Service of SURF
© 2025 SURF
Onderzoek naar toekomstbeelden van ouders, kinderen, leerkrachten, pedagogisch medewerkers, sociaal-verpleegkundigen en beleidsmakers rond vensterschool Koorenspoor. Visie van mensen die in de Korrewegwijk, de Indische Buurt of De Hoogte (Groningen) wonen en werken. Deze uitgave is een van de resultaten van het project Pedagogische Kracht (PK) in de Wijk dat in september 2008 startte. Tijdens dit project werken de Hanzehogeschool Groningen, de gemeente Groningen en de partners van Vensterschool Koorenspoor samen aan de verhoging van de kwaliteit van het professionele handelen.
Dit document vertelt niet alleen het verhaal van een duurzame toekomst, maar vertaalt ook de experimenten uit de ZuidHollandse ‘proeftuinen’ naar een aantal lessen die ons kunnen helpen om die toekomstbeelden dichterbij te brengen. Uit dit verhaal blijkt ook dat er nog grote stappen gezet moeten worden om die transitie te realiseren. Hier ligt een belangrijke taak voor de overheid. Het actief uit de weg ruimen van tegenwerkende wet- en regelgeving hoort hierbij, maar ook het scheppen van ruimte voor ondernemers en boeren die vastzitten in het huidige systeem. De richting is uitgestippeld, nu is het aan ons om allemaal de transitie in de volgende versnelling te brengen.
MULTIFILE
Voor je ligt het resultaat: Zo Smaakt de Toekomst 2.0, met daarin aandacht voor Polderen 3.0 en voor Circulair. Twee heel verschillende paden naar een duurzame voedseltoekomst, die, samen met ons eerste Zo Smaakt de Toekomst, een beeld geven van de diversiteit van de Zuid-Hollandse voedseltransitie. Met daarin ruimte voor verschillende visies, waarin het ook mag schuren, waarin je je kunt herkennen en waardoor je je kunt laten inspireren – zodat jij, net als vele andere pioniers, beleidsmakers, onderzoekers, burgers en enthousiastelingen, kunt bijdragen aan een duurzaam en eerlijk landbouw- en voedselsysteem. We bespreken eerst “Polderen 3.0” en daarna “Circulair.” We sluiten af met een aantal geleerde lessen en aanbevelingen.
MULTIFILE
In de afgelopen jaren zijn er verschillende pogingen gedaan om te komen tot een nationale agenda in het sportonderzoek. Er zijn verschillende onderzoeksprogramma’s geschreven, maar deze hebben nog geen nationale inbedding en invulling gekregen. In deze processen zijn hogescholen en het praktijkgericht onderzoek zijdelings en vaak op afstand betrokken. Op het terrein van sport en bewegen zijn veel ontwikkelingen gaande. Het Topteam Sport is opgericht, de Nationale Kennisagenda Sport is opgesteld, er wordt gewerkt aan een Route Sport en Bewegen binnen de NWA, internationaal wordt samengewerkt met Brazilië en mogelijk Japan (afgeleid van de Olympische Spelen). Het oprichten van een platform praktijkgericht sportonderzoek helpt om goed bij bovenstaande ontwikkelingen aan te sluiten. De meerwaarde van het platform ligt in het verbinden om te programmeren en te valideren. Het platform verbindt lectoren vanuit het domein van sport en bewegen onderling, maar ook worden cross-sectorale verbanden gelegd met lectoren uit andere sectoren.Het bedrijfsleven en werkveld kunnen makkelijker aanhaken en daardoor wordt de vraagsturing efficiënter ingericht. Programmeren is beter mogelijk doordat lectoren, bedrijfsleven en sport en beweegpraktijk verbonden zijn in het platform. Massa, clustervorming en focus zorgen voor een efficiënte en effectieve ontwikkeling en benutting van kennis. Bij valideren gaat het over het verhogen van de kwaliteit en de toepasbaarheid van het sportonderzoek. Het platform streeft er tevens naar om een rol/taak te verkrijgen in landelijke beoordelingssystemen voor de kwaliteit van de sport. De lectorenkamer van het Hogescholen Sport Overleg (HSO) vormt, met ondersteuning van het Kenniscentrum Sport, de leidende coalitie voor het platform. Het HSO is een overleg van hogescholen met een sportopleiding (8 hogescholen). Kenniscentrum Sport vervult de secretariaatsrol voor het platform en brengt haar netwerk in.
