Service of SURF
© 2025 SURF
Om te kunnen functioneren in de huidige kennismaatschappij worden kritische en onderzoekende vaardigheden belangrijk geacht voor toekomstige professionals (De Boer, 2017). Hogescholen spelen een belangrijke rol in het opleiden van deze professionals en hebben mede daarom de wettelijke taak gekregen om onderzoek te doen en dit te integreren in het onderwijs (Griffioen & De Jong, 2015). Hoe dragen docenten, onderzoekers, onderzoek- en onderwijsmanagers in de dagelijkse praktijk bij aan het samenbrengen van onderzoek en onderwijs? Om deze vraag te beantwoorden werden N=61 interviews afgenomen met deze actoren binnen drie Nederlandse hogescholen. De resultaten laten zien dat de gedragsintenties die de respondenten bespreken verdeeld kunnen worden in drie categorieën: integratie van onderzoek in onderwijs; integratie van onderwijs in onderzoek; en het samenkomen van onderzoek en onderwijs. In de drie categorieën kan zowel ‘direct gedrag’ als ‘ondersteunend gedrag’ onderscheiden worden. Opvallend is dat de focus binnen de gedragsintenties ligt op het integreren van iets van onderzoek in het onderwijs, en in mindere mate van iets van onderwijs in het onderzoek. De implicaties van de resultaten en de opzet van het vervolgonderzoek worden bediscussieerd met het publiek tijdens het congres.
De afgelopen jaren is in Veerkracht veel geschreven over vakoverstijgend werken binnen de wereldoriëntatie vakken. In Veerkracht van november 2021 zijn de uitkomsten van het onderzoek in de Kenniskring Wereldgericht Onderwijs gedeeld.
Hoofdstuk 4 in Wat werkt als je samenwerkt - deel 2. Het hoofdstuk begint met een beschrijving van de huidige onderwijssituatie op Bonaire. Daarbij komt de vraag aan bod of en hoe op Bonaire het hiaat kan worden opgevuld tussen het op Europees-Nederlands gerichte geschiedenis)curriculum en het verlangen van leerlingen om onderwijs te krijgen waarmee zij zich verwant voelen en waarin zij Bonaire herkennen. Vervolgens worden de uitkomsten beschreven van het verkennend onderzoek naar wat de leerlingen op Bonaire als betekenisvol onderwijs ervaren. Daarna komen de uitgangspunten van Module Bonaire aan bod. In dat kader wordt ook het Jericho-project (de voorloper van Module Bonaire) beschreven. In de epiloog wordt de start (september 2023) beschreven van een verkennend onderzoek waar gebruik wordt gemaakt van de ervaringen die zijn opgedaan met het Jericho-project en de verkenning op Bonaire. Dat onderzoek vindt plaats op een middelbare school in Utrecht. De beschrijvingen maken inzichtelijk hoe context-specifiek onderwijs zou kunnen of moeten zijn, om het voor leerlingen betekenisvol te laten zijn.
Creativiteit wordt in de wetenschappelijke literatuur vaak gedefinieerd als creatief denken, als iets dat zich enkel in het hoofd afspeelt, zonder daarin de rol van het lichaam en de omgeving mee te nemen. Dit onderzoek heeft als doel om een overzicht te geven van beschikbare wetenschappelijke literatuur over creatief denken van leerlingen op de basisschool. Daarnaast brengt het manieren in kaart waarmee leerkrachten creatief denken kunnen bevorderen in verschillende schoolvakken en in vakoverstijgend onderwijs.Creativiteit wordt in de wetenschappelijke literatuur vaak gedefinieerd als creatief denken, als iets dat zich enkel in het hoofd afspeelt. zonder daarin de rol van het lichaam en de omgeving mee te nemen. Door deze eenzijdige definitie van creatief denken te hanteren, blijven kansen onbenut om in verschillende vakken op de basisschool het creatief denken van leerlingen te bevorderen. In deze overzichtsstudie, gefinancierd door Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO), gaan onderzoekers van de Hanzehogeschool uit van een brede opvatting van creativiteit, waarin naast het denken ook het lichaam en de omgeving worden betrokken.Onderzoekers van onderzoeksgroep Kunsteducatie en lectoraat Jeugd, Educatie & Samenleving creëren een raamwerk waarin de verschillende aspecten van creatief denken worden belicht. Op basis van deze brede definitie worden manieren in kaart gebracht waarop leraren creatief denken kunnen bevorderen in verschillende schoolvakken en in vakoverstijgend onderwijs op de basisschool.In veel definities van creativiteit wordt creatief denken beschouwd als iets dat zich enkel in het hoofd afspeelt, zonder dat de rol van het lichaam en de omgeving wordt meegenomen. Door de multidimensionaliteit van creatief denken te negeren blijven kansen liggen om in verschillende vakken op de basisschool het creatief denken van leerlingen te bevorderen. In deze overzichtsstudie gaan we uit van een brede opvatting van ‘denken’ waarin ook het lichaam en de omhgeving worden betrokken. We creëren een raamwerk waarin de verschillende aspecten van creatief denken worden belicht en op basis waarvan manieren worden geïdentificeerd hoe leerkrachten creatief denken kunnen bevorderen in verschillende schoolvakken op de basisschool.
