Service of SURF
© 2025 SURF
Wilde de Tweede Kamer vorige maand nog een onderzoek naar de Ladder voor duurzame verstedelijking, inmiddels pleit een meerderheid voor het opschorten van deze regeling voor de duur van vijf jaar. Minister Mona Keijzer van VRO zag de motie van VVD en BBB met open armen tegemoet. Maar, is het verstandig om per motie zaken af te schaffen die integraal onderdeel zijn van de Ruimtelijke Ordening?
LINK
Eerder gepubliceerd in Land & Water, nr. 12, 2017 Verstedelijking is een wereldwijde trend. De VN voorspellen dat in 2050 bijna tweederde van de wereldbevolking in steden woont. Ook in Nederland neemt de verstedelijking toe, met onder meer een toenemende druk op de Randstad. Ondergrondse oplossingen voor bovengrondse problemen zijn noodzakelijk. Om bevolkingsgroei in steden te faciliteren, zijn ondergrondse oplossingen nodig Naar verwachting leeft in 2050 twee derde van de wereldbevoling in steden Gedacht kan worden aan ondergrondse tramtunnels en parkeerplaatsen. Ondergronds moet worden ingebed in stedelijke gebiedsontwikkelingsprocessen.
MULTIFILE
Voorwoord: In het kader van het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie werken de gemeenten Rotterdam, Tilburg, Zwolle, provincie Noord-Brabant, Staatsbosbeheer, Heijmans, Hogeschool van Amsterdam (HVA) en Watertorenberaad (zie www.watertorenberaad.nl) samen aan een Impactproject Klimaatslimme Verstedelijking. Het project kent een drie-dimensionale benadering: (openbare en private) ruimte, (openbare en private) gebouwde gevels en daken. De analyses, onderzoek en oplossingen gaan over beperking van wateroverlast maar vooral over voorkomen en beperking van hittestress. In dit impactproject hebben we ontwerp, analyses en bevindingen vanuit Hart van Zuid Rotterdam als basis gebruikt en die nader onderzocht en aangevuld met name t.a.v. hittestress. De gebiedsontwikkeling Hart van Zuid te Rotterdam wordt herontwikkeld door Ballast Nedam en Heijmans, ondersteund door landschapsarchitect Karres + Brands. De contractering ligt vanuit het verleden vast en uitvoeringsplannen zijn in de maak. De bevindingen zijn voor Hart van Zuid vooral suggesties en kunnen, zo mogelijk, op onderdelen nog toegepast worden. De resultaten van het onderzoek zijn input geweest voor de dialoog met stakeholders in Tilburg voor mogelijke ontwerp(en) van Koningsplein-Paleisring-aansluiting Piushaven. In Tilburg hebben we deze suggesties met stakeholders (gemeente,projectontwikkelaars,architecten,corporatie,bewonersvertegenwoordigers), besproken. In de case Stationsplein-Assendorp Zwolle hebben we vooral de focus gelegd op samenwerking, aanbesteding, contractering en criteria voor klimaatslim opdrachtgeverschap.SamenvattendWij hebben in dit impactproject de volgende accenten gelegd:Rotterdam: ontwerp: wat zijn goede klimaatslimme oplossingen bij de ontwikkeling van een gebied?Tilburg: dialoog met stakeholders: hoe kom je samen totinzichten en ontstaat een gezamenlijke gedachte over deopgave?Zwolle: samenwerking, aanbesteding en contractering metpartijen: hoe maak je afspraken en regel je de uitvoering?
