Service of SURF
© 2025 SURF
De zorgsector is de afgelopen jaren aan een ingrijpende verandering onderhevig geweest. De komst van marktwerking, het ontstaan van grotere zorginstellingen met meerder vestigingen en het persoonsgebonden budget hebben geresulteerd in een strakkere verdeling van de mensuren. Dit vergde vergaande aanpassingen van zorgverleners, die niet gevrijwaard bleven van hindernissen.
Kwaliteit is dynamisch, kwaliteit is een werkwoord’, zegt Jan Kremer, voorzitter van de Kwaliteitsraad. In 2017 is een nieuw Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg van kracht geworden dat stelt dat ‘continu werken aan een betere kwaliteit van zorg de norm moet zijn’. Tegelijkertijd is in de afgelopen jaren de complexiteit van de zorgverlening aan ouderen in verpleeghuizen toegenomen (Actiz, 2018). Hoe zorg je als zorgorganisatie dat je zorgprofessional voldoende bekwaam is om met die complexiteit om te gaan en tegelijkertijd continu werkt aan de verbetering van de kwaliteit van zorg?
LINK
Staffing practices in long-term care lack a clear evidence base and often seem to be guided by opinions instead of evidence. While stakeholders believe intuitively that there is a positive relationship between staffing levels and quality in nursing homes, the research literature is contradictory (1). In this editorial we consider the evidence found in a literature study that we conducted for the Dutch Ministry of Health, Welfare and Sports (VWS). The aim of this study was to summarize all available evidence on the relationship between staffing and quality in nursing homes. Specifically, we focused on the quantity and the educational background of staff and quality in nursing homes. The literature study has contributed to the recent Dutch quality framework for nursing homes (Kwaliteitskader verpleeghuiszorg in Dutch) of the National Health Care Institute. This quality framework was published in January 2017 and provides norms – among other quality aspects – for nursing home staffing. As well as a description of the main findings of the literature study, we present implications for different stakeholders charged with staffing issues in nursing homes.
De laatste jaren staat de kwaliteit van de Nederlandse verpleeghuiszorg toenemend onder druk. Er is onvoldoende gelegenheid om bewoners met dementie een zinnige dagbesteding te bieden. Beeld- en geluidservaringen waarmee positieve herinneringen bij de dementerende zorgvrager worden opgehaald (reminiscentie) lijken onrust bij de bewoner weg te nemen. Onrust leidt tot verminderde interactie waardoor een zinnige dagbesteding onmogelijk is. Tot op heden heeft structurele inbedding van beeld en geluid voor dementerende bewoners nog niet plaatsgevonden. Er is onvoldoende oog voor de individuele behoefte van de gebruiker en het is niet duidelijk in welke (zorg)situaties de inzet van beeld en geluid het meest effectief is. Er is dus behoefte aan het doorontwikkelen en testen van beeld- en geluidservaringen. We willen in dit project een methodiek ontwerpen voor de optimale inzet van de Qwiek.up, een apparaat waarmee gewenste beelden en geluiden eenvoudig worden afgespeeld op elke plek. Onze onderzoeksvraag luidt: Op welke wijze en op welke momenten kunnen beeld- en geluidservaringen met de Qwiek.up onrust bij bewoners met dementie reduceren? De aanpak betreft een ontwerponderzoek. Zorgprofessionals selecteren negen bewoners met onrustgedrag, die binnen een leergemeenschap worden ingebracht. Leden van deze gemeenschap observeren de bewoners, richten de inzet van de Qwiek.up per bewoner in en evalueren de impact van het apparaat. De verwachte uitkomsten van dit proces zijn: 1) een methodiek voor het inzetten van de Qwiek.up bij verpleeghuisbewoners met dementie, 2) betere ondersteuning van zorgprofessionals in de omgang met deze bewoners, 3) aanwijzingen voor de meerwaarde van de Qwiek.up voor deze doelgroep, alsook voor de mogelijkheden om het apparaat bij andere doelgroepen in te zetten. Dit project sluit nauw aan bij de Kennis- en Innovatieagenda Creatieve Industrie 2018-2021; The Human Touch.