Steeds meer scholen experimenteren met Maak- en Ontwerponderwijs. Dit biedt kansen voor de bètavakken: maak- en ontwerpopdrachten bieden een vakoverstijgende toepassingscontext, geven aanleiding tot inhoudelijke verdieping en kunnen bijdragen aan interesseontwikkeling. Maar om die opbrengsten te realiseren zijn wel specifieke docentvaardigheden nodig. Het doel van dit project is om die vaardigheden in de opleiding te ontwikkelen.Doel Veel scholen zien maak- en ontwerponderwijs als ingang om meer belangstelling te wekken voor de bèta-technische profielen. Scholen kiezen daarbij voor verschillende uitwerkingen. In sommige varianten ligt de nadruk op oplossen van een probleem voor een opdrachtgever (Technasium, O&O) in andere varianten ligt meer nadruk op het creatieve maakproces, al dan niet met behulp van digitale fabricagetechnieken (Innovation & Prototyping). Maken en ontwerpen heeft een sterke link met het vak techniek, maar ook bij de natuurwetenschappen hoort ”ontwerpen” tot de kerndoelen vo. Maak- en ontwerpopdrachten kunnen een vruchtbare toepassingscontext bieden voor natuurwetenschappelijke en wiskundige kennis, en een aanleiding voor verder leren in die domeinen. Om die kansen te benutten zijn wel specifieke docent-vaardigheden nodig: de benodigde kennis en vaardigheden komen niet één-op-één overeen met het schoolvakcurriculum, er spelen ook andere disciplines, waaronder de kunstvakken een rol, en je hebt als docent zelf enige maak- en ontwerpexpertise nodig. De meeste bèta-docenten zijn hier niet voor opgeleid en het is dan ook niet eenvoudig om maak- en ontwerponderwijs goed en met diepgang vorm te geven. Het doel van dit project is om studenten in de bèta-lerarenopleidingen toe te rusten met de vaardigheden die ze nodig hebben voor het verzorgen van maak- en ontwerponderwijs, en hen zicht te bieden op de mogelijkheden en beperkingen van maak- en ontwerponderwijs. Looptijd 01 september 2019 - 30 september 2021 Aanpak In de bèta-lerarenopleidingen van Instituut Archimedes wordt een nieuwe cursus “Didactiek van Maak- en Ontwerponderwijs” ontwikkeld voor alle 1e-jaars bèta-studenten. Onderzoekers van het lectoraat dragen bij aan ontwerp, uitvoering en evaluatie. Daarbij maken zij onder andere gebruik van ervaringen uit het project “Aansprekend techniekonderwijs in het vmbo-t”.
Steeds meer scholen experimenteren met Maak- en Ontwerponderwijs. Dit biedt kansen voor de bètavakken: maak- en ontwerpopdrachten bieden een vakoverstijgende toepassingscontext, geven aanleiding tot inhoudelijke verdieping en kunnen bijdragen aan interesseontwikkeling. Maar om die opbrengsten te realiseren zijn wel specifieke docentvaardigheden nodig. Het doel van dit project is om die vaardigheden in de opleiding te ontwikkelen.Doel Veel scholen zien maak- en ontwerponderwijs als ingang om meer belangstelling te wekken voor de bèta-technische profielen. Scholen kiezen daarbij voor verschillende uitwerkingen. In sommige varianten ligt de nadruk op oplossen van een probleem voor een opdrachtgever (Technasium, O&O) in andere varianten ligt meer nadruk op het creatieve maakproces, al dan niet met behulp van digitale fabricagetechnieken (Innovation & Prototyping). Maken en ontwerpen heeft een sterke link met het vak techniek, maar ook bij de natuurwetenschappen hoort ”ontwerpen” tot de kerndoelen vo. Maak- en ontwerpopdrachten kunnen een vruchtbare toepassingscontext bieden voor natuurwetenschappelijke en wiskundige kennis, en een aanleiding voor verder leren in die domeinen. Om die kansen te benutten zijn wel specifieke docent-vaardigheden nodig: de benodigde kennis en vaardigheden komen niet één-op-één overeen met het schoolvakcurriculum, er spelen ook andere disciplines, waaronder de kunstvakken een rol, en je hebt als docent zelf enige maak- en ontwerpexpertise nodig. De meeste bèta-docenten zijn hier niet voor opgeleid en het is dan ook niet eenvoudig om maak- en ontwerponderwijs goed en met diepgang vorm te geven. Het doel van dit project is om studenten in de bèta-lerarenopleidingen toe te rusten met de vaardigheden die ze nodig hebben voor het verzorgen van maak- en ontwerponderwijs, en hen zicht te bieden op de mogelijkheden en beperkingen van maak- en ontwerponderwijs. Looptijd 01 september 2019 - 30 september 2021 Aanpak In de bèta-lerarenopleidingen van Instituut Archimedes wordt een nieuwe cursus “Didactiek van Maak- en Ontwerponderwijs” ontwikkeld voor alle 1e-jaars bèta-studenten. Onderzoekers van het lectoraat dragen bij aan ontwerp, uitvoering en evaluatie. Daarbij maken zij onder andere gebruik van ervaringen uit het project “Aansprekend techniekonderwijs in het vmbo-t”.