Service of SURF
© 2025 SURF
LINK
Treinvervoerders -zoals NS- zetten de klant steeds meer centraal in hun beleid en operatie. De treinreis moet daarvoor betrouwbaar zijn, maar klanten moeten de reis ook leuk vinden en als prettig ervaren. Een belangrijke randvoorwaarde is dat reizigers controle ervaren: een staat waarin reizigers zich prettig voelen en geen stress ervaren. Tot op heden wordt in de meeste studies, stress gemeten met behulp van een vragenlijst. Het nadeel hiervan is dat de onbewuste ervaring niet helemaal wordt blootgelegd. De bewuste en onbewuste ervaring hoeven niet met elkaar overeen te komen. Met behulp van deze studie willen we inzichtelijk maken: (1) wanneer en waarom reizigers stress ervaren, (2) wat de relatie is tussen bewuste en onbewuste stresservaring, en (3) welke rol het gevoel van controle speelt. Testpersonen (n = 16) kregen de opdracht om een reis af te leggen en tijdens de reis een aantal activiteiten te vervullen (bijv. kaartje kopen). Stress tijdens de reis werd gemeten aan de hand van fysiologische maten met een healthpatch (o.a.. hartslag, ademhaling) en een eye tracking bril, waarvan de resultaten werden vergeleken met die van een vragenlijst. De resultaten wijzen uit dat het stressniveau tijdens de gehele reis relatief hoog is, waarbij testpersonen de minste stress ervoeren tijdens de treinreis en de meeste stress bij het inchecken op het station. Verder blijkt dat de stresservaring op bewust en onbewust niveau in grote lijnen overeen komt, maar afwijkt bij het inchecken en zoeken naar natransport. Door informatie te raadplegen ervaart de reiziger meer controle wat een positieve uitwerking heeft op het stressniveau. Bestudering van de eye tracking opnamen maakt duidelijk dat reizigers op onbewust niveau zeer veel waarnemen wat kan leiden tot een mentale overbelasting. Zo is bijvoorbeeld duidelijk te zien dat alle gezichten van medereizigers in station Amsterdam Centraal worden gescand. Ook scannen de testpersonen reisinformatie en reclame borden. Geconcludeerd kan worden dat de fysiologische onderzoeksopzet in combinatie met vragenlijsten goed inzicht geeft in het bewuste en onbewuste gedrag van treinreizigers en deze aanpak ook goed kan werken bij andere vervoerwijzen.
Het IoT (Internet of Things), waarin allerlei soorten apparaten zijn verbonden met het internet, wordt voor steeds meer bedrijven een onmisbaar onderdeel van hun digitale transformatie. Het toepassen van IoT betekent dat zowel processen als ook objecten data gaan genereren en via het Internet beschikbaar maken. Deze data wordt de basis waarop processen geoptimaliseerd worden, bijvoorbeeld door een seintje te geven nog voordat een machine-onderdeel defect zal gaan raken. Deze data kan ook worden gebruikt om het leven makkelijker te maken, bijvoorbeeld door treinreizigers vooraf te informeren over de drukte in een coupé. Terwijl grote bedrijven al actief en succesvol bezig zijn met het IoT, blijft het MKB nog achter. Door de complexe en multidisciplinaire technologie van IoT waarin zowel technische (techniek, product) als niet-technische aspecten (toepassing, business models) een rol spelen is het voor MKB ondernemingen moeilijk om dit vooraf volledig in kaart te brengen. Daardoor is er voor MKB-ondernemingen vaak nog een te grote drempel om met IoT te beginnen, of het op grote schaal toe te passen. Het project Ontwerpen voor het IoT stelt zich als doel om voor MKB-bedrijven va een integrale en toegankelijke ontwerpmethodiek te ontwikkelen, waarin zowel de technische als niet-technische aspecten van IoT toepassingen aan bod komen. De methodiek die wordt ontwikkeld wordt getoetst in 4 case studies die door MKB ondernemingen ingebracht zijn. Met behulp van de te ontwikkelen methodiek worden verschillende IoT vraagstukken opgelost. Om de methodiek praktisch toepasbaar te maken voor het MKB wordt in het project ook toegewerkt naar een IoT-Lab; een werkplaats waarin bedrijven worden geholpen met het verkennen, ontwikkelen én succesvol toepassen van IoT oplossingen.