’ van een auto voor iedereen. Dat doen we nog steeds. Als in de politiek over ‘verkeersbeleid’ wordt gesproken, gaat het altijd over ‘autobeleid’. Doe je dat niet dan ben je een ‘autohater’, je doet aan ‘autotje pesten’. Toch heeft overdag vrijwel de helft van de bevolking geen toegang tot het autosysteem, maar is afhankelijk van lopen, fietsen en het openbaar vervoer, dat we tegelijkertijd steeds verder afbreken. Iedereen kan zien dat naarmate er meer privé-auto’s zijn en naarmate we meer autorijden, het verkeer steeds meer vastloopt en onze reisdoelen steeds moeilijker bereikbaar worden. Is dat ons gewenste toekomstbeeld? Overal waar nu twee auto’s staan of rijden, staan of rijden er over vijftien jaar drie? Tijd om het verkeersbeleid te herzien? Of blijven we doorgaan met meer asfalt aan te leggen en meer van de auto afhankelijk te worden, in de wetenschap dat dit het probleem van de bereikbaarheid niet oplost?
MULTIFILE
De capaciteit van het vervoer in de regio Groningen-Assen loopt tegen zijn grenzen aan. Om te voorkomen dat bereikbaarheid van Assen, Groningen en de omliggende dorpen een knelpunt gaat vormen, zal actie moeten worden ondernomen. Nieuwe technologie (autonoom vervoer) kan echter een interessante oplossing bieden voor het vervoersvraagstuk van de regio Groningen-Assen. In dit document wordt aangegeven hoe autonoom vervoer aansluit bij de ambities van de regio Groningen Assen en welke werkzaamheden uitgevoerd moeten worden om hier invulling aan te geven.Notitie van de HG en de RUG.
Het doel van dit project is het onderzoeken of CO2 en kosten kunnen worden gereduceerd in twee zorginstellen door het Specifiek Ziekenhuis Afval (SZA) anders te verzamelen en verwerken. Dit praktijkgerichte onderzoek wordt mogelijk door een samenwerking van Windesheim, Flynther, Dermatologisch Centrum en Isala. SZA wordt verzameld in speciale vaten en getransporteerd naar speciale verbrandingsovens in Dordrecht, waar het afval inclusief het vat onder hoge temperatuur wordt verbrand. Dit leidt tot een hoge CO2 uitstoot en onnodig hoge afvalkosten voor zorgpartijen. Tijdens de voorbereidende interviews voor dit onderzoek hebben respondenten uit de zorgsector al verschillende suggesties gedaan om de hoeveelheid afval te reduceren: • Alleen medisch afval in het vat stoppen, geen andere afvalstromen; • Vaten zo veel mogelijk vullen voordat deze worden vervangen; • Beter scheiden van SZA. Een deel van het SZA hoeft niet onder speciale omstandigheden te worden verbrand, door deze apart in te zamelen kan het in de buurt van de zorginstelling worden vernietigd in plaats van in Dordrecht. • Gebruik van andere soorten vaten die gemaakt zijn uit karton of dunner kunststof. Vanuit Flynther en het Dermatologisch centrum is de praktijkvraag; “Als door diverse partijen wordt aangegeven dat er kan worden bespaard, waarom hebben partijen uit de zorg hier dan geen of nauwelijks aandacht voor? Zijn er nog meer manieren om SZA te reduceren?” De praktijkvraag van dit onderzoek is:Op welke wijze kunnen zorginstellingen door aanpassingen in het inzamelen van SZA, de hoeveelheid CO2 uitstoot en kosten binnen deze afvalstoom reduceren?Om deze vraag te beantwoorden worden de mogelijkheden zoals hierboven beschreven getoetst en de impact bepaald. Daarnaast wordt gekeken hoe het SZA inzamelingsproces moet worden aangepast om deze besparing te realiseren. Ook wordt onderzocht wat beperkende factoren zijn voor deze besparingen. De onderzoeksvragen worden beantwoord door een verkennend onderzoek dat wordt gebaseerd op twee case studies.
ATAL: Automated Transport and Logistics Automatisering van transportmodaliteiten is overal ter wereld gaande. Met een Duurzaam Living Lab kunnen multimodale geautomatiseerde transportoperaties verder in de praktijk duurzaam en opschaalbaar worden ontwikkeld. Hierbij worden beleidsmakers en organisaties ondersteund in deze transitie. De maatschappelijke voordelen van grootschalige uitrol van Automated Trucks en Platooning, Automated Train Operations en Autonomous Sailing zijn onder andere minder energieverbruik en emissies, betere doorstroming en betere verkeersveiligheid. De Duurzame Living Lab heeft betrekking op het haven-achterland vervoer van Rotterdam richting Duitsland en België. Het wegvervoer maakt gebruik van de TULIP-Corridor, water en spoor modaliteit volgen de MIRT goederencorridors tot in het Ruhrgebied.
Bamboe is een hoogwaardig, zeer bestendig snelgroeiend natuurproduct waarvan de productie wordt gedomineerd door Azië. Het wordt al eeuwen toegepast in Europa als decoratief en constructief materiaal voor (interieur)architectuur en gebruiksvoorwerpen. Bamboe wordt beschouwd als een duurzaam alternatief voor de toenemende schaarste aan duurzame, inheemse (hard)houtsoorten. De huidige subtropische teelt en verwerking van bamboe, gekenmerkt door mono-culturele plantages, inefficiënt watergebruik tijdens het groeiproces en het gebruik van schadelijke conserveringsmiddelen bij verwerking van bamboevezels, ondermijnen het duurzaam potentieel. Bovendien veroorzaakt het vervoer van Azië naar Europa een CO2-uitstoot die de CO2-opname van bamboe tenietdoet. Om van Europees bamboe een duurzaam materiaal te maken onderzoekt het ArtEZ-lectoraat Tactical Design op verzoek van diverse MKB-partners hoe we een nieuwe, duurzame waardeketen kunnen ontwikkelen – van teelt tot product – op basis van Europees geteelde bamboe voor toepassingen in interieur en exterieur die zowel economisch als ecologisch kan concurreren met Aziatisch bamboe en Europees hout. Aanleiding is de aanplant in 2017 van de eerste bamboeplantage in Zuid-Portugal conform Europese en lokale regelgeving rondom biodiversiteit en watergebruik. In 2021 vindt op deze plantage de eerste oogst plaats. Het is daarmee de eerste poging bamboe op grote schaal, transparant en duurzaam in Europa te telen. De vraag is hoe deze bamboe duurzaam verwerkt en de reststromen meervoudig verwaard kunnen worden binnen Europa voor bouw, interieur, meubels en textiel met gebruik van zowel de bamboestam als van lignine (voor lijmproducten), vezels en cellulose (voor garens/textiel). Om deze vragen te beantwoorden is een consortium samengesteld van innovatieve bedrijven die representatief zijn voor en kunnen bijdragen aan een duurzame keten voor bamboeproducten zoals BambooLogic (bamboeproducent), Bambooder (vezelextractie), Inducoat (duurzame coating), Miscancell (cellulose-extractie) en BSM Factory (meubelproducent) die i.s.m. met kennisinstellingen (WUR, Stichting Hout Research), productontwerpers en ontwerpstudenten duurzame prototypes zullen ontwikkelen van halffabricaten, bouw- en interieurproducten met Europees bamboe.