Vraag aan een zaal met mensen wie een naaste heeft die in het verpleeghuis woont en vele handen gaan omhoog. Vraag je vervolgens wie het een fijne plek vindt om op bezoek te gaan, dan gaan ze naar beneden. Het verpleeghuis heeft geen positief imago in onze maatschappij. Het is een plek waar je vooral niet terecht wilt komen. Dit, terwijl er tienduizenden mensen in Nederland op verpleeghuiszorg aangewezen zijn. Zij doen hun best om ook dat laatste stukje van hun leven betekenis te geven in een omgeving die niet altijd op hun wensen is afgestemd. Wij willen laten zien dat het verpleeghuis wél een plek kan zijn waar het fijn wonen en werken is. Een plek waar je gezien mag worden en mensen graag langs komen. Hoe je dit kunt bereiken, is door een multidisciplinair team onderzocht in het RAAK-publiek project Het verpleeghuis van de toekomst is een thuis. Door middel van een literatuuronderzoek en een grootschalige veldstudie is het fenomeen thuisgevoel in een verpleeghuis nader bestudeerd. Aan dit onderzoek hebben vier verpleeghuizen (BrabantZorg, Vitalis WoonZorgGroep, Savant Zorg, en Archipel ZorgGroep) meegewerkt, waar 78 bewoners, medewerkers en familieleden zijn geïnterviewd. Omdat de woonomgeving van mensen vaak als vanzelfsprekend wordt gezien, hebben we mensen eerst fototoestelletjes gegeven, waarmee foto’s zijn gemaakt van wat eenieder opviel. Mensen, situaties, objecten, die hen een thuisgevoel gaven (of juist niet) zijn vastgelegd. Daarna zijn we in gesprek gegaan. Zo spraken mensen over de foto’s van familieleden aan de wand, maar ook over samen eten en doen wat je graag wilt doen. Het onderzoek heeft geresulteerd in twee modellen die inzicht gevent in de belevingswereld van bewoners in een verpleeghuis. Daarnaast zijn de resultaten vertaald naar een lespakket voor mbo, hbo en het werkveld in de vorm van een werkboek met 35 werkvormen. Om de resultaten tastbaar te maken, is bij partner Vitalis WoonZorgGroep een thuisgevoelappartement ingericht (zie afbeelding pagina 5), waar mensen kunnen zien hoe het anders kan!
Aanleiding Er zijn in ons land ruim 65.000 verpleeghuisbewoners, die in verpleeghuizen goede zorg en onderdak ontvangen. Het thuisgevoel van deze bewoners hangt af van factoren als autonomie, afhankelijkheid en geborgenheid. Maar goede zorg en een echt thuisgevoel staan soms op gespannen voet met elkaar. Zorgprofessionals en bestuurders van verpleeghuizen geven aan dat de grote uitdaging van de huidige verpleeghuiszorg bestaat uit het anticiperen op andere bewoners met zwaardere zorgvragen en andere ideeën over de kwaliteit van leven in verpleeghuizen. Doelstelling De onderzoeksvraag in dit project luidt: hoe kunnen ouderen die intensieve zorg ontvangen in bestaande verpleeghuizen een optimaal thuisgevoel ervaren? Het doel van dit project is enerzijds om een breed gedragen verandering in de 'thuisbeleving' teweeg te brengen binnen bestaande (deel)locaties van verschillende verpleeghuizen. Anderzijds beoogt het project daaruit kennis en onderwijs te genereren voor toekomstige generaties professionals die werkzaam zijn in verpleeghuizen. Het onderzoek zal worden uitgevoerd in de vorm van informatieve sessies en workshopsessies. Beoogde resultaten Het resultaat van dit project bestaat uit trainingsinstrumenten voor primaire scholing en nascholing: o.a. een werkboek en uitgewerkte scenario's, een 3D-demoruimte, een LEGO toolbox en een meetinstrument voor evaluatie van het thuisgevoel. Studenten profiteren door deelname aan de workshops en doordat de resultaten tevens zullen worden vertaald naar onderwijsmateriaal waarin concrete handvatten staan voor (fysieke en sociale) transities in een verpleeghuissetting. Hierin staat persoonsgericht werken (concreet uitgewerkt) centraal. Doordat meerdere verpleeghuisinstellingen deelnemen, kunnen do's en don'ts als basis dienen en worden gebruikt voor directe kennisuitwisseling tussen de instellingen onderling. Verdere kennisdeling vindt plaats via wetenschappelijke artikelen, een website en een symposium.