Service of SURF
© 2025 SURF
De energietransitie is sinds decennia een van de grootste veranderingen waar de Nederlandse samenleving mee te maken krijgt. Deze verandering gaat alle huishoudens en organisaties in Nederland aan en dient daarom ook, zoveel mogelijk, in samenspraak met hen te gebeuren. Elke transitie is namelijk mensgericht en daarom is het ook een sociale transitie. Als transities op een goede manier verlopen kan het ook kansen bieden op andere domeinen, zoals werkgelegenheid, sociale cohesie en gezondheid. Het is daarom een uitgelezen mogelijkheid om de energietransitie met elkaar aan te grijpen om én de overstap naar een fossielvrije samenleving te maken én de samenleving als geheel een stap vooruit te brengen. Het doel van dit onderzoek was om te verkennen hoe eigenaarschap van de bewoners van Smitsveen in Soest over de energietransitie kon worden bevorderd.
LINK
Rede, op samenvattende wijze gepresenteerd 21 maart 2023 door Mr Dr. Daisy G. Tempelman ter gelegenheid van haar installatie als Lector Juridische Vraagstukken binnen de energietransitie bij het Instituut voor Rechtenstudies en het Centre of Expertise – Energy aan de Hanzehogeschool Groningen. Lectoraat Juridische en economische vraagstukken binnen de energietransitie.
De urgente maatschappelijke uitdagingen m.b.t. de reductie van CO2 emissies vraagt om een grootschalige en versnellende aanpak van de renovatie van bestaande woningen op wijkniveau. De digitalisering in de bouw wordt hierbij als de belangrijkste katalysator beschouwd. De wijkgerichte aanpak vraagt om de betrokkenheid van de hele bouwkolom. De noodzakelijke overlappende aanpak van meerdere wijken tegelijkertijd maakt een efficiënte werkwijze nodig. Hiervoor zijn (nog) geen digitale omgevingen beschikbaar voor data inwinning en beheer om ontwerp, bouw en exploitatie van de nieuwe energie infrastructuur te faciliteren. Dit project heeft als doel een prototype voor een digitale omgeving, Digital Twin, te ontwikkelen en in twee pilot wijken te testen. Dit betreffen De Nijverheid (Hengelo, OV) en Twekkelerveld (Enschede). Aanvullend worden in de praktijk gevraagde kennis en competentiesets in kaart gebracht op MBO, HBO en WO niveau, beschikbare opleidingen geïnventariseerd en een voorstel uitgewerkt om deze doelgericht beter aan elkaar te laten aansluiten. De activiteiten worden in het in oprichting zijnde Fieldlab Digitalisering Energietransitie Twente (FidetT) gebundeld en in samenwerking met het werkveld geoperationaliseerd.
De toekomstige transformaties rondom energie, duurzaamheid en circulariteit zitten vol complexe uitdagingen. Bij het vergroten van het aandeel groene energie in de energietransitie spelen plaats en tijd van de opwek een belangrijke rol. Dit dwingt de Nederlandse industrie om oplossingen te zoeken, bijvoorbeeld richting conversie van elektrische energie naar waterstof. Met waterstof kan energie getransporteerd worden (“Plaats”) en opgeslagen worden (“Tijd”). Ondanks deze potentie van waterstof voor de energietransitie, is er nog een grote uitdaging die de huidige voortgang tegenwerkt: de impasse tussen het aanbod van (echt groene) waterstof versus de nog onduidelijke vraag vanuit de industrie / bedrijven. Deze impasse heeft veel impact op de snelheid van de energietransitie. Het is een groot probleem omdat het om een nog onvolwassen waardeketen gaat. De opkomende waterstofmarkt moet voor nieuwe toepassingen direct concurreren met andere markten terwijl deze nu nog niet competitief genoeg is. Door dit dilemma tastbaar te maken voor twee regionale industriële casussen (biovergisting en waterzuivering) wordt de energietransitie op regionaal niveau in Oost-Nederland versnelt. Momenteel wordt gezuiverd drinkwater voor de productie van waterstof gebruikt en fossiele brandstoffen voor de productie van C-based chemicals. De maatschappelijke verandering waar het PD-traject zich op richt is om dit zoveel mogelijk vanuit reststromen en biogene stromen te gaan doen. De probleemstelling is: hoe kunnen waterstof en C-based chemicals zoveel mogelijk uit circulaire en biogene reststromen worden geproduceerd? Binnen de use cases gaat het vervolgens om verwaarding van CO2-reststromen (vanuit biovergisting) via de productie van C-based chemicals en om effluent vanuit de waterzuivering geschikt te maken voor de productie van waterstof. De vragen voor de use cases zijn gericht op hoe dat technisch en economisch rendabel gerealiseerd kan worden en hoe de bedrijven deze processen kunnen inbedden in de bedrijfsvoering. De deliverables zijn te transformeren naar soortgelijke situaties in Nederland of daarbuiten.
De uitvoering van klimaatadaptatie en de energietransitie stelt professionals van gemeenten voor nieuwe uitdagingen. Deze veranderingen hebben een grote impact op de leefomgeving van inwoners. Dit heeft geleid tot een groei van inwonersinitiatieven die bijdragen aan oplossingen, of opkomen voor de belangen van de lokale gemeenschap. Professionals van Zeeuwse gemeenten willen graag effectiever leren omgaan met inwonersinitiatieven. In dit project ontwikkelen we methoden (o.a. een serious game) om professionals uit de publieke sector beter te ondersteunen bij sociale aspecten van de transities. We hanteren hierbij twee handelingsperspectieven: • Responsief handelen: inzicht in waarden van inwonersinitiatieven en hierop goed kunnen reageren. • Uitnodigend handelen: gelegenheid scheppen voor inwoners om zelf initiatief te nemen. Het onderzoek heeft tot doel om deze handelingsperspectieven verder te ontwikkelen in co-creatie tussen professionals, inwoners, studenten en onderzoekers, en zodoende de effectiviteit van inwonersinitiatieven in het versnellen en verbeteren van klimaattransities te versterken. Dit doen we vanuit 3 werkpakketten: 1. Handelingsopties en survey: Op basis van wetenschappelijke literatuur worden handelingsopties in kaart gebracht, inclusief factoren die effectief inspelen op inwonersinitiatieven belemmeren of faciliteren. Dit wordt toegepast in een vragenlijst onderzoek onder professionals (Zeeland en landelijk). Tevens worden interviews gehouden met middenmanagement en politieke vertegenwoordigers. 2. Actie-onderzoek in 4 cases: Om te ervaren hoe handelingsopties toe te passen, ontwikkelen professionals, inwoners, onderzoekers en studenten, samen een nieuwe aanpak in 4 praktijksituaties. In een casusvergelijking worden de geleerde lessen samengebracht. 3. Leren en door-ontwikkelen: . In een lerend netwerk vindt uitwisseling en verdieping plaats binnen een brede groep professionals. Leren vindt plaats door het delen van ervaring, verdiepende sessies over de handelingsperspectieven en uitwerking in ‘doe en leerlabs’. De ontwikkelde kennis wordt samengebracht in de serious game ‘Inspelen op inwonersinitiatief’. Studenten en professionals kunnen hiermee leren afwegingen te maken voor het omgaan met inwonersinitiatief in klimaattransities.