MULTIFILE
Het veranderende klimaat leidt tot extremere weerspatronen. Het KNMI heeft in een onderzoek geconcludeerd dat Nederland in de toekomst te maken krijgt met een stijgende zeespiegel, meer extreme neerslag, drogere zomers en meer extreme hitte.Al deze veranderingen hebben een grote impact op de leefomgeving en met name in het stedelijk gebied kan dit tot problemen gaan leiden. Steden zijn vaak sterk verhard en door verstedelijking neemt die verharding in en om steden steeds verder toe.Binnen het project de Infiltrerende Stad wordt gekeken naar hoe we deze verharding kunnen aanpassen aan het veranderende klimaat. Hiervoor kijken we specifiek n naar waterdoorlatende bestrating. Deze vorm van verharding is in staat om (een deel van) neerslag via de weg af te voeren. Hiermee kan wateroverlast door extreme regen deels voorkomen worden en water lokaal bewaard worden voor tijden van droogte.Het Project Infiltrerende Stad helpt ondernemers om meer inzicht te krijgen in de werking en het onderhoud van deze soort verharding zodat de werking op de lange termijn geborgd is. Het uiteindelijke doel is de toepassing van deze vorm van verharding in de stedelijke omgeving te bevorderen.
Het aantal (wilde) bestuivende insecten daalt wereldwijd. Van de totaal 360 bijensoorten die in Nederland leven, wordt meer dan de helft met uitsterven bedreigt. Insecten zijn onmisbaar in het voortbestaan van de mens omdat deze organismen ervoor zorgen dat planten bestuift worden. De biodiversiteit ligt onder vuur. Daarnaast is verstedelijking in Nederland een steeds groter wordend probleem. De steden hebben meer ruimte nodig en dit gaat vaak ten koste van de natuur. Daarnaast is de binnenruimte vaak nog te 'grijs'. Veel kantoren en publieke plekken hebben weinig op geen planten. Uniflower biedt de oplossing voor deze problemen. Door het plaatsen van groene buitenwand heeft de biodiversiteit de kans zich te herstellen en kunnen soorten in aantal toenemen. Ook het thema ‘groene stad’ wordt breed belicht. Het plaatsen van groene wanden zorgt tevens voor een beter aanzien van de stad, klimaatadaptatie en een betere mentale gezondheid voor haar burgers. Daarnaast zorgt de groene binnenwand voor een beter aanzien, schonere lucht en net als bij de buitenwand voor een betere mentale gezondheid. De doelgroep van Uniflower zijn bedrijven en gemeenten. Hier worden de wanden geplaatst. De bedrijfswand is zo ingericht dat deze makkelijk te verplaatsen is. Tevens zijn de wanden onderhoudsvriendelijk, zo kan Uniflower makkelijk het onderhoud verzorgen.
Een belangrijke én urgente beleidsvraag op dit moment is hoe de komende 15 jaar voldoende aanbod van woningen kan worden gegarandeerd. Nederland heeft een forse verstedelijkingsopgave die niet binnen het bestaand stedelijk gebied kan worden opgelost. Grondbedrijven van gemeenten spelen een cruciale rol bij het aanbod van woningbouwlocaties. Via het instrument ‘actief grondbeleid’, waarbij gemeenten grondposities innemen om na het aanleggen van de openbare ruimte bouwrijpe kavels te verkopen, zijn decennialang gebieden tot ontwikkeling gebracht. Hoewel deze wijze van ontwikkelen nu ter discussie staat, komt het door de grote vraag naar woningen en de noodzaak voldoende woningaanbod te hebben, weer prominent in beeld. Gezien de recente grote verliezen bij de grondbedrijven, vraagt dit om een kritische reflectie op gemeentelijk handelen en vernieuwing van het grondbeleidsinstrumentarium, met in het bijzonder de rol en wijze van toepassen van de (residuele) grondwaardesystematiek. Er bestaat een kennisleemte rondom de wijze waarop diverse gemeenten het grondbeleidsinstrumentarium inzetten en wat de gevolgen daarvan zijn voor de beschikbaarheid van woningbouwlocaties. Voor het toekomstige ‘voldoende’ aanbod van woningen is het van groot belang inzicht te hebben in de uitkomsten van meer voorzichtige of een meer risicovolle toepassing van het grondbeleidsinstrumentarium (actief en faciliterend). De kennis die in het ‘Grond voor Wonen’-project wordt ontwikkeld over toekomstige toepassing van actief grondbeleid en verdergaande invulling van de woningbouwopgave bij faciliterend grondbeleid, geeft gemeenten, en zeker stedelijke gemeenten, handvatten voor een nieuw handelingsperspectief voor hoe zij dit urgente lokale vraagstuk kunnen aanpakken.