HKU en Wintertuin geven met het onderzoeksproject Speculatieve scenario’s voor sociale robots in de zorg vorm aan een nieuwe visie op de impact die auteurs en kunstenaars in de 21e eeuw kunnen hebben op maatschappelijke problemen, doordat zij onderdeel worden van een transdisciplinair en co-creatief collectief. In deze KIEM-Creatieve Industrie aanvraag kiezen we een vernieuwend perspectief voor het onderzoek naar de rol van verbeelding en literaire verteltechnieken voor het gebruik van sociale robots in de zorg. We blikken samen met de Vrije Universiteit en met praktijkpartners vooruit op hoe de context van de zorg voor mensen met dementie er in de toekomst uit kan zien als sociale robots hier een serieuze rol in krijgen. Door een methode van speculatief onderzoek richten we ons op de verschillende mogelijke rollen van dit type robots en maken we door (literaire) verbeelding voorstelbaar en inzichtelijk wat dit in deze scenario’s betekent voor de mensen met dementie, voor de betrokken zorgmedewerkers en voor de naaste omgeving. Tegelijk laten we zien wat de impact hiervan op de organisatie van de zorg kan zijn: Hoe kunnen robots bijdragen aan transitieopgaves in de zorg als onderdeel van blended care? Waar de zorg vaak technologisch, praktisch en efficiënt gedreven is, onderzoeken wij juist de mogelijkheden die ervaringsgericht zijn, gaan over betekenisvolle interactie en kwaliteit van (samen)leven. Deelvraag hierbij is hoe schrijvers en ontwerpers met dit vraagstuk hun eigen artistieke en ontwerppraktijken kunnen (door)ontwikkelen en verrijken. We doen praktijkgericht onderzoek in de werkelijke leef- en werkomgeving van mensen zelf. Als onderzoeksvorm kiezen we voor residenties van een robot met ontwerpers en schrijvers op locatie in de zorgcontext: de zogenoemde living labs sessies. Het onderzoek leidt tot (toekomst)scenario's voor sociale robots in de zorg. Deze speculatieve scenario’s leiden tot inzichten en perspectief voor de verschillende betrokken professionele praktijken.
De meeste methoden voor visievorming extrapoleren lineair het verleden via het heden naar de toekomst. ‘Probing the future’ breekt met die continuïteit door een sprong in de verre toekomst te nemen. Verbeeldingskracht, reframing en speculatief ontwerpen worden ingezet om een spectrum van mogelijke toekomsten voorstelbaar te maken. Missiegedreven innovatiebeleid stuurt op het oplossen van complexe maatschappelijke uitdagingen, zoals bijvoorbeeld de energietransitie. Naast technologische innovatie is sociale innovatie nodig, en hoewel missies richting en urgentie geven, is niet meteen helder voor welke marktvraag een oplossing wordt gezocht. De toekomstbeelden, die in TAK zullen ontstaan, helpen mensen en organisaties om ‘groter en baanbrekender te denken’ en genereren een effectieve dialoog over wat wel en niet wenselijk is, teneinde te komen tot oplossingen die breed worden gedragen. Als strategisch ontwerpdenkers bij de Hogeschool Utrecht (HU) gebruiken we dit toekomstdenken al langer als onderzoeksmethode om complexe vraagstukken samen met overheden, burgers en andere relevante organisaties in beweging te krijgen en in het onderwijs leiden we studenten Communicatie en Multimedia Design erin op. Het is niet makkelijk organisaties en burgers uit hun routine-gedrag te krijgen en de huidige ‘online situatie’ in de samenleving lijkt dat te versterken. Vóór COVID-19 trainde HU mensen op locatie, waar zij een intensieve samenwerking aangingen om het toekomstdenken met behulp van deze onderzoeksmethode te doorlopen. Dit kan niet meer. Doel van dit project is de onderzoeksmethode door te ontwikkelen in een toekomstbestendige, elkaar versterkende online en offline vorm (transmediale toolkit), die stakeholders rondom een maatschappelijk vraagstuk faciliteert om toekomstdenken te gebruiken om tot radicale, breed gedragen innovaties te komen. De toolkit wordt ontwikkeld i.s.m. creatieve partners, Design Innovation Group en The Wrong Songs. Validatie vindt plaats in een praktijkcase van Energiecoöperatie Energie-U, “Utrechtse bewoners die duurzame energie thuis, in hun buurt en in onze stad aanjagen, organiseren en bewaken”.