Service of SURF
© 2025 SURF
Deze website maakt deel uit van het onderzoeksproject ‘Een Smart Start’. Het onderzoeksproject is gesubsidieerd door Regieorgaan SIA. Het onderzoek werd uitgevoerd door het lectoraat Organisatieontwerp en -verandering van de Hanzehogeschool Groningen. In het onderzoek van het lectoraat zijn nieuwe methoden om mkb-bedrijven te ondersteunen bij het verbeteren van hun processen ontwikkeld. Het onderzoeksproject had als doel het ontwikkelen van kennis over de aard van de verstoringen, oorzaken en oplossingen in het voortraject en het vertalen van deze kennis naar een voor mkb-bedrijven bruikbare methodiek die helpt bij het verbeteren van het voortraject.
LINK
Nederland is een waterland. Schoon oppervlaktewater is belangrijk voor de natuur, landbouw en voedsel‐ en drinkwaterproductie en het is daarom zeer belangrijk om verstoringen ervan goed te kunnen meten en begrijpen. Hoe eerder een verstoring van het aquatisch ecosysteem gemeten kan worden, hoe beter de mogelijkheden zijn voor waterbeheerders om het effect ervan te beperken door maatregelen te nemen. In dit project combineert het lectoraat Metabolomics van Hogeschool Leiden eMetabolomics en eDNA, zodat we ‘moleculaire foto’s’ van het onderwaterleven kunnen maken die een schat aan informatie bevatten. Met behulp van deze informatie kunnen we 1) de effecten van verstoringen eerder opsporen 2) de verstoringen beter begrijpen 3) aanknopingspunten identificeren om de verstoringen tegen te gaan. Hiertoe hebben we een consortium samengesteld waarin kennis op het wetenschappelijk gebied van analytische chemie, milieukunde, ecologie en biodiversiteit, bedrijven die actief zijn in deze werkvelden en potentiele eindgebruikers zijn samengebracht. Aan de hand van twee relevante casussen zullen wij eMetabolomics en eDNA technieken ontwikkelen en toepassen. De eerste casus is een relevante biologische verstoring door een invasieve exoot: de rode Amerikaanse rivierkreeft (Procambarus clarkii). De tweede casus een relevante chemische verstoring door het veel gebruikte insecticide thiacloprid. Het onderzoek zal gebruik maken van de laatste nieuwe technieken op het gebied van eMetabolomics en eDNA. Met deze technieken zullen rivierkreeften in detail worden onderzocht in, onder andere, aquaria. Daarnaast zal een belangrijk deel van het onderzoek plaatsvinden in het Levend Lab, een unieke proefopstelling van het Centrum voor Milieukunde van Universiteit Leiden dat bestaat uit 36 slootjes waarin de invloed van thiacloprid op het aquatisch ecosysteem zal worden onderzocht. De samenstelling van het consortium, de state‐of‐the‐art technologie die wordt toegepast én de setting waarin het onderzoek wordt uitgevoerd maken het project zeer aantrekkelijk voor zowel studenten als docenten, waardoor doorwerking in het onderwijs gegarandeerd is.
Maatschappelijke urgentie: Een ‘Krachtig MKB’ is één van de zwaartepunten van de Noordelijke Innovatieagenda (NIA). Daartoe behoort ook het behoud en uitbreiding van de maakindustrie in Nederland. Een belangrijk onderdeel van de maakindustrie wordt gevormd door zogenaamde ‘Engineer-to-order’ (ETO)-bedrijven: veelal mkb-bedrijven die klantspecifieke producten leveren van hoge kwaliteit met een korte levertijd en hoge leverbetrouwbaarheid. Om hun leverprestaties te verbeteren hebben deze ETO-bedrijven hun aandacht in het verleden vooral gericht op het verbeteren van de prestaties van de fabriek. Aan de productie gaat echter een traject vooraf waarin klant en bedrijf overeenstemming moeten zien te bereiken over maakbaarheid, prijs en levertijd. Uit zowel de bedrijfspraktijk als onderzoek blijkt dat veel van de problemen die de fabricage heeft met leverbetrouwbaarheid veroorzaakt worden door problemen in dit voortraject. Land en Gaalman (2009) komen dan ook tot de conclusie dat het weinig zin heeft de inrichting en planning van de fabricage verder te verbeteren als niet eerst de problemen in het voortraject aangepakt worden. De praktijkvraag Bedrijven geven aan behoefte te hebben aan een methodiek waarmee ze problemen en oorzaken in het voortraject in kaart kunnen brengen en procesoplossingen en/of structuuroplossingen kunnen ontwerpen. De onderzoeksvraag Naar het functioneren van het voortraject is weinig onderzoek gedaan. In dit onderzoek wordt beschikbare wetenschappelijke kennis geschikt maken voor toepassing op het voortraject van ETO-bedrijven. Vervolgens wordt die kennis in empirisch onderzoek gebruikt om typische problemen, oorzaken en oplossingen te identificeren. De aldus verworven inzichten worden verwerkt in een instrument voor de ETO-bedrijven. Bijdrage dit project • Praktijkproduct: een methodiek waarmee ETO-bedrijven problemen en oorzaken in het voortraject in kaart kunnen brengen en procesoplossingen en/of structuuroplossingen kunnen ontwerpen. • Kennisproducten: (wetenschappelijke) artikelen over procesverbetering in het voortraject. • Onderwijsproduct: lesmodule ‘Procesverbetering in het voortraject’ die onderdeel wordt van de minor Slim Produceren van de opleiding Technische Bedrijfskunde, Hanzehogeschool Groningen.
De docent/onderzoeker rol is de belangrijkste, echter ook minst goed gefaciliteerde, rol binnen de hogeschool. De docent/onderzoeker moet continue schakelen tussen de onderwijs-urgentie (teamleider) en de langere termijn onderzoeksprioriteit (lector). De docent/onderzoeker heeft praktisch gezien twee werkgevers. Het RAAK-Postdoc project HENC beoogd een pragmatische grondlegger te ontwikkelen voor de duurzame inbedding van PhDs in deze docent/onderzoeker rol. Henk Kortier fungeert hierbij als initiator, (mede) ontwikkelaar en eerste (proef-)persoon. Het onderzoek dat onderdeel vormt van deze aanvraag beoogt de valorisatie van het op 09-feb-2018 afgesloten biomedisch wetenschappelijk PhD onderzoek van Henk Kortier. De modulaire robotica technieken die Henk gaat door ontwikkelen hebben spin-off naar de drie Saxion onderzoek domeinen Area’s & Living (drones), Smart Industry (grondrobots) en Health & Wellbeing (opruimrobot). De onderwijsactiviteiten richten zich op een, nieuw te ontwikkelen, module binnen de opleiding mechatronica, met als doel concrete invulling te geven aan de noodzakelijke vernieuwing en integratie van onderzoek en onderwijs. Met het onderwijs en onderzoeksteam van mechatronica is hierover op 23 april jl. een inventarisatie workshop gehouden, ondersteund door de teamleider onderwijs en lector. Door een matrix-analyse zijn de belangrijkste punten gedefinieerd en worden de belangrijkste redenen voor PhD om als docent/onderzoeker te blijven fungeren ontwikkeld, getest, uitgevoerd en uitgerold. Op deze wijze geeft het project concreet invulling aan het Saxion beleid om PhDs te kunnen laten werken aan het onderzoek en via onderwijsvernieuwing de resultaten naar onderwijs vloeien. Naast de onderwijs-onderzoeks integratie component wordt er binnen de module een lespakket ontwikkeld ter behoeve van het autonoom functionerende robots. Dit pakket wordt ontwikkeld vanuit zowel een operator als engineering oogpunt en zal derhalve de opleiding mechatronica overstijgen. Dit maakt het pakket breed inzetbaar binnen de verschillende opleidingen van de academie Life Science, engineering and Design en Creative Technologievan Saxion maar ook voor hogescholen